Zoek op trefwoord :
Inconsistenties van Bolkestein
Verschenen in 'Intermediair' - 18-05-2000

In De Volkskrant van 10 mei stelt Frits Bolkestein de verwachte uitputting van de wereldvoorraden olie en gas aan de orde. Hij grijpt daarbij terug op de voorspellingen van de Club van Rome uit de jaren zeventig. Die zijn nog niet uitgekomen, maar dat is alleen uitstel van executie.

Bolkestein wijst op een aantal inconsistenties in het Nederlandse beleid om ter wille van het milieu meer elektriciteit uit olie en gas te gaan opwekken. In het licht van de afnemende voorraden is dat een korte-termijn oplossing voor een lange-termijn probleem. Het is ook weinig zinvol, wanneer wij op de vrije Europese energiemarkt steeds meer stroom uit het buitenland gaan betrekken die is opgewekt door kolenverbranding of kernsplitsing.

Bolkestein ontkomt zelf echter ook niet aan inconsistenties. Hij pleit voor meer gaswinning: “Hoe minder Nederland boort, des te eerder is het gas op.” Maar juist door nu niet te boren, bewaren we gas voor later, en dat zal als de nood aan de man komt echt gewonnen gaan worden. De Waddenbeweging kan dit nu alleen maar tegenhouden omdat we het gas nog niet echt nodig hebben.

Bolkestein blijft ook voorstander van een vrije markt. Die verergert echter het probleem. Op een vrije markt probeert iedereen om energie zo goedkoop mogelijk aan te bieden. En dat leidt hoe dan ook tot meer consumptie.

Aan de ene kant maakt de overheid dat energiebedrijven van alles doen om hun mensen harder te laten werken om zo goedkoper te kunnen leveren. Vervolgens legt diezelfde overheid regulerende heffingen op om te stijging van de consumptie tegen te gaan. Een schizofreen is nooit alleen!

Een vrije markt dwingt de energiesector ook om de makkelijkst beschikbare vormen van energie het eerst op te maken. Toen er nog sprake was van een nationale regie, werd er juist gestreefd naar duurzaamheid en diversificatie, en had men daar geld voor over. De projecten die in dat kader zijn geëntameerd, zoals stadsverwarming en import van waterkrachtenergie uit Noorwegen, passen echter niet meer bij de huidige organisatie van de energiesector, en worden smalend bakstenen genoemd.

De echte paradox is dat Nederland als nationale staat verplichtingen op zich heeft genomen in het kader van het Internationale Klimaatverdrag, maar dat we in het kader van de Europese integratie veel bevoegdheden hebben weggegeven die het ons mogelijk maken de verplichtingen uit dat verdrag na te komen.

Hier zijn twee oplossingen voor. We kunnen Europa partner maken in het Klimaatverdrag. Dan moet de Europese Unie de mogelijkheden krijgen om een energiebeleid te voeren. In theorie is dat prachtig, maar het zou in de praktijk betekenen dat de Europese Commissie bepaalt of en er waar er kerncentrales komen, om te beginnen in Nederland. Dat lijkt me een prima methode om de latente weerzin van de Nederlandse bevolking tegen Europa op het Malieveld tot uitdrukking gebracht te krijgen.

Energiebeleid kan daarom beter nationaal worden gevoerd binnen het kader van het Klimaatverdrag. Maar het moet dan niet geremd worden door Europees marktfundamentalisme.