Zoek op trefwoord :
Niet goed of het deugt niet
Verschenen in 'Intermediair' - 16-03-2000

Boeren, burgemeesters en buitenlui zijn boos op Monique de Vries. Die is staatsecretaris voor de VVD bij Verkeer en Waterstaat, maar is zo onbekend dat zij regelmatig verward wordt met VVD-kamerlid Bibi de Vries, met PvdA-minister Klaas de Vries, of met haar VVD-collega Gijs de Vries van Antilliaanse zaken en (overige) rampenbestrijding.

Op het ministerie van V. en W. wordt een plan ontwikkeld waarin van te voren bepaald wordt in welke polders bij extreme wateraanvoer door de grote rivieren dat water wordt opgevangen, in plaats van af te wachten waar het het eerst over de dijk komt. Op zichzelf wordt dat idee eigenlijk niet bestreden. Het klimaat verandert, en daardoor komt er steeds meer regen naar beneden. Zalig zijn degenen die zeker weten dat dat niet aan het broeikaseffect ligt.

Je kunt niet doorgaan met dijken verhogen, zeker wanneer we ook van Duitsland vragen dat men daar meer regenwater zelf opvangt. En dus moeten er ook in Nederland dat soort mogelijkheden komen. Hier geldt echter eerst recht het principe van Not in my Backyard: theoretisch mag De Vries gelijk hebben, je gaat daar heel anders overdenken wanneer je zelf in zo’n gebied woont.

Wat De Vries vooral wordt kwalijk genomen, is dat zij zich niet beperkt heeft tot een theoretische verhandeling, maar ook een kaart heeft laten publiceren, waarop staat om welke gebieden het wel eens zou kunnen gaan. Dat brengt onzekerheid bij de mensen, en dat willen burgemeesters niet. Die waken over de gemoedsrust van hun onderdanen.

Toch had zij weinig andere mogelijkheden. Bij de aanleg van de Betuwelijn kreeg het ministerie van Verkeer en Waterstaat het verwijt dat alles al vast lag voor er met bewoners overlegd werd. Nu was dat niet zo, en leidde dat weer tot verwijten. Het is niet goed of het deugt niet.

In het geval van de overlaatgebieden was er nog een ander probleem. Er had al vertrouwelijk overleg plaats gevonden met de provincies. Die hebben de staatssecretaris geadviseerd de kaart met mogelijke overlaatgebieden niet te publiceren, maar dat is minder eenvoudig dan de provinciale regenten denken. Die kaart was het stadium van het interne beraad gepasseerd, en kon daarmee door iedereen die het vermoeden had dat er zo’n kaart bestond, met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur worden opgevraagd.

Die wet houdt niet alleen in dat verzoeken om informatie als regel worden gehonoreerd, maar ook dat de overheid actief informatie verschaft wanneer dat vanuit democratisch oogpunt wenselijk is. Dat geldt niet alleen voor het Rijk. Je kunt stellen dat een gedeputeerde die kennis neemt van dergelijke ingrijpende plannen maar besluit ze onder de pet te houden, daarmee zijn plicht tegenover de bevolking verzaakt.

En dan had zo’n kaart natuurlijk altijd nog kunnen uitlekken. Kranten die nu de staatssecretaris verwijten te openhartig te zijn geweest, zouden triomfantelijk geopend zijn met die informatie wanneer ze er ondershands beslag op hadden kunnen leggen. ‘Geheime plannen om polders onder water te zetten’. Het is heel verstandig dat de staatssecretaris dat niet geriskeerd heeft.