Zoek op trefwoord :
Stemmen op zijn Frans
Verschenen in 'Socialisme & Democratie' - 01-08-2010

Het Nederlandse staatsrecht leidt tot lange kabinetsformaties, met uitkomsten die vaak niet door de kiezer zijn voorzien toen die zijn stem uitbracht. Ook nu verkeren we weer eens in zo’n situatie. Vaak kijken we dan ook met jaloezie naar landen waar de kiezer beslist welke regering er komt, zoals Groot-Brittannië en Amerika. Misschien moeten we echter ook eens kijken naar het stelsel waarmee in Frankrijk gemeenteraden worden gekozen.
Er zijn twee manieren om de kiezer te laten beslissen wie er bestuursmacht krijgt: het kiesstelsel voor het parlement kan meerderheidsvorming in de hand werken, of de kiezer kan zich buiten de parlementsverkiezingen om uitspreken over de regeringsvorming.
Het meest besproken voorbeeld van het eerste is het Britse districtenstelsel, waar in elk district de parlementszetel gaat naar de kandidaat met de meeste stemmen, ook wanneer deze geen meerderheid achter zich krijgt. Het stelsel leidt meestal tot een meerderheid voor één partij in het Lagerhuis, maar juist de laatste verkiezingen laten zien dat het ook anders kan. Een groot bezwaar is dat het stelsel partijen benadeelt waarvan de aanhang sterk over het land verspreid is. Dat is niet eerlijk en daarom zijn het vooral de Britse geestverwanten van D66 die pleiten voor evenredige vertegenwoordiging.
Amerika is een voorbeeld van een land waar de kiezer zich buiten de parlementsverkiezingen om uitspreekt over de regering. Het betekent dat de ministeriële verantwoordelijkheid zoals wij die al anderhalve eeuw kennen, daar niet bestaat. Het parlement heeft niet de mogelijkheid om de regering naar huis te sturen wanneer een aangenomen motie niet wordt uitgevoerd. Omgekeerd kan de regering bij het maken van wetgeving niet van tevoren rekenen op een zekere welwillendheid van het parlement, en kan de stemming daar zelfs destructief vijandig zijn wanneer de partij van de president er geen meerderheid heeft. Het stelsel vereist een scherpe scheiding van de bevoegdheden van regering en parlement, wat tot veel juridisering leidt.
Daarom is het opmerkelijk dat het stelsel dat geldt bij de Franse gemeenteraadsverkiezingen nooit in de discussie betrokken wordt. In dat stelsel wordt de helft van de zetels verdeeld op basis van evenredigheid; de andere helft gaat naar de lijst waarop de meeste stemmen zijn uitgebracht. De kiezer bepaalt dus welke partij(combinatie) er aan de macht komt, maar de ministeriële verantwoordelijkheid blijft in stand.
Een variant daarop die aansluit bij de Nederlandse constitutionele traditie zou het volgende zijn. Eerst wordt de Tweede Kamer gekozen volgens de huidige regels. Daarna wordt de Eerste Kamer gekozen, waarbij alle zetels toevallen aan de partijcombinatie die de meeste stemmen krijgt; daarbinnen worden ze verdeeld zoals dat nu ook gebeurt bij verbonden lijsten. Net als nu zijn de leden van de Tweede Kamer fulltimers en die van de Eerste niet.
Alleen de Verenigde Vergadering kan het vertrouwen opzeggen in het kabinet of in een minister, bijvoorbeeld wanneer de coalitie uiteenvalt. Wetsvoorstellen worden in eerste instantie behandeld door de Tweede Kamer. Wanneer een amendement voor het kabinet onaanvaardbaar is of wanneer de Tweede Kamer een wetsontwerp verwerpt, kan het kabinet het voorleggen aan de Verenigde Vergadering. Daarbij geven de leden van de Eerste Kamer dan de doorslag, die het wetsvoorstel met een zekere welwillendheid zullen bekijken, maar ook met meer distantie dan hun partijgenoten in de Tweede Kamer.
Op deze manier bepaalt de kiezer rechtstreeks welke combinatie van partijen gaat regeren, blijft de ministeriële verantwoordelijkheid in stand en hebben alle kiezers evenveel invloed op de uitslag, onafhankelijk van het district waar ze wonen. Wat wil je nog meer?
In S&D juli/augustus 2010