Zoek op trefwoord :
De uitstraling van de RijnGouwelijn
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 22-05-2009

Het zit de voorstanders van de RijnGouwelijn niet mee. Heeft de provincie Leiden tot de orde geroepen, willen ze in Katwijk en Noordwijk niet meewerken. Het argument van onze eigen raadsleden dat Leiden wel moest capituleren omdat anders de verhouding met de omringende gemeenten in gevaar kwam, komt zo in een raar daglicht te staan. Katwijk is de grootste buurgemeente en juist degene die via de RGL met Leiden verbonden zou worden.
Gaat John Steegh nu druk uitoefenen op Katwijk zijn bezwaren in te slikken? En komt dan het college van Katwijk met het verhaal dat Katwijk wel mee moet werken omdat anders Leiden boos wordt? Dat lijkt me een fraaie vertoning.
De bezwaren van Katwijk en Noordwijk zijn primair dat ze die grote bakbeesten niet in hun dorpskern willen hebben. Maar daarbij speelt ook mee dat uit de cijfers van de provincie blijkt, dat de RGL nauwelijks baten oplevert voor het openbaar vervoer. Sommige reizigers gaan erop vooruit, veel anderen zijn slechter af. De bezwaren die nu vanuit Leiden zuidwest geuit worden tegen het verdwijnen van bus 31 en 41, zijn nog maar een voorproefje van de protesten die er zullen komen van degenen die door de aanleg van de RGL gedupeerd worden.
Gedeputeerde Van Dijk heeft het er maar moeilijk mee. Niet voor niets werd hij in het Leidsch Dagblad van 7 mei als gedupeerde aangeduid. Zijn repliek is eenvoudigweg dat je die cijfers van de provincie niet moet geloven. Maar dat maakt hem er niet geloofwaardiger op. Je zou alle ideeën in de regio voor verbetering van het openbaar vervoer eens goed op een rijtje moeten zetten en langs dezelfde meetlat leggen, maar dat wil Van Dijk niet.
Tien jaar geleden is er door een paar regionale bestuurders in een bui van overmoed besloten dat er een RGL moest komen. Door daaraan vast te houden wil Van Dijjk daadkracht uitstralen. Daarmee laat hij precies zien wat het nadeel is van een tram ten opzichte van een bus: een bus kan uitwijken bij een obstakel, een tram niet. Daar staat wel tegenover dat een tram meer comfort biedt, maar bij de provinciale bestuursstijl valt ook dat weg. De RGL is een fantastische casus voor het Handboek Bestuurlijke Verstrikking.
Maar er is ook goed nieuws voor de RGL-supporters. De concessie van Connexxion wordt verlengd, en daarbij heeft Connexxion aangeboden tien bussen ‘de uitstraling van de RGL te geven’. Wat een aardig gebaar van Connexxion! Zouden ze dat spontaan bedacht hebben, of heeft de provincie daar om gevraagd? Ik denk het laatste, maar dat het ze beter uitkomt te doen alsof het een initiatief van Connexxion is. Ze zijn niet zo verstandig bij de provincie, maar wel slim.
De vraag is natuurlijk, hoe die bussen die uitstraling krijgen. Hoe de RGL-voertuigen eruit komen te zien is een zaak van de exploitant, en die is nog niet bekend. Zou het betekenen dat tien bussen een beugel krijgen, alsof het trams zijn? Dan zou ik zeggen: geef alle bussen zo’n beugel, en laat de rails weg. Is iedereen gelukkig.

In PG, het blad van de PvdA afdeling Leiden, mei 2009.