Zoek op trefwoord :
Houd de binnenstad bereikbaar
Verschenen: 07-08-2012

De wereld beleeft niet alleen een economische crisis, maar
ook een ecologische. Daarom proberen we het gebruik van fossiele brandstoffen
te beperken, bij voorbeeld door mensen te stimuleren de auto te laten staan en
de bus te nemen. Openbaar vervoer is ook belangrijk om mensen die om welke
reden dan ook geen auto hebben of niet kunnen fietsen, in staat te stellen mee
te doen. Het is een basisvoorwaarde om mensen in staat te stellen zich
zelfstandig te verplaatsen.
Toch staat het openbaar vervoer onder druk. De subsidies
worden verlaagd. Maar er is ook een tendens het openbaar vervoer minder ruimte
te geven. Het Leidse gemeentebestuur wil geen bussen meer door de
Walenkamptunnel, de Stationsweg en de Steenstraat. Daar zijn best argumenten
voor, maar het is minder duidelijk waar de bussen dan heen moeten. Om in de
Breestraat te komen zullen er bussen in twee richtingen over de Turfmarkt
moeten gaan rijden.
Maar men wil ook minder of zelfs geen bussen in de Breestraat.
Dan kan de Breestraat een mooiere aankleding krijgen, en dat zou de winkeliers
moeten helpen, die het niet allemaal even makkelijk hebben.
Daarbij vergeet men dat de Breestraat niet alleen een
winkelfunctie heeft, maar vanouds ook een belangrijke verkeersfunctie. Dat was
voor winkeliers juist reden zich aan de Breestraat te vestigen. Eind jaren
tachtig heeft de gemeenteraad besloten die verkeersfunctie tussen 11 en 18 uur
te beperken tot fietsers en bussen. De Breestraat is toen veel rustiger geworden,
maar het leidde ook tot rancune bij automobilisten: waarom zij wel en wij niet?
Sindsdien worden steeds nieuwe pogingen ondernomen de bussen
uit de Breestraat te weren. Het ultieme middel daartoe was de RGL: die werd zo
gepland dat busverkeer in de Breestraat onmogelijk werd. Waar de bussen dan wel
moesten rijden, bleef onduidelijk. Mede daarom heeft Rover zich in Leiden zich
steeds tegen de RGL gekeerd, net als sommige bedrijven. In De Nieuwe Schaar
hangt nog steeds een paneel waarop kleermaker Nuretdin Karaardic de vrees uit
dat juist door de RGL zijn klanten hem niet meer zouden kunnen bereiken.
Nu de RGL niet doorgaat, is het echter nog steeds niet zeker
dat er in de Breestraat bussen blijven rijden. Het referendum dreigt in dat
opzicht voor niets te zijn geweest. Het OV wordt alleen als een last gezien, en
niet als een lust. Toch zijn de bussen heel belangrijk om klanten naar de
Binnenstad te brengen. Daarvan profiteren niet alleen de winkeliers aan de
Breestraat, maar ook die aan de Nieuwe Rijn en de Haarlemmerstraat. Ook voor de
bereikbaarheid van het Stadhuis, de Stadsgehoorzaal en de nieuwe vestiging van
het Da Vinci college is het essentieel dat je vanuit de hele agglomeratie met
de bus in de Breestraat kunt komen.
Voor de OV-bereikbaarheid geldt in Leiden als norm dat de
meeste mensen op minder dan 500 m van hun huis een halte moeten hebben.
Zonder de halte Breestraat voldoet het centrum van het kernwinkelgebied daar niet aan.
Dat wordt dan de slechtst bereikbare plek van Leiden.
Ook als je de bussen handhaaft valt er best wat aan de
inrichting van de Breestraat te doen. Het is natuurlijk niet handig dat er
juist in het smalle gedeelte van de Breestraat een bushalte ligt. Dat belemmert
de doorstroming van de fietsers, maar verplaatsing naar het noorden heeft ook
vervoerskundige voordelen.

Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel in de Breestraat. De mensen
van Het Steentje willen hun winkel houden terwijl de gemeente daar juist van af
wil. En V&D laat met zijn verbouwing zien dat het voor winkels wel degelijk
aantrekkelijk kan zijn om een bushalte in de buurt te hebben.
In Leidsch Dagblad 7 augustus 2012