Zoek op trefwoord :
Toeslagenaffaire liet de kiezer koud
Verschenen in 'Sociaal bestek' - 09-06-2021

Ongekend onrecht was de titel van het rapport waarin de daarvoor ingestelde parlementaire onderzoekscommissie beschreef wat de toeslagenaffaire is gaan heten, de volstrekt disproportionele manier waarop toeslagen voor de kosten van kinderopvang werden teruggevorderd van mensen die fouten hadden gemaakt bij het aanvragen van die toeslagen of daarvan verdacht werden. Vaak kregen die ook niet te horen wat ze fout gedaan zouden hebben, en hadden ze dus ook geen kans zich te verdedigen.

Er was in twee opzichten sprake van ongekend onrecht: slechts weinigen waren ervan op de hoogte hoe mensen op deze manier werden geruïneerd, zeker niet binnen politiek en journalistiek, en het is niet makkelijk hier binnen de naoorlogse rechtsstaat een precedent voor te vinden. Opvallend was ook de manier waarop Kamerleden als Pieter Omtzigt en Renske Leijten werden tegengewerkt vanuit de departementen toen ze probeerden uit te vinden wat er aan de hand was.

Toch heeft dit alles weinig politieke gevolgen gehad. Staatssecretaris Snel gooide de handdoek in de ring omdat het hem niet lukte grip op de ambtelijke dienst te krijgen. Zoiets zagen we ook in andere affaires zoals bij het personeelsbeleid van de Belastingdienst. Marc Harbers trad af omdat hij niet de feiten boven water kon krijgen inzake de criminaliteit van asielzoekers, Minister Ank Bijleveld kon de Kamer niet informeren over het bombardement op Hijawa, en nu weer  verbaast minister Tamara van Ark zich erover wat er zich onder haar voorganger heeft afgespeeld rond de aankoop van mondkapjes.

Toch heeft dit alles weinig politieke gevolgen gehad. Minister Wiebes is afgetreden nadat hij beschaamd kennis had genomen van wat er tijdens zijn staatssecretariaat had plaats gevonden. Na enig duwen vanuit de achterban van de PvdA trad Lodewijk Asscher terug als lijsttrekker, van de partijprominenten had onze Lodewijk dat niet hoeven doen.

Maar zult u zeggen, het hele kabinet is toch afgetreden. Laat dat nu juist een beschamende schertsvertoning zijn geweest. Het kabinet trad af toen er toch al nieuwe verkiezingen waren uitgeschreven, zodat het enige dat veranderde was dat voortaan de bewindslieden werden aangeduid als demissionair minister of staatssecretaris. Ze gingen gewoon door met regeren.

Nu moest dat wel in verband met de coronacrisis, maar het gold ook voor andere beleidsterreinen. Typerend is dat minister Van ’t Wout als demissionair minister een burnout kreeg,  en dat, om het kabinet op sterkte te houden, er toen een tijdelijke staatsscretaris werd benoemd. Dilan Yesilgut is volgens mij de eerste bewindspersoon die bij haar aantreden al demissionair was.

Maar het meest kenmerkende is dat de ontslagaanvrage van het kabinet Rutte er niet van weerhield zich te kandideren als leider van een volgend kabinet, en dat hij niet het voorbaal van Asscher volgde om zich terug te trekken als lijstrekker. Dat maakte de ontslagaanvrage van het kabinet tot een loos ritueel. Vrolijk een appeltje etend fietste Rutte naar Huis ten Bosch. Vergelijk dat eens met hoe Den Uyl in 1977 met afhangende schouders de trappen het paleis besteeg na de val van zijn Kabinet.   

Het beschamende is dat de kiezers dit allemaal geaccepteerd hebben. De VVD won, wat volgens zijn aanhangers Rutte ook legitimeert om de ene na de andere leugen te verkopen, zonder dat hij naar een functie elders hoeft uit te kijken. De grote winnaar was D66, dat de afgelopen periode de verantwoordelijke bewindspersonen voor de falende Belastingdienst had geleverd. Daarentegen verloren CDA en SP, de partijen van de grote critici van het toeslagenbeleid, al kreeg Omtzigt wel veel voorkeursstemmen. Het opstappen van Asscher leverde de PvdA niets op.

Kennelijk kon het de kiezers allemaal niets schelen. Weinigen kenden persoonlijk een van de slachtoffers. Misschien is de meest vriendelijke verklaring nog dat mensen zich ook na alle publiciteit niet voor konden stellen dat zoiets in Nederland kon gebeuren. Dat gold aanvankelijk ook voor politici en journalisten, maar ik heb zelf eigenlijk ook nog steeds dat gevoel. Er is verschil tussen wat de ratio je leert en wat je emotioneel kunt begrijpen. En dus stevent Rutte af op zijn vierde kabinet.