Zoek op trefwoord :
De dynamiek van de burgemeester
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 13-10-2009

Minister Guusje ter Horst vindt dat burgemeesters niet langer dan drie benoemingsperiodes in één gemeente mogen functioneren. Zij heeft overwogen daar de gemeentewet voor te wijzigen, maar daarvan afgezien. Dat laatste, daar ben ik blij om.
In de eerste plaats: voor welk probleem is dit nu een oplossing. Volgens Ter Horst moet worden voorkomen ‘dat er door een langdurige aanstelling in een gemeente te weinig uitdaging is in de samenwerking tussen de gemeenteraad en de burgemeester. Een wisseling van de burgemeesterspost kan dan zorgen voor een nieuwe bestuurlijke dynamiek.’
Maar waarop baseert Ter Horst nu eigenlijk dat dit een probleem is? De rol die de burgemeester heeft ten aanzien van de gemeenteraad is die van onafhankelijk voorzitter. Die moet vooral rust en ervaring uitstralen. Hoezo dynamiek? Veel burgemeesters raken juist door hun dynamiek in conflict met de raad. Wanneer er al dynamiek gewenst is, zorgt de wisselende samenstelling van de gemeenteraad daar wel voor. Gemeenteraden zijn elke vier jaar anders samengesteld, met andere gezichten en met andere politieke meerderheden. Van de burgemeester wordt juist verwacht dat een beetje in goede banen te leiden.
Het is nu de gemeenteraad die moet bepalen of een burgemeester na achttien jaar nog over voldoende spankracht beschikt. Ik zie niet waarom dat recht bij de gemeenteraad moet worden weggehaald. Is Ter Horst soms gefrustreerd dat ze nog maar zo weinig over burgemeestersbenoemingen te zeggen heeft, en zoekt ze op deze manier een muizengaatje om zich er toch weer mee te bemoeien? Zoals Commissarissen van de Koningin ook vaker waarnemers benoemen, want daarbij spelen ze een veel grotere rol dan bij ‘vaste’ burgemeesters.
Het voorstel maakte ook een beetje de indruk dat er ambtenaren aan het werk moesten worden gehouden. Ter Horst heeft geen enkele ambitie voor echte hervormingen in het binnenlands bestuur. Maar er moet wel wat te doen blijven aan de Schedeldoekshaven. Je kunt je toch niet voorstellen dat de Gemeentewet vier jaar ongewijzigd blijft.
In dezelfde brief kondigde Ter Horst aan de wet te willen wijzigen om voor te schrijven dat waarnemend burgemeesters de Nederlandse nationaliteit moeten hebben. Ook een oplossing voor een non-probleem. Het is trouwens niet duidelijk of dit alleen zou moeten gelden voor door de Commissaris benoemde waarnemers, of ook voor wethouders die als loco-burgemeester optreden. Alleen met de studie daarover houd je al een paar man van de straat.
Mijn grootste bezwaar is echter dat er hier opnieuw een mechanisme zou worden gecreëerd waardoor mensen voortijdig aan de kant komen te staan, en ze niet in staat worden gesteld tot hun 65ste jaar te blijven werken. Terwijl dat aan de andere kant wel van ze verwacht wordt, en Ter Horst als lid van het Kabinet de voorstellen steunt om daar 67 van te maken. Bij ambtenaren gaat het opgelegde ontslag bij 65 jaar verdwijnen.
Het zullen vooral vijftigers zijn die na drie perioden niet mogen worden herbenoemd. Die zullen echt niet gemakkelijk aan een nieuwe baan komen. Voor lage functies zijn ze te veel gewend om gehoorzaamd te worden, voor hoge functies hebben ze zich onvoldoende bewezen. Als ze in een andere gemeente burgemeester willen worden, zullen ze het vaak verliezen van een jongere kandidaat. Voor sommigen zal er plaats zijn in het waarnemerscircuit, maar dat is ook eindig.
Ter Horst legitimeert met deze opvatting een veel te vaak voorkomende praktijk, waarbij ouderen voortijdig het veld moeten ruimen vanwege afkeer van vergrijzing en vage ideeën over dynamiek. In feite is een ambtstermijn voor burgemeesters alleen zinnig wanneer de benoemingsperiode samenvalt met die van de raad. Als je dat laatste niet wilt, schaf dan de ambtstermijn af. Hebben de ambtenaren op BZK toch nog wat te doen.

In Overheidsmanagement oktober 2009.

U kunt reageren via www.overheidsmanagement.nl , klik daarna op weblogs.