Zoek op trefwoord :
Kok of geen Kok
Verschenen in 'Intermediair' - 24-02-2000

Langzaam komt op de Partij van de Arbeid het dilemma af, wie er bij de volgende verkiezingen lijsttrekker moet worden. Daarbij moet de partij kiezen uit twee kwaden: doorgaan met Kok, of stoppen met Kok.

Stoppen met Kok levert hoe dan ook problemen op. De PvdA heeft de afgelopen tien jaar veel kiezers gewonnen van CDA en D66, maar veel kiezers verloren aan GroenLinks en de SP. De eerste groep kiezers waardeert de financieel-economische uitkomsten van het regeringsbeleid, en schrijft die toe aan Kok als leider van de paarse kabinetten. De tweede groep kiezers heeft de sociale prijs niet willen betalen voor de liberalisering van de economie, en is teleurgesteld over het regenteske optreden van de PvdA-leiders.

Bij een andere lijsttrekker dan Kok verspeelt de PvdA de premier-bonus, maar zullen degenen die de PvdA de rug toe hebben gekeerd niet even snel terugkomen. Er rijst dan ook het probleem wie de opvolger wordt. Melkert wordt het vaakst genoemd, maar de vraag is of deze politieke rekenmachine de PvdA-aanhang echt zal kunnen inspireren. Melkert is vijftien jaar jonger dan ikzelf, maar als ik hem hoor praten denk ik altijd dat hij vijftien jaar ouder is.

Doorgaan met Kok levert echter ook de nodige risico’s op. Kok heeft nooit uitgestraald dat hij bijzonder genoot van het politieke debat. Het is de vraag of hij nog een regeringsperiode het geduld zal kunnen opbrengen om, afdalend van de Europese Olympus, het geneuzel van kamerleden en journalisten te beantwoorden. De voorbeelden van lang zittende regeringsleiders als Lubbers en Kohl zijn weinig bemoedigend. Bovendien is de PvdA na een derde kabinet Kok even ver.

Het zou ook mogelijk zijn dat Kok opnieuw als lijstrekker optreedt, maar niet opnieuw premier wordt. Dat ligt voor de hand, wanneer de PvdA de volgende verkiezingen zou verliezen, of buiten een nieuw kabinet blijft. In 1986 heeft Den Uyl daarna de leiding van de PvdA aan Kok overgedragen, en niemand heeft in 1994 Elco Brinkman en Ina Brouwer verweten dat zij zich na de verkiezingsnederlaag van resp. het CDA en GroenLinks terugtrokken uit de politiek. Maar je kunt als PvdA moeilijk hopen op een verkiezingsnederlaag, het belangrijkste argument om door te gaan met Kok is nu juist dat dat de beste electorale perspectieven geeft.

Soms trekken lijsttrekkers zich ook na succesvolle verkiezingen terug uit de politiek. Van Agt deed dat in 1982, Bolkestein in 1998. Daarmee ‘verzilveren’ zij eerst het door hun opgebouwde ‘electorale kapitaal’ – om het in economische termen uit te drukken – en geven zij daarna maximale ruimte aan hun opvolger om eenzelfde positie op te bouwen. Het is een vorm van bedrog, maar wel van bedrog dat loont. Niets wijst erop dat de VVD-kiezers moeite hebben met het voortijdige vertrek van Bolkestein.

Juist met de casus Bolkestein in het geheugen, zullen parlementaire journalisten de PvdA een dergelijke escape echter niet gunnen. Steeds zal aan Kok worden gevraagd of hij door wil gaan wanneer de verkiezingsuitslag daartoe de mogelijkheid geeft. De PvdA ontkomt niet aan het dilemma.