Zoek op trefwoord :
Brief Rover HR inzake bussen door de Breestraat
Verschenen in 'Rover' - 08-09-2013

Rover Afdeling Holland Rijnland                        Leiden, augustus 2013

Secretariaat:

Hans van Dam

Leliestraat 57

2313 BE Leiden                                                     College van B&W

                                                                                  Postbus 9110

                                                                                  2300 PC Leiden

 

Geacht College,

 

Met enige tevredenheid namen wij kennis van de besluiten die u genomen heeft over de busroutes door de Breestraat. Wij zijn blij dat de Breestraat als busroute gehandhaafd blijft, met name voor de stadslijnen. Dat getuigt van een prijzenswaardig realisme. Onze ideeën daarover worden in sterke mate bevestigd door het rapport Onderzoek busroutes Leidse binnenstad dat inno-V op 14 juni heeft uitgebracht.

 

Niettemin hebben wij ook nog punten van zorg, zowel voor de korte termijn als voor de lange termijn. Graag willen wij daarom betrokken worden bij het overleg over de verdere implementatie.

 

Wij zijn het ermee eens dat ervoor wordt gezorgd dat de bussen in de toekomst de fietsers niet meer kunnen inhalen en gedwongen worden om niet harder dan 15 km/h te rijden. Dat  was ook de afspraak toen eind jaren ’80 gekozen werd voor een autovrije Breestraat.

 

Wij hebben echter grote twijfels over de keuze voor fysiek gescheiden rijbanen in twee richtingen. Het is hierbij de vraag hoe het gaat met de bevoorrading van de bedrijven aan de Breestraat. Wanneer het vrachtauto’s wordt toegestaan op een van de rijstroken te parkeren, leidt dat tot onaanvaardbare opstoppingen. Bussen kunnen er dan niet door, en fietsers zullen hun eigen weg zoeken, wat levensgevaarlijke gevolgen kan hebben.

 

Het is ook de vraag wat de consequenties hiervan zijn voor bromfietsen en scooters. Dienen deze zich ook aan de 15km limiet te houden, en hoe gaat men dat handhaven? Of wordt de Breestraat gesloten voor deze vervoermiddelen? Ook dan is er een handhavingsprobleem.

 

Daarnaast betekent het dat het niet mogelijk is dat bussen halteren op een van de rijstroken. Dat leidt tot onaanvaardbaar oponthoud voor fietsers, en zal dezelfde levensgevaarlijke situaties opleveren als wanneer vrachtwagens op een van de rijstroken geparkeerd staan. Dat betekent dat de huidige halte voor de bussen in de richting Station bij de Korenbrugsteeg verplaatst zal moeten worden naar een gedeelte van de Breestraat dat breed genoeg is om in een (gedeeltelijkje) kom te halteren.

 

Wij pleiten ervoor deze bussen te laten halteren in een kom in de buurt van V&D, ongeveer tegenover de bestaande halte voor de bussen in de richting Korevaarstraat. Naast het feit dat daarmee de halterende bussen de fietsers niet blokkeren, heeft een halte daar een aantal andere voordelen:

 

-       De halte komt dichter bij het centrum van het kernwinkelapparaat en bij het ‘zwerfgebied’ te liggen, wat klanten aantrekt die met het OV reizen;

-       De haltes in de richting Station worden beter gespreid over het traject;

-       De haltes aan de Breestraat komen dichter bij elkaar te liggen, wat de situatie overzichtelijker maakt voor busreizigers die ter plaatse niet bekend zijn.

 

Wat betreft de situatie op langere termijn, kunnen wij in principe onderschrijven dat onderscheid wordt gemaakt tussen de stadsbussen en de streekbussen, waarbij de stadsbussen door de Breestraat rijden en de streekbussen inclusief de R-netlijn Zoetermeer-Leiden Centraal over het tracé Hooigracht-Langegracht worden geleid. Zoals u al aangeeft in uw brief van 25 juni is echter vooral voor het zuidelijk deel van de Hooigracht (vanaf de Jan van Houtbrug tot aan de Ir. Driessenstraat) eerst een volledige reconstructie van het wegprofiel en de kruispunten nodig. Wij onderschrijven uw inschatting dat daarbij rekening moet worden gehouden met een uitvoeringstermijn van zeker 3 tot 5 jaar. Zeker nu de herprofilering rekening moet houden met het inrichten van de Hooigracht als onderdeel van de Fietsrondweg.

 

Bij de andere route van de streekbussen hebben wij echter wel twee bedenkingen. In de eerste plaats wordt nu voorgesteld de streekbussen via het HoLa tracé te leiden voordat er een alternatief is voor de auto’s op de Hooigracht. Wij hebben ernstige twijfels of dat goed kan gaan, ook wanneer het totaal aantal auto’s wordt beperkt door de afstelling van de verkeerslichten. Vooral tijdens de spits is de Hooigracht overvol. Het zal moeilijk zijn automobilisten ertoe te bewegen een andere route te kiezen. Een bijkomend probleem is dat volgens het rapport van de Grontmij laden en lossen vertragingen van 1,5 tot 3 min. kan opleveren (p. 23). Het is ons niet duidelijk hoe u een behoorlijke doorstroming van de streekbussen denkt te kunnen waarborgen.

 

In de tweede plaats blijkt dat bij het door u als maximum gestelde aantal bussen niet alle stadslijnen met een voldoende hoge frequentie door de Breestraat zullen kunnen rijden. Stadslijnen zijn de lijnen die de Leidse wijken en de andere delen van de Leidse agglomeratie met het station en de Breestraat / Kort Rapenburg verbinden. Dat zijn thans de lijnen 1 t/m 6, 45 en 186/187.

 

In de door inno-V gepresenteerde basisvariant (p. 21) verliezen Zuid-West, de Merenwijk, Oegstgeest, Roomburg en Meerburg hun busverbinding met het centrum van het Kernwinkelapparaat. Het lijkt erop dat inno-V zich niet gerealiseerd heeft dat hoewel 186/187 als eindpunt Gouda heeft, deze lijnencombinatie binnen de Leidse agglomeratie een ontsluitende functie vervult. Dat komt ook erin tot uitdrukking dat na zes uur de helft van deze bussen niet verder rijdt dan de Annahoeve. De ontsluitende functie van 186/187 kan nog versterkt worden met een aanpassing van de route zodanig dat ook de Raadsliedenbuurt en de Vogelwijk wordt aangedaan.

 

Het leiden van de stadlijnen door de Breestraat betekent ook dat Leiderdorp-Noord en De Kooi een rechtstreekse verbinding met de Breestraat moeten krijgen. Dat kan door een andere koppeling aan de verbinding met Voorschoten. Voor wie dat futiel vindt: dat kan nu net het verschil zijn of iemand zelfstandig met het OV kan reizen of een beroep moet doen op het WMO-vervoer. 

 

Wat betreft de Witte Singel: wij gaan ervanuit dat de te exploiteren Kennislijn hoe dan ook de Universiteitsbibliotheek zal aandoen, zodat het niet meer nodig is dat lijn 1 via de Witte Singel rijdt, en de Professoren/Burgemeesterswijk en de Stevenshof weer elk kwartier een verbinding net de Breestraat krijgen. Deze kennislijn maakt het voorgenomen gebruik van de Witte Singel voor twee stadslijnen ook niet langer mogelijk, omdat de Witte Singel slechts maximaal één kwartierdienst kan verwerken.

 

Wij onderschrijven daarmee de door u ingeslagen weg, maar we hebben nog veel twijfels en bezwaren die moeten worden weggenomen voordat we echt met de plannen kunnen instemmen.  We hopen spoedig te worden uitgenodigd voor een gesprek daarover.

 

Met vriendelijke groet,

 

 

 

Hans van Dam                                                       Paul Bordewijk

secretaris                                                                 voorzitter