Verschenen in 'Publieke Tribune' - 16-04-2015
Een moderne maatschappij kan niet functioneren zonder geld. Je moet wel heel ver in de geschiedenis teruggaan om een periode te vinden waarin geld geen rol speelde in de samenleving. Geld maakt het mogelijk om iets voor een ander te doen zonder dat die ander specifiek voor jou iets terugdoet, omdat het als ruilmiddel functioneert.
Van oudsher heeft de overheid zich daarom met geld bemoeid. In monarchieën draagt geld de beeltenis van de vorst, om de echtheid te waarmerken draagt. Bij de Nederlandse euromunten is dat nog steeds zo. Omdat het bij grote betalingen zo’n karwei was met kilo’s munten te slepen, kwam er ook de mogelijkheid die munten in te leveren bij een bank, die er een schuldbewijs voor in plaats gaf, waarmee je ook kon betalen. Dat was gemakkelijk, maar hield wel het risico in dat die bank failliet zou gaan.
Daarom kwamen er centrale banken, waarvan de bankbiljetten zelf als wettig betaalmiddel werden aangemerkt. Zo’n bank moest daar natuurlijk wel toestemming voor hebben, anders kon iedereen geld drukken. In de meeste landen kreeg één bank daarvoor het monopolie, en kwam die bank ook in staatshanden. Bij ons was dat de Nederlandse bank, die met de komst van de euro deel ging uitmaken van de Europese Centrale Bank. Die is verantwoordelijk voor de uitgifte van bankbiljetten in de lidstaten. Niemand hoeft zich zorgen te maken dat die banken failliet gaan, ze kunnen immers altijd geld bijdrukken. Wel kan daardoor het geld minder waard worden.
Inmiddels is het gebruik van munten en bankbiljetten (chartaal geld) voor een groot deel vervangen door giraal geld. Daarbij lever je dan weer munten en bankbiljetten in bij een bank, die dat met een computer bijhoudt. Die computer maakt het ook mogelijk dat er geld van de ene rekening naar de andere wordt geboekt zonder dat daar munten of bankbiljetten aan te pas komen. De bank verdient geld door het haar toevertrouwde geld weer aan anderen uit te lenen tegen een hogere rente. Ze kan ook geld uitlenen door het saldo van een rekeninghouder op te hogen. Zo vindt er geldschepping plaats door particulieren, maar wel onder toezicht van de centrale bank.
In 2008 bleek dat zo’n systeem niet zonder risico’s is. Banken dreigden failliet te gaan, en daarom werden ze gesteund of overgenomen door de overheid, zonder dat dat gebaseerd was op enigerlei wettelijke regeling. Maar de economische gevolgen van het omvallen van een grote bank zouden veel te groot zijn. U en ik zouden onze rekeningen niet meer kunnen betalen, grote bedrijven hun salarissen niet. De banken bleken too big to fail, en hun bestuurders too big for jail.
Na de redding van de banken is er veel gediscussieerd over hoe het anders zou moeten, maar dat heeft betrekkelijk weinig opgeleverd. Men probeert de risico’s te beperken door hogere kapitaalbuffers en zwaarder toezicht. Ook worden bonussen beperkt, omdat die bankiers aan zouden zetten tot het nemen van ongewenste risico’s, waarbij als het goede gaat de winst voor de aandeelhouders is maar wanneer het fout gaat de belastingbetaler ervoor moet opdraaien.
Waarom er dan toch met bonussen gewerkt wordt is mij een raadsel: als er geen gedragsprikkel vanuit gaat is het zonde van het geld, als er wel een gedragsprikkel vanuit gaat kan dat ook bij een lage bonus de verkeerde zijn. Bovendien blijkt vaak dat commissarissen het zo belangrijk vinden om goede maatjes te blijven met de bestuurders dat ze het niet aandurven bonussen te weigeren. Wanneer bestuurders het al te bont maken worden ze ontslagen, maar dan krijgen ze natuurlijk wel een ontslagbonus mee.
Een idee dat regelmatig wordt geopperd is het weghalen van het betaalverkeer bij zakenbanken. Het betaalverkeer wordt dan geregeld door eenvoudige nutsbanken, die geen ingewikkelde dingen doen en gegarandeerd worden door de overheid. Wie meer rendement op zijn geld wil kan terecht bij zakenbanken, maar moet dan niet huilie-huilie doen als het misgaat. Een voorbeeld van zo’n nutsbank was de vroegere Postbank, die eigendom was van de staat.
De ironie wil, dat een van de argumenten voor de privatisering van de Postbank was dat het oneerlijke concurrentie met particuliere banken was dat de saldi bij de Postbank door de overheid gegarandeerd werden. De Postbank heeft echter nooit een beroep hoeven doen op die garantie, de ING Bank waarin de Postbank uiteindelijk is opgegaan moest in 2008 wel om staatssteun vragen.
Sommigen gaan zelf op zoek naar aan bank die past in het profiel van de nutsbank, ook uit afschuw van de hoge salarissen die de bestuurders van ABN en Amro maar meer nog dan die van de ING zich toe-eigenen. Dat valt echter nog niet mee, omdat je dan ook een nieuw rekeningnummer moet kiezen, want het IBAN nummer hoort bij de bank. Uit een piepkleine ‘correctie’ in de Volkskrant van 8 april bleek dat dat in andere Europese landen niet zo is, maar ik heb nergens gelezen wie bepaald heeft dat wij op deze manier overstappen tegen gaan en dus de macht van de banken vergroten.
Wie een nettere bank zoekt kan uitkomen bij de Triodos bank, maar die heeft toch ook zijn bezwaren. Zo kwam de bank onlangs in opspraak omdat men een rekening weigerde aan een nieuwe belangenorganisatie van prostitué(e)s. Daar staat dan tegenover dat de bank wel in homeopathie investeert: liever kwakzalverij dan een eerlijke wip!
Net als de riolering, de waterleiding, het elektriciteitsnet, het spoor en het chartale geldverkeer, dient het girale geldverkeer een taak te zijn van de overheid. Die kan dan ook zorgen voor voldoende geldautomaten en iedereen een rekening gunnen. Je kunt je niet voorstellen dat iemand geen OV-chipkaart kan krijgen omdat hij/zij prostitué(e) of terrorist is, maar bij banken is dat heel gewoon. Dat is uiteraard wat anders dan dat iedereen ook geld kan lenen.
In 2009 heb ik in de Leunstoel en in Socialisme&Democratie bepleit om ABN Amro om te zetten in De Betaalbank. Nu heeft SNS zo’n ambitie. Het kan echter alleen werken als andere banken dan ook hun vergunning voor het betalingsverkeer wordt afgenomen. Anders blijven die too big to fail. Maar een probleem is ook hoeveel zekerheid een garantie door de staat nog biedt.
Totdat Mario Draghi aankondigde dat de ECB alles wat in haar vermogen lag zou doen om de lidstaten te hulp te komen, waren er serieuze zorgen over de financiële betrouwbaarheid van alle landen in de Eurogroep, omdat ze niet over een eigen bank beschikken. Die zorgen zijn nu weg, en blijkens de negatieve rentes in hun tegendeel omgeslagen. Maar bij een ander beleid zouden er weer serieuze zorgen over de kredietwaardigheid van de staat der Nederlanden kunnen ontstaan. Die zorgen nemen toe naarmate de staat meer garanties verstrekt.
Ook bij een door de overheid gegarandeerde bank is je geld dus niet per definitie veilig. Dat zou het wel zijn als je een rekening kon openen bij de ECB. Wanneer die het chartale betalingdsverkeer verzorgt, waarom dan niet het girale?