Zoek op trefwoord :
Minder ambtenaren?
Verschenen: 24-12-2010

Politici die moeten bezuinigen of geld zoeken voor nieuwe taken laten al snel het oog vallen op het aantal ambtenaren. Het vierde kabinet Balkenende koos al voor een bezuiniging van € 0,75 miljard, waarvan trouwens onduidelijk is hoeveel er nu precies van is gerealiseerd. Volgens het nieuwe regeerakkoord moet een kleinere overheid € 6,6 miljard per jaar opbrengen, overigens niet alleen door minder ambtenaren maar ook door bij voorbeeld minder JSF’s .
De vraag is natuurlijk of dat allemaal maar kan. Er zijn genoeg voorbeelden van disfunctioneren van de overheid die de vraag oproepen of er niet juist te weinig ambtenaren zijn. Er is onvoldoende politiecapaciteit om achter alle gemelde misdrijven aan te gaan, en zelfs om te zorgen dat veroordeelden hun straf ook daadwerkelijk uitzitten. Onze hoogontwikkelde consumptiemaatschappij is onvoldoende in staat om in te grijpen in gezinnen waar kinderen verwaarloosd en mishandeld worden. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is in het verleden niet in staat gebleken om zodanige afspraken te maken dat de voor miljarden aangelegde HSL ook doelmatig gebruikt wordt.
Daar staat tegenover dat de overheid de eenvoudige burger ook in situaties brengt die nodeloos gecompliceerd zijn. Wie zijn hele werkende leven bij één werkgever heeft doorgebracht, ontvangt daarna AOW plus een bedrijfspensioen, waarop allebei afzonderlijk belasting en premie voor de ziektekostenverzekeringswet inhouden, zodat daarna weer een afrekening met de belastingdienst plaats vindt om de totale heffing met het totale inkomen in overeenstemming te brengen. Dat moet beter te organiseren zijn, en dat spaart personeel.
Maar er is ook de continue stroom van beleid die vanuit Den Haag over de samenleving neerdaalt. Nu is dat ook nodig in een sterk gedifferentieerde samenleving die aan snelle veranderingen onderhevig is. Maar dat is niet het hele verhaal. Veel regelgeving is ook het product van de scoringsdrang van politici. Van ministers wordt verwacht dat ze in hun regeerperiode ten minste één stelselherziening tot stand brengen, anders hebben ze ‘alleen op de winkel gepast’.
Tweede-Kamerleden gebruiken hun tijd niet zo zeer om hier tegenwicht tegen te bieden, maar om eigen initiatieven te nemen. Met moties, amendementen, en bij voorkeur een initiatiefwetsontwerp waar de eigen naam voor eeuwig aan verbonden blijft. In Politiek handwerk beschrijft Bert Middel precies wat je moet doen om een motie op je naam te krijgen. Een prachtig voorbeeld van deze manifestatiedrang van Kamerleden vinden we bij de 500 animal cops die PVV-kamerlid Dion Gaus heeft bedongen bij de kabinetsformatie. Ook het Nationaal Historisch Museum was de vrucht van de scoringsdrift van Tweede-Kamerleden. Dat gaat nu niet door, maar de ambtenaren blijven.
Ook bij gemeenten zie je een hoop ADHD gedrag bij politici. Raadsleden vragen om beleidsnota’s zonder dat er geld is voor nieuw beleid, waarmee ze ambtenaren dwingen om teksten op te stellen alsof er heel wat gaat gebeuren, maar waarbij men uiteindelijk niet verder komt dan een experiment waarmee een aanzet gegeven wordt, zonder dat men weet wat er moet worden gedaan wanneer het experiment slaagt. Wethouders starten projecten op waar uiteindelijk geen geld voor blijkt te zijn. Men organiseert inspraakprocedures over plannen waar de bestuurders onderling over hebben afgesproken dat er geen tittel of jota aan wordt veranderd: geen slappe knieën. Inspraak is een ‘hobbel’ die genomen moet worden, maar het kost ambtenaren wel zeeën van tijd om op alle kritiek plichtmatige antwoorden te geven, die nooit de strekking mogen hebben dat de inspreker volkomen gelijk heeft.
Dergelijke verschijnselen zie je vooral bij grote gemeenten, en het is daarom een misverstand dat fusie van gemeenten (of provincies) tot besparingen leidt. In tegendeel: hoe groter de gemeente, hoe sterker de versnippering van het ambtelijk apparaat, hoe minder kennis van de feitelijke situatie, hoe groter de behoefte aan meer hiërarchische lagen en staffuncties. De nieuwe Randstadprovincie die het kabinet wil zal te weinig kennis hebben van de problemen die ze op moet lossen, en tegelijkertijd ondergaan in coördinatieproblemen met het Rijk.
Tegenwicht tegen ondoordacht kabinetsbeleid komt meer van de Eerste Kamer dan van de Tweede. In de Eerste Kamer zit je dan ook omdat je iemand bent, terwijl leden van de Tweede Kamer iemand zijn omdat ze in de Kamer zitten. Maar dan moeten ze wel aan hun bekendheid werken. Dit is overigens geen pleidooi om de Tweede Kamer op te heffen. Als je dat doet gaat de Eerste Kamer zich gedragen als nu de Tweede Kamer.
Politieke scoringsdrift is ook niet de enige bron van de regelmanie. Er gaat in de maatschappij nu eenmaal veel anders dan we willen. Media scoren met misstanden in de samenleving, en eisen dan ook dat er onmiddellijk maatregelen worden genomen. Steeds worden op het niveau van het Rijk de bestuurders daarvoor verantwoordelijk gehouden, ook wanneer we net hadden afgesproken iets te decentraliseren. We zien daarbij een sterke drang op politici om elk risico en elke vorm van pech uit te sluiten. Daarbij zien we een geloof in de maakbaarheid van de samenleving waar de jaren zeventig van de vorige eeuw niets bij waren. Soms wordt daarom eenzelfde wet aangenomen om hetzelfde te regelen als in een vorige wet. Sinds oktober vorig jaar geldt de Wet WIJ, die jeugdwerkloosheid onmogelijk zou moeten maken, maar volgens het nieuwe regeerakkoord moet die nu alweer worden aangescherpt.
Voor al die regels die voortvloeien uit deze politieke scoringsdrift zijn ambtenaren nodig, om ze te ontwerpen, om interdepartementaal overleg te voeren, maar vooral om ze uit te voeren. Daarbij ontstaan allerlei doublures. Bekend is dat er gezinnen zijn waar een heel leger zorgverleners over de vloer komt, zonder dat het probleem wordt opgelost. Wanneer er een huisdier is, zullen ook de animal cops van Dion Gaus zich daarbij voegen. Die animal cops gaan de bestaande dierenbeschermers trouwens ook nog behoorlijk in de weg lopen.
Soms leiden ook pogingen de bureaucratie te beteugelen tot nieuwe bureaucratie. Amerika kent de Paperwork Reduction Act. Wie Amerika in wil, moet een groen formulier invullen, en daar staat in kleine lettertjes op te lezen:
Paperwork Reduction Act Statement: An agency may not conduct or sponsor an information collection and a person is not required to respond to this information unless it displays a current valid OMB control number. The control number for this collection is 1651-0111. The estimated average time to complete this application is 8 minutes per respondent. If you have any comments regarding the burden estimate you can write to U.S. Customs and Border Protection, Asset Mangement, 1300 Pennsylvania Avenue, NW, Washington DC 20229.
Zo houden ambtenaren elkaar leuk bezig. Maar ergens moet er in Amerika een (ex-)senator rondlopen die ontzettend trots is dat hij dit voor elkaar heeft gekregen.
De hectiek van politiek en media leidt tot een behoefte aan veel ambtenaren, maar die behoefte is niet constant. Soms is een onderwerp ‘hot’, soms vervliegt de politieke belangstelling. De ambtenaren die zijn aangetrokken toen het onderwerp in de belangstelling stond, dreigen zich dan te gaan vervelen. Ze beleggen strategieconferenties om zelf tot initiatieven te komen waarmee het departement zich kan profileren.
In Mijn jaren als bevelhebber beschrijft Hans Couzy hoe na de val van de muur het Nederlandse leger een nieuwe ‘markt’ zocht voor de levering van zijn producten. Die markt vond men in Srebrenica. Zo bestaat ook de Benelux nog steeds, hoewel daar tussen de Taalunie en de Europese Unie nauwelijks emplooi voor is. Vergeten op te heffen! Maar ook in de lange bezuinigingslijst bij het regeerakkoord zal men opheffing van de Benelux vergeefs zoeken.
Een eerste voorwaarde voor minder ambtenaren is dus minder politieke scoringsdrift. Minder politici helpt daarbij, en het regeerakkoord wil dat ook. Zonder Dion Gaus hadden we al weer 500 ambtenaren minder nodig. Tegelijkertijd is het regeerakkoord absurd gedetailleerd, waarbij soms de ambitie alles te willen regelen verzandt in komische nietszeggendheid: ‘De bereikbaarheid van huisartsen dient te verbeteren. Daartoe worden initiatieven ondersteund die de bereikbaarheid verbeteren.’ Wat u zegt, buurvrouw! Om het regeerakkoord uit te voeren zijn veel task forces, projectgroepen en interdepartementale overleggen nodig, en daarvoor zijn de ambtenaren nodig waar men tegelijkertijd vanaf wil.
Maar wanneer het toch zou lukken om het aantal ambtenaren verder te verminderen, is het ook de vraag of de opbrengst wel gebruikt moet worden om het financiële tekort te verminderen. Daarvoor zijn er in de collectieve sector veel te veel lacunes.

Verschenen onder de titel 10 - 1 = 11 in De republikein december 2010.