Zoek op trefwoord :
Europa voor de gewone man m/v
Verschenen: 17-03-2009

Een sterker Europa naar buiten en een meer bescheiden Europa naar binnen. Zo kunnen we het nieuwe Europees verkiezingsprogramma van de PvdA. in één zin samenvatten. Zondag, op het partijcongres, wordt erover besloten. Onder leiding van Jan Pronk is een programma opgesteld waarmee de PvdA, serieuzer dan andere partijen, belangrijke conclusies trekt uit het Europa-debat in Nederland van de afgelopen jaren.
Het ‘grote nee’ bij het referendum over de Europese Grondwet bracht een kloof aan het licht tussen de Nederlandse bevolking en zijn bestuurders. Er kwamen sterke gevoelens van onbehagen en vervreemding naar boven. Uiterst zorgwekkend, speciaal voor sociaal-democraten, is dat de Franse, Nederlandse en Ierse grondwetsreferenda een grote sociale ongelijkheid lieten zien waar het gaat om steun voor het Europese integratieproces. Well to do-hogeropgeleiden stemden massaal ja, minder bemiddelde lageropgeleiden stemden massaal nee.
Dat is alarmerend. De Europese integratie maakt deel uit van een mondialiseringsproces waarin voor hoogopgeleiden veel te winnen valt, maar waarin laag opgeleiden steeds meer geconfronteerd worden met concurrentie op de arbeidsmarkt vanuit landen met een veel lager loonpeil en met afbraak van beschermingsconstructies. De Europese sociaal-democratie heeft hier te weinig tegenspel geboden. De economische crisis van dit moment dwingt haar tot een grondige herziening.
Dat het Europese eenwordingsproject steunt op een ’elite’ van hoger opgeleiden en wordt gewantrouwd door de rest van de bevolking moet juist de sociaal-democratie manen tot een diepgaande heroriëntatie op vaart, inhoud, richting en presentatie van het Europees project. Europa moet anders: minder technocratisch, minder regelzuchtig, minder uniform. Geen ondergraving van de nationale verzorgingsstaten.
In het PvdA-program is gekozen voor een formule van meer en minder Europa tegelijk. Er worden urgente en vergaande Europese ambities geformuleerd op mondiaal niveau. Europese samenwerking is volstrekt onmisbaar bij klimaat, milieu en energie. Europa moet ook een actievere rol claimen in zaken van buitenlands beleid en internationale veiligheid (het Midden-Oosten). Europa heeft de sleutel in handen voor het oplossen van de voedselcrisis in Afrika, mits men daar zelf offers brengt voor ’goed bestuur’.
Tegelijkertijd verzet het program zich ferm tegen de neoliberale afbraak van sociale verworvenheden en tradities in de lidstaten. Een combinatie die op deze manier alleen bij de PvdA voorkomt.
Neem D66. Dat afficheert zich als de referendumpartij bij uitstek, maar blijkt niet bereid zich ook maar iets aan te trekken van de uitslag van het referendum over de Europese Grondwet. Integendeel, op haar laatste partijcongres stelde D66 het lidmaatschap van de Europese Unie open voor elk land ter wereld dat democratisch is en de mensenrechten eerbiedigt. India, Japan en Argentinië lid van de Europese Unie? Je kunt ook zo Europa-minded zijn dat je geen Europa meer overhoudt.
Tegenover het euro-extremisme van D66 staat de eurofobie van Wilders’ PVV. Onder het motto ‘Voor Nederland’ wil hij Europa zo goed als ontmantelen. Dat is wel het domste wat je kunt doen met een land waarvan de economie zwaar op de export leunt. We moeten erop vertrouwen dat de kiezers niet met open ogen in deze valkuil zullen lopen.
De SP is een ander geval. Die vertolkt legitieme sociale kritiek op het te ver doorgeslagen marktdenken bij de beleidsmakers in Europa. Tegelijk heeft deze partij nog altijd te weinig op met internationale samenwerking als oplossing van mondiale problemen. GroenLinks, SP en de PvdA moeten veel meer bondgenoten worden in het Europees Parlement in hun streven naar een sociaal en duurzaam Europa.
De economische wereldcrisis van dit moment laat zien dat we Europa harder nodig hebben dan ooit, maar dan wel een ander Europa. Europa is als samenwerkingsverband van voormalige erfvijanden historisch gezien nog altijd onovertroffen. Maar de laatste decennia was de EU zowel aanstichter als doorgeefluik van neoliberale mondialisering.
Pas recent heeft de Europese Unie laten zien een buffer te kunnen zijn tegen de negatieve gevolgen van de globalisering. Zonder de euro was Nederland een soort IJsland geweest! Tegelijk heeft de oplossing van de bankencrisis opnieuw het belang onderstreept van de nationale staat én de nationale belastingbetaler. Om de economie veilig te stellen moesten liberale principes over staatsonthouding aan de kant worden gezet. Sociaal-democraten moeten zich verplichten de cultuur en verhoudingen van de Europese sociale markteconomie in ere te herstellen.
De overmoed van het neoliberale globalisme, met zijn schaalvergroting en Angelsaksische arbeidsverhoudingen, waar alles handel is en aandeelhouderswaarde de ultieme ratio, was niet wat de Europese pioniers voor ogen stond. Europa mag niet geleid worden door de korte termijn belangen van de grote industrielobby´s , maar moet in de eerste plaats de gewone man/vrouw beschermen. Gevraagd: een sociaal-democratische reality check van de Europese Unie.
René Cuperus, Paul Bordewijk, Arie de Jong en Jacques Monasch zijn lid van de Partij van de Arbeid.

In: de Volkskrant 14 maart 2009