Zoek op trefwoord :
De monarchie: bron van voortdurend gedonder
Verschenen in 'De Republikein' - 24-09-2013

Voorstanders van de monarchie beroepen zich er vaak op dat deze regeringsvorm politieke stabiliteit garandeert. Maar eerder geldt het omgekeerde. De monarchie is een ondemocratische show die tot spanningen en conflicten blijft leiden.

Wat webben we rond de laatste troonswisseling niet allemaal meegemaakt: verdeeldheid over het ‘Koningslied’, burgemeesters die hun excuses moesten aanbieden aan ten onrechte gearresteerde demonstranten, een voorzitter van de Eerste Kamer die als een Fyra van de rails liep, en gedeputeerde Elizabeth Post van Noord-Holland die doordreef dat haar zoontje een bosje bloemen mocht aanbieden aan koningin Maxima in plaats van het meisje dat daarvoor door het gemeentebestuur van Enkhuizen was uitverkoren.

Gelukkig het land waar daar opschudding over ontstaat, maar het zijn stuk voor stuk kwesties die zich niet hadden voorgedaan wanneer ons land een ordentelijk presidentieel systeem had gekend.

 

Geschiedvervalsing 

Hoezeer ook beweerd wordt dat de koning boven de partijen staat, hij kan in ieder geval één kloof niet overbruggen, die tussen monarchisten en republikeinen. De koning staat per definitie aan het hoofd van de monarchisten. Willem-Alexander brengt zelfs tegenover zijn opponenten niet eens de burgerlijke beleefdheid op die binnen het parlement tegenover politieke tegenstanders normaal is. Een Kamerlid dat zich regelmatig kritisch over uitspraken van het staatshoofd heeft uitgelaten, hoort in deze opvatting dan ook niet de koning welkom te heten in de vergadering van de Staten-Generaal waarin deze de eed aflegt.

Tijdens de troonswisseling willen monarchisten de eenheid van het volk beleven. Elke republikeinse leuze is dan een verstoring van het feestje. Politieagenten handelen dan naar de veronderstelde wil van De Koning in plaats van naar de instructies van de burgemeester. Wie tijdens de beëdiging van de ministers een bordje op zou steken met ‘Kies de minister-president’ heeft daarentegen niets te vrezen.

In een democratische rechtsstaat staan overheidsfuncties open voor iedereen met de nationaliteit van het land. Dat blijkt ook uit de artikelen 1 en 3 van onze Grondwet. Ook in internationale verdragen vindt men dit beginsel terug. Toch reserveert art. 24 van de Grondwet de Kroon voor één familie.

Om hun staatsrechtelijke geweten te sussen, kiezen monarchisten verschillende rechtvaardigingen hiervoor. Een is dat het Huis van Oranje zodanige verdiensten voor Nederland heeft gehad, dat dat een inbreuk op de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat rechtvaardigt. Dit dwingt echter tot voortdurende geschiedvervalsing.

Dit jaar wil men ‘200 jaar Koninkrijk’ vieren. Men negeert zo dat de monarchie teruggaat tot 1806, en men doet dat omdat degeen die toen koning werd geen Oranje was. In 1998 wilde men ook niet vieren dat Nederland 200 jaar daarvoor zijn eerste en meeste democratische grondwet ooit had gekregen, maar herdacht men alleen het slappe aftreksel daarvan dat Thorbecke in 1848 had gepresenteerd. Men erkent niet graag dat essentiële aspecten van ons staatsbestel zoals godsdienstvrijheid en de eenheidsstaat tot stand zijn gekomen nadat de Fransen in 1795 een einde hadden gemaakt aan de Pruisische bezetting en de Oranjes naar Engeland waren vertrokken.

Elke verwijzing naar een lid van Oranjefamilie dat zich minder verdienstelijk heeft gedragen is daarmee een aanval op de legitimiteit van de monarchie. Er zou aanmerkelijk minder aandacht geschonken worden aan de figuur van Bernhard zur Lippe-Biesterfeld wanneer deze niet met Juliana was getrouwd.

Koningin Beatrix toonde zich ook not amused over het boek over haar drie voorvaderen door Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra, en daarmee was alweer een nieuwsfeit geboren. Bij ‘200 jaar Koninkrijk’ zal het weinig aandacht krijgen dat Willem I eerst stage gelopen heeft bij Napoleon toen deze het bestuur van Fulda aan hem toevertrouwde.

 

Wederzijds gedogen

Behalve de historische verdiensten van het Huis van Oranje, worden ook de voortreffelijke eigenschappen van het staatshoofd zelf als argument genoemd om een loopje te nemen met de beginselen van de democratische rechtsstaat. Wanneer er niemand geschikter was voor de functie van staatshoofd dan Koningin Beatrix, dan was het toch eigenlijk alleen maar een formaliteit dat zij niet langs democratische weg benoemd was.

Hier valt toch een hoop tegen in te brengen. Ten eerste: is het niet erg toevallig dat de Nederlander die het meest geschikt is als staatshoofd, nu juist geboren is in Paleis Soestdijk? En geldt die geschiktheid ook voor Koning Willem-Alexander? Bij al het bewieroken van Beatrix konden we toch ook vernemen dat zij een veel betere koningin was dan indertijd haar moeder.

Hoe weten we trouwens dat Beatrix zo goed functioneerde? In een constitutionele monarchie zijn de ministers verantwoordelijk. The king can do no wrong. Dan geldt toch ook: the queen can do no right?

Wanneer de rechtvaardiging van het koningschap mede berust op de persoonlijke voortreffelijkheid van de regerende vorst, doet elk snippertje nieuws dat daaraan afbreuk doet tegelijkertijd afbreuk aan de legitimatie van het staatshoofd. En dat maakt dat soort berichten bijzonder nieuwswaardig. Was Beatrix niet een beetje bemoeiziek? Daar mag de minister-president dan weer een nietszeggende reactie op geven.  

 De constitutionele monarchie zou de oplossing moeten zijn voor het conflict tussen de beginselen van de democratische rechtsstaat en de behoefte om de Nederlandse traditie met een Oranje op de troon te handhaven. Daarbij worden alle besluiten genomen door democratisch gelegitimeerde functionarissen, maar houdt de koning het aanzien dat hij had als regerend vorst. In feite is er sprake van wederzijds gedogen: het staatshoofd gedoogt dat de macht berust bij kabinet en parlement, de politiek gedoogt dat de koning doet alsof hij nog steeds macht heeft. Daarom ondertekent hij wetten en leest hij de troonrede voor.

Elke troonswisseling moet daarom ook de indruk wekken van een heel gewichtige gebeurtenis. Bij de aankondiging van de abdicatie werd de hele televisieavond daaraan gewijd. Er vinden allerlei festiviteiten plaats die in een beschaafd land bij de komst van een nieuwe president niet voorstelbaar zijn. En daarom vond mw. Post het ook zo belangrijk dat háár zoontje bloemen overhandigde aan Maxima.

Maar ook de ministeriële verantwoordelijkheid is een permanente bron van onrust. Regelmatig lezen we dat onder druk van het staatshoofd de regering een bepaald besluit neemt of juist niet neemt, ook onder de zo voortreffelijk functionerende Beatrix. In De Republikein  van april 2011 heb ik daar een lange lijst van voorbeelden van gegeven. De meeste monarchisten hebben daar geen probleem mee, het kabinet is immers altijd verantwoordelijk. Maar wanneer politici zo’n besluit contrecoeur nemen om een crisis te voorkomen, is er geen sprake van een democratisch gelegitimeerd besluit. En wanneer zoiets vermoed wordt, leidt dat dus ook tot gemor.

Je kunt je toch afvragen waarom een premier van een land in crisis die zijn handen vol heeft aan coalitie-overleg, aan overleg met oppositiepartijen, en aan het afsluiten van het ene akkoord na het andere met maatschappelijke organisaties, ook nog zijn tijd moet verdoen aan wekelijks overleg met een mediocre doctorandus in de geschiedwetenschap.

 

Golddiggers

Maar dat is nog niet alles. In een monarchie is het ambt van staatshoofd erfelijk, als ware het een privaat bedrijf. Dat betekent dat het ook een staatszaakis met wie iedereen trouwt die voor de troonsopvolging in aanmerking zou kunnen komen. Je wilt dan iemand van onbesproken gedrag en uit een onbesproken familie. In de praktijk lukt dat vaker niet dan wel. Over de eisen die aan huwelijkskandidaten gesteld mogen worden is men het vaak ook niet eens.

Over een jaar of tien dienen de eerste vriendjes van prinses Amalia zich aan. Dat wordt weer smullen voor de lezers van de roddelpers, terwijl de minister-president zich te weer zal moeten stellen tegen golddiggers als Zur Lippe-Biesterfeld en De Roy van Zuidewijn. Ook dat probleem heb je niet bij een president.

 Conclusie: De monarchie is geen bron van stabiliteit maar van voortdurend gedonder. Het is een show waarbij gedaan wordt of alsof de monarch van grote betekenis is en die positie verdient op grond van eigen verdiensten en van zijn voorouders. Dat roept tegenspraak op. Spanningen ontstaan ook wanneer de indruk ontstaat dat de regels van de constitutionele monarchie niet worden nageleefd, en rond de huwelijkskandidaten van potentiële troonopvolgers. In de media krijgt dat allemaal veel aandacht, en het vraagt tijd die politici beter kunnen besteden.

Maar \'elk nadeel heb zijn voordeel\', en dat geldt ook hier. De monarchie genereert nieuws met een grote amusementswaarde. Dit blad staat er vol mee. Zonder de monarchie geen De Republikein.