Zoek op trefwoord :
Lokale democratie het haasje
Verschenen in 'Intermediair' - 27-01-2000

Wanneer je aan de kalkoen vraagt wat er op het kerstmenu moet staan, is de kans groot dat het haas wordt. Deze oude volkswijsheid wordt weer eens geïllustreerd door het rapport over de lokale democratie van de commissie Elzinga. Die commissie werd gedomineerd door (oud)-burgemeesters, met daarnaast een enkele Commissaris van de Koningin en een oud-medewerkster van de burgemeester van Rotterdam, en een aantal wetenschappers. Wethouders, raadsleden, bestuursleden van partijafdelingen, zij allen ontbraken in deze commissie, evenals leden van lokale politieke partijen.

Het is niet verwonderlijk dat een dergelijk gezelschap er vooral voor kiest de positie van de burgemeester te versterken. De commissie pleit voor een sterkere positie van de burgemeester binnen het College van burgemeester en wethouders, maar tegelijkertijd voor meer bevoegdheden om de controle door de Raad op het college en de positie van de burgers t.o.v. het gemeentebestuur te versterken. Daarnaast wordt hij degeen die na gemeenteraadsverkiezingen bij de raad het voorstel indient om de wethouders te benoemen, wat alleen maar zin heeft als hij ook op dat voorstel invloed kan uitoefenen.

De positie van de burgemeester zal ook sterker worden wanneer de burgemeester niet meer benoemd wordt maar gekozen, rechtstreeks of door de gemeenteraad, wat de meerheid van de commissie in enigerlei vorm bepleit. Daarbij is de commissie het er echter over eens, dat die verkiezing hoe dan ook niet samen mag vallen met de verkiezing van de gemeenteraad, want dan gaat het ‘eigenstandig karakter’ van het burgemeestersambt verloren.

De burgemeester wordt dan onderdeel van de lokale politiek, en dat is het ergste wat de commissie zich kan voorstellen. Dan verliest de burgemeester zijn positie als lokaal vertegenwoordiger van Onze lieve Heer, en vormt hij niet langer een heilige drieëenheid met Sinterklaas en Prins Carnaval.

Nu is het maar de vraag, of ook bij verkiezingen die niet samenvallen met de raadsverkiezingen, niet toch aan burgemeesterskandidaten zal worden gevraagd wat ze van de hoogte van de OZB vinden, of van de bereikbaarheid van de Binnenstad, in plaats van hoe ze zich hun functioneren als proces-coördinator voorstellen. Dan is bij burgemeestersverkiezingen gewoon het lokale beleid aan de orde, en zo hoort het ook. Maar de verhoudingen worden wel ingewikkeld als de Utrechtenaren dan Henk Westbroek tot burgemeester kiezen zonder dat ze de gelegenheid krijgen zijn partij ook een meerderheid in de raad te bezorgen.

Dat is echter niet wat de commissie wil. Die zegt zich grote zorgen te maken over de lokale democratie. Ze stelt voor dat wethouders niet langer zichzelf als raadslid controleren, wat in principe de herkenbaarheid van politieke partijen en daarmee de lokale democratie kan versterken. Maar tegelijkertijd wil men een sterkere burgemeester, die desondanks buiten de lokale politiek staat. Wethouders zijn politiek, en mogen daarom van de commissie geen raadscommissies voorzitten, maar de burgemeester is apolitiek, en die zit dus wel de gemeenteraad voor. Het kan niet anders dan dat op die manier de lokale democratie het haasje wordt.