Zoek op trefwoord :
Formeren en faseren
Verschenen in 'Publieke Tribune' - 18-05-2017

De eerste poging om op basis van de verkiezingsuitslag van 15 maart tot een nieuw kabinet te komen is mislukt. Dat is helemaal niet verwonderlijk. Je kunt namelijk twee criteria hanteren hoe te komen tot de samenstelling van een nieuw kabinet. Je kunt proberen de verkiezingsuitslag zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, en je kunt uitgaan van de programmatische overeenkomsten.

In het eerste geval is uiteraard een criterium dat de coalitiepartijen beschikken over een meerderheid in de Tweede en bij voorkeur ook de Eerste Kamer, maar ook dat partijen die gewonnen hebben voorgaan boven partijen die verloren hebben. En zo werd er twee maanden geprobeerd een kabinet te vormen met de partij die als grootste uit de verkiezingen was gekomen, de VVD, en de drie partijen die het meest gewonnen hadden.

Dat wil echter niet zeggen dat daarmee ook de combinatie wordt gevormd waarin de partijen over en weer de minste concessies hoeven te doen. Zo werd er in 1977 eindeloos onderhandeld tussen PvdA en CDA, van wie de PvdA zowel de grootste was geworden als de grootste winnaar, maar kwam er uiteindelijk een kabinet uit de bus van CDA en VVD, omdat die partijen veel dichter bij elkaar stonden, niet alleen programmatisch, maar ook in mentaliteit. Er viel in die tijd met het PvdA-kader geen land te bezeilen.

Een herhaling volgde in 1982, toen de PvdA als grootste partij en als winnaar uit de verkiezingen kwam, maar de formatiepoging van informateur Van Kemenade niet meer dan een rituele dans was, want CDA en VVD stonden in de startblokken om samen een kabinet te vormen zonder PvdA. In 2002 was de PvdA ook de grote winnaar, maar hoopte het CDA dat CDA en PvdA samen geen meerderheid in de Eerste Kamer zouden krijgen. Toen dat toch het geval bleek maakte het CDA op tamelijk brute wijze een einde aan de onderhandelingen, om zijn heil te zoeken bij VVD en D66.

Vandaar het gezegde formeren is faseren: in de eerste fase onderhandelt men op basis van de verkiezingsuitslag, maar die onderhandelingen mislukken wanneer er een programmatisch meer samenhangende coalitie lonkt bij eliminatie van een van de winnaars. En dat is precies wat er nu met GroenLinks gebeurd is.

De vraag is of dat niet al direct duidelijk had kunnen zijn. Wanneer men deze coalitie echt wilde, had een informateur voor de hand gelegen uit de partij die deze coalitie ook inhoudelijk wilde, D66. Informateur Edith Schippers leek af en toe net iets te veel de rechterhand van Mark Rutte. Haar formatiepoging heeft nu de weg geëffend voor een coalitie zonder GroenLinks, overigens zonder dat die partij enige vorm van misbaar maakt, zelfs nu van haar gevraagd werd in te stemmen met iets waar ze principieel op tegen was.

Het is niet verwonderlijk dat migratie werd gekozen als het dossier waar de zaak op klapte. Hier zijn niet alleen de tegenstellingen groot, maar ook de electorale gevoeligheden. VVD en CDA voelen de hete adem in de nek van de PVV en kunnen zich daarom weinig concessies permitteren aan GroenLinks, waarvan de aanhangers juist de meeste empathie hebben met migranten.

Binnen de PvdA is het vluchtelingenbeleid het enige beleidsveld geweest waar Samsom het echt moeilijk had met de achterban, resulterend in een perverse uitruil van het toch maar niet strafbaar stellen van illegaal verblijf tegen een belastingdouceurtje voor de middengroepen. Klaver worden dat soort problemen nu bespaard. Daarom zie je bij hem niet de teleurstelling van Den Uyl in 1977 en van Wouter Bos in 2002.

In denk dat nu de ChristenUnie aan de beurt is. Die staat programmatisch dichterbij de motorblokpartijen. Op het punt van het vrijwillig levenseinde geldt dat niet voor D66, maar op dat punt zijn de meeste partijen ook verdeeld, inclusief D66 zelf. Ik denk dat daar veel meer publiek debat over moet plaats vinden voordat er nieuwe wetgeving wordt ingevoerd. 

Hier en daar zie je binnen de PvdA de verleiding om het toch maar weer te proberen. De PvdA kan dan misschien nog twee ministers leveren om binnen de partij het licht uit te doen, maar ik zie niet dat de PvdA dan op een meer herkenbare manier invloed op het beleid kan uitoefenen dan onder Rutte II.

In plaats van de tube van de macht tot aan het eind toe leeg te knijpen, lijkt het mij beter te streven naar een hergroepering op links. Dat kan alleen wanneer GroenLinks, SP en PvdA zich alle drie in de oppositie bevinden. Dat hoeft niet direct geformaliseerd te worden, men kan het beter laten groeien door gezamenlijk moties in te dienen en samen te werken met maatschappelijke organisaties.

Soms constateer je een linkse onderstroom die niet tot zijn recht komt in de samenstelling van het parlement. Daar kan een linkse oppositie van profiteren. Achteraf constateerden we dat het kabinet De Jong het meest linkse kabinet ooit geweest is. Dat kwam niet door de samenstelling, maar door de tijdgeest. Wie weet.