Zoek op trefwoord :
Blind gestaard
Verschenen in 'Intermediair' - 15-06-2000

Wim Kok kon het vroeger zo mooi zeggen. In de tijd dat hij voorzitter was van het FNV, en daarna als fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid, verweet hij de eerste twee kabinetten Lubbers ‘zich blind te staren op het financieringstekort’. In plaats van te bezuinigen op onderwijs en te korten op de uitkeringen, moesten ze zorgen voor meer werkgelegenheid.

Toen Wim Kok zelf minister van Financiën was geworden in het derde kabinet Lubbers, bleek echter alras dat het financieringstekort wel degelijk serieus genomen moest worden. Hij koos zelf voor ingrijpende bezuinigingen, en was ook medeverantwoordelijk voor het vastleggen van strenge normen voor overheidsschuld en financieringstekort in het Verdrag van Maastricht.

Tegenwoordig beschrijft de PvdA haar eigen geschiedenis alsof er pas ernst werd gemaakt met de terugdringing van het financieringstekort toen Kok minister van Financiën was geworden, en alsof dat het was wat de PvdA bij de Kamerverkiezingen van 1989 bedoeld had met ‘Tijd voor een ander beleid’.

Hoezeer de PvdA zich intussen zelf blind staart op het financieringstekort, blijkt uit de positie die men kiest nu dit tekort – door de overschotten bij de sociale fondsen - zo ongeveer tot nul is teruggedrongen. Terwijl anderen pleiten voor een financieringsoverschot, om zo de schuld uit het verleden af te betalen en in de toekomst minder rentebetalingen noodzakelijk te maken, noemt Melkert dat ‘rentenieren’, en pleit hij voor investeringen in het onderwijs. Hij schijn laatst op een school te zijn geweest, en daar erg te zijn geschrokken.

Daaruit blijkt, dat de PvdA zelf een blinde vlek gekregen heeft voor de macro-economische functie van de rijksbegroting. De afgelopen tien jaar heeft men zich afgekeerd van de functie die het financieringstekort kan vervullen in een situatie van onderbesteding. Nu dreigt overbesteding, maar wil men evenmin weten van de functie van een financieringsoverschot bij de bestrijding daarvan.

De krapte op de arbeidsmarkt neemt toe, en dat wordt nog bevorderd door de voor volgend jaar beloofde belastingverlaging. Daardoor dreigt inflatie – de bouwprijzen stijgen al gigantisch – en krijgen werknemers in kwetsbare sectoren als het onderwijs en de zorg steeds meer goed betaalde alternatieven aangeboden in de wereld van Peter Stuyvesant.

Voordat de Euro een feit was, had Nederland hierop kunnen reageren door de rente te verhogen of door te revalueren t.o.v. de Duitse Mark. Het laatste is per definitie onmogelijk geworden, het eerste is een zaak van de Europese Centrale Bank, die rekening moet houden met landen waar het veel minder goed gaat dan in Nederland. De enige maatregel die over blijft is afremmen van de vraag, door meer belasting en premie te heffen dan de overheidssector uitgeeft. Het is mooi meegenomen dat men daarmee de staatschuld reduceert, maar ook wanneer er geen staatsschuld was, zou het nog verstandig zijn. Men vormt dan overheidsvermogen.

Ooit werd dat gepropageerd door socialisten als Hofstra, en juist bestreden door rechtse politici uit de KVP, die vonden dat het geld in de portemonnee van de burger moest blijven. Kennelijk spelen de twee teams nu de andere kant op.