Zoek op trefwoord :
Komt de behoedzaamheidsreserve terug?
Verschenen in 'TPC' - 20-12-2019

Uit de laatste septembercirculaire blijkt dat de gemeenten dit jaar minder geld uit het Gemeentefonds krijgen dan ze eerder konden verwachten. Dat is een rechtstreeks gevolg van het systeem waarmee wordt berekend hoeveel geld het Rijk afdraagt aan het Gemeentefonds, waarbij de storting in het fonds meebeweegt met de relevante rijsuitgaven. Trap op, trap af, heet dat. En de regering geeft dit jaar aanzienlijk veel minder uit dan verwacht, omdat het bij een krappe arbeidsmarkt niet lukt om alle vacatures te vervullen. De gemeenten ontvangen daardoor dit jaar € 218 miljoen minder, 0,86% van de verwachte uitkering uit het Gemeentefonds.

Is dat erg? Lodewijk Asscher suggereerde tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen dat daardoor gemeenten op stel en sprong moesten gaan bezuinigen, en dat daardoor essentiële voorzieningen in het gedrang kwamen. Maar gemeenten die beschikken over een goedgekeurde begroting zijn helemaal niet verplicht om de voorziene uitgaven aan te passen aan de lagere uitkering uit het Gemeentefonds. Colleges van B&W blijven gemachtigd om de uitgaven te doen die in de begroting zijn opgenomen, en in de meeste gevallen zullen ze dat ook wel moeten.

Gemeenten kunnen niet tegen geldschieters zeggen dat ze even geen geld hebben om hun verplichtingen na te komen. Ambtenaren ontslaan levert op een termijn van een paar maanden ook niets op. Subsidies worden meestal voor een heel jaar toegezegd, en daar zit de gemeente dus ook aan vast. In de sfeer van de materiële uitgaven en de uitzendkrachten valt er misschien nog wel iets te bezuinigen, maar dat heeft weinig zin wanneer ambtenaren daardoor hun werk niet meer kunnen doen.

Het gevolg van de lagere uitkering zal dus vooral zijn, dat de het rekeningsresultaat  lager uitkomt en misschien wel negatief is. Dat is niet leuk voor de wethouder financiën, die graag wil laten zien dat het huishoudboekje van de gemeente bij hem in goede handen is, maar kan verder weinig kwaad. Het tekort wordt verrekend met de reserves, en waar heb je reserves voor wanneer je ze niet mag aanspreken?

Bovendien zullen gemeenten zelf ook moeite hebben om alle vacatures te vervullen, en zal daar dus ook onderuitputting van de begroting optreden,  wat de lagere uitkering uit het Gemeentefonds in ieder geval deels kan compenseren.

Het is niet de eerste keer dat het systeem van trap-op-trap-af leidt tot tussentijdse kortingen, en wanneer dat gebeurt ontstaat steeds een discussie of het wel een goed systeem is. Ooit was de storting in het Gemeentefonds gekoppeld aan de belastingopbrengst van het Rijk, maar hoewel het percentage vastlag in de wet, gaf het de gemeenten weinig zekerheid omdat het jaarlijks werd aangepast aan de geraamde storting in het fonds .De systematiek van trap-op-trap-af is juist niet wettelijk verankerd, maar bestuurlijk, en dat blijkt in de praktijk veel meer solide.

Een alternatief zou kunnen zijn de uitkering uit het Gemeentefonds niet na afloop van het jaar te koppelen aan de feitelijke uitgaven van het Rijk, maar voorafgaand aan het begrotingsjaar aan de begrote uitgaven. Dat zou de gemeenten meer zekerheid geven. Tot nu toe hebben de gemeenten daar echter niet voor gekozen, omdat ze dan minder krijgen wanneer de feitelijke uitgaven hoger uitkomen dan de geraamde, bij voorbeeld door de salarisontwikkeling.

In 1997 heeft Gerrit Zalm als minister van Financiën geprobeerd de gemeenten te hoeden voor een tussentijds verlaging van de uitkering door een deel pas achteraf uit te keren. Dat heette de behoedzaamheidsreserve. Waren de feitelijke rijksuitgaven in overeenstemming met de begroting, dan kon die reserve alsnog worden uitgekeerd. Structureel zou dat dus leiden tot overschotten bij de gemeenten. Die voelden daar  niet voor, en namen de voorziene uitkering uit de behoedzaamheidsreserve gewoon op als dekkingsmiddel. Inmiddels is de behoedzaamheidsreserve dan ook weer afgeschat.

Het zou mij niet verbazen als in discussies naar aanleiding van de tegenvallende uitkering dit jaar de behoedzaamheidsreserve opnieuw opduikt. Er is zoveel in het openbaar bestuur dat ooit is afgeschaft en dan weer terugkomt, denk aan regiovorming. Ik zou echter de behoedzaamheidsreserve niet opnieuw invoeren. Gemeenten moeten accepteren dat wanneer ze mee willen delen in een niet voorziene stijging van de rijksuitgaven, het onvermijdelijk is dat ze ook meedelen in een daling.