Zoek op trefwoord :
Ondank is 's werelds loon
Verschenen in 'Publieke Tribune' - 17-07-2015

 

 

Het is er niet gezelliger op geworden tussen de Europese regeringsleiders. Vooral tussen Duitsland en Griekenland is de spanning hoog opgelopen. In Duitsland is men boos dat er opnieuw geld geleend moest worden aan Griekenland. En in Griekenland is men boos dat dat niet zo maar gaat, maar dat daar stringente voorwaarden aan verbonden worden.

 

Bij veel van die voorwaarden kun je vraagtekens zetten. Een van de motieven om het niet op een Grexit aan te laten komen is geopolitiek: Griekenland moet bij Europa worden gehouden. Maar tegelijkertijd eist men dat Griekse haven en vliegvelden worden verkocht, die dan dus eigendom van Rusland of China zouden kunnen worden.

 

Terwijl onze bondgenoten klagen dat Nederland te weinig aan defensie uitgeeft, eisen we van Griekenland juist dat het de defensie-uitgaven verlaagt. Toeristen moeten in Griekenland meer btw gaan betalen, wat ten koste zal gaan van de verdiencapaciteit van de Griekse economie. Het wordt zo weer moeilijker om de leningen terug te betalen. En meer concurrentie tussen notarissen en accountants lijkt me ook niet de manier om de corruptie aan te pakken, daar hebben we in Nederland ook slechte ervaringen mee..

 

Maar er worden ook maatregelen opgelegd die Griekenland zelf al veel eerder had moeten nemen, zoals actiever belasting innen, invoering van een kadaster en een onafhankelijke status voor het Griekse CBS. Maar ook tegen dat soort maatregelen is er grote weerstand, omdat het vernederend is zoiets opgelegd te krijgen. Hoe meer geld de andere eurolanden aan Griekenland lenen, hoe meer vijandschap maatregelen om dat geld terug te krijgen oproepen. De geldschieters krijgen stank voor dank.

 

Wat er zich tussen Griekenland en de rest van Europa nu afspeelt is echter niet uniek in de geschiedenis. Na de oorlog kregen Nederland en andere West-Europese landen geld van Amerika, de Marshall hulp. Dat was vanwege de grote oorlogsschade, niet omdat die landen zichzelf in de nesten hadden gewerkt. Het geld hoefde ook niet terug betaald te worden. Maar het bracht wel een vorm van afhankelijkheid teweeg. In Frankrijk en Italië werden onder druk van Amerika de communisten uit de regering gezet.

 

Om de Marshall hulp te behouden moest Nederland zijn militaire acties in Indonesië stop zetten en het land onafhankelijkheid gunnen. Heel goed dat de Amerikanen ons daartoe gedwongen hebben, maar dat de Amerikanen steun gaven aan ‘de rooien die ons Indië verkwanselden’ heeft juist bij rechts Nederland tot veel anti-Amerikanisme geleid. Rechts Nederland zag de Amerikanen als een onbeschaafd volk, dat onze jeugd vergiftigde met negermuziek en Hollywood films. De film Rock around the Clock mocht in Gouda alleen gedraaid worden zonder muziek. Those were the days!

 

Maar Nederland heeft zelf later als geldschieter dezelfde ondankbaarheid ervaren. Als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden vonden de Nederlandse Antillen het vanzelfsprekend dat ze vanuit Nederland financieel gesteund werden, zoals Griekenland dat eist omdat men deel uitmaakt van Europa. Curaçao is ons eigen kleine Griekenland.

 

Wanneer Nederland eiste dat er op de Nederlandse Antillen ordelijk belasting werd betaald en de corruptie werd aangepakt, was het huis te klein. Dan werden onmiddellijk het koloniale verleden en de slavernij erbij gehaald, zoals de Grieken de Duitse bezetting aanroepen bij hun claim om gratis geld. Uiteindelijk heeft Nederland de hele staatschuld van de Nederlandse Antillen overgenomen zonder dat er een bedankje af kon. Zover is Griekenland nog niet.

 

Maar voor de Duitsers is de ervaring met de Grieken ook niet nieuw. Toen de Sovjet-Unie bereid was de bezetting van Oost-Duitsland te beëindigen, eisten de Oost-Duitsers dat ze deel werden van de Bondsrepubliek. ‘Wir sind ein Volk’. Ze wilden D-marken om West-Duitse producten te kunnen kopen. Omdat ze op school bij economie alleen van Marx en nooit van Keynes gehoord hadden, realiseerden ze zich niet dat daardoor hun eigen fabrieken stil zouden komen te liggen. Nog voordat de hereniging een feit was, had zich in Oost-Duitsland een economische catastrofe voltrokken. Er zijn vanuit West-Duitsland daarna miljarden in Oost-Duitsland geïnvesteerd zonder dat ze hoefden te worden terugbetaald, maar nog steeds is de werkloosheid in de voormalige DDR veel hoger dan in West-Duitsland.

 

Ook hier leidde de financiële afhankelijkheid tot veel rancune. Veel leidinggevende functies in Oost-Duitsland werden door West-Duitsers bezet. Ik had in 1987 op een congres in Barcelona kennis gemaakt met de gemeentesecretaris van Keulen, en die zag ik ineens op de televisie terug als burgemeester van Leipzig. Mensen uit Beieren kochten panden in Oost-Berlijn, waar de huurders daarna uitgezet werden.

 

Oost-Duitsers gingen zich steeds meer ergeren aan de ‘Besserwessies’, die bepaalden hoe zij moesten leven. En de West-Duitsers ergerden zich eraan dat steeds meer Oost-Duitsers terugverlangden naar de DDR, de ‘Ostalgie’. Onlangs hoorden mijn vrouw en ik nog van leeftijdgenoten in Berlijn dat het in de DDR allemaal veel gezelliger was, ondanks de Stasi.

 

Het summum van Ostalgie zie je bij de verkeerslichten voor voetgangers in Berlijn. Daarbij worden ikoontjes gebruikt die afwijken van de West-Europese standaard, en die bekend staan als het Ampelmännchen. Ze zijn in 1961 ontworpen, het jaar waarin ook de Berlijnse muur werd gebouwd. Na de hereniging lag het voor de hand dat ze vervangen werden door het elders gangbare model, maar dat stuitte op een storm van protest. Oost-Berlijners waren woedend dat men hun dit symbool van de eigenheid van de DDR ook nog af wilde nemen. ‘Wird sind ein Volk’, dat betekende nog niet ‘Wir wollen ein Ampelmännchen’.

 

Die protesten zijn gehonoreerd, zodat Berlijn nu de enige stad is waar in verschillende stadsdelen andere verkeerstekens worden gebruikt. Het Ampelmännchen is een soort cultsymbool geworden, dat op allerlei souvenirs is terug te vinden. T-shirts, badlakens, ballen, stukken zeep, ligstoelen, je kunt het zo gek niet bedenken. Er zijn minstens twee souvenirwinkels die zich erin gespecialiseerd hebben.

 

Het is een veel onschuldiger protest tegen de financiële afhankelijkheid van West-Duitsland dan in Griekenland. Misschien zou Griekenland het over moeten nemen. Maar Ampelmännchen op het Syntagmaplein zouden waarschijnlijk weer als een nieuw symbool van Duitse overheersing worden gezien. Je doet het niet snel goed. 

In Publieke tribune