Zoek op trefwoord :
Deskundigenadviezen horen openbaar te zijn
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 17-02-2009

Er is heel wat consternatie ontstaan door het rapport van de Directie Juridische Zaken (DJZ) van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de legitimiteit van de Amerikaanse inval in Irak, dat in handen was gespeeld van NRC Handelsblad, en dat die krant op 17 januari j.l. publiceerde. Toch was de inhoud daarvan niet bijzonder verrassend. Je hoeft geen jurist te zijn om in te zien dat de wereldvrede er niet mee gediend is wanneer elk land het recht heeft een ander land binnen te vallen wanneer het zich niet aan resoluties van de VN houdt, en dat het volkerenrecht dat dus ook niet kan toestaan.
Dan zou Hamas ook in zijn recht staan bij het afschieten van raketten op Israel, en dat hoor ik Balkenende en Verhagen nog niet beweren. Daarom hebben Bush en Blair inzake Irak ook niet voor die rechtvaardiging gekozen, maar zich beroepen op de massavernietigingswapens waar Irak over zou beschikken, die een onmiddellijke bedreiging vormden. Dat rechtvaardigt zo’n inval wel, maar het moet dan natuurlijk wel waar zijn.
De consternatie ontstond omdat we dat rapport tot nu toe niet kenden. Het was ook niet openbaar gemaakt in antwoord op de vele vragen die door tal van parlementariërs zijn gesteld over wat zich nu precies heeft afgespeeld rond de politieke steun die Nederland heeft gegeven aan de Amerikaanse inval in Irak. De vraag is of zo’n rapport openbaar hoort te zijn.
Ten principale gaat het daarbij om de vraag voor wie een ambtenaar werkt, voor de minister, of voor het Nederlandse volk. Soms is het antwoord daarop duidelijk. Het Centraal Bureau voor de Statistiek brengt een stroom van rapporten uit, die alle openbaar zijn, ook wanneer ze voor het kabinet vervelende feiten bevatten. Daar kan de DJZ zich echter niet mee vergelijken. Het CBS is een zelfstandige rechtspersoon, die weliswaar deel uitmaakt van de overheid, maar autonoom functioneert. Bovendien rapporteert het CBS over feiten, en de vraag is of er wel juridische feiten bestaan. In het recht gaat het eerder over opvattingen. We verwachten van een jurist vooral dat hij goed kan voorspellen wat een hogere jurist ergens van zal vinden.
Maar laten wij DJZ nu eens vergelijken met het Centraal Planbureau. Dat produceert net als het CBS een stroom van rapporten. Die rapporten gaan niet over feiten – die haalt men bij het CBS – maar over verwachtingen. Bovendien zijn die verwachtingen vaak sterk ideologisch gekleurd. Ze gaan er bij voorbeeld vanuit dat mensen zich vooral door financiële prikkels laten leiden, en niet door morele. Als je met de modellen van het CPB zou proberen te voorspellen wat de opkomst bij verkiezingen is, komt men niet verder dan degenen die op de kandidatenlijsten staan. Anderen hebben immers geen financieel belang bij de verkiezingsuitslag.
Het CPB is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, maar heeft zich in de praktijk dezelfde status verworven als het CBS, dat van een instituut van deskundigen, zodat het vrij is te publiceren wat men wil, ook wanneer dat niet past in het straatje van het Kabinet. Jaarlijks neemt de secretaris-generaal van Economische Zaken ook het Kabinet de maat middels zijn traditionele nieuwjaarsartikel in ESB. Dat heeft meer het karakter van een persoonlijke beleidsopvatting dan het niet gepubliceerde memorandum van DJZ, dat duidelijk pretendeert een deskundigenadvies te zijn. Onderdeel van DJZ is het Expertisecentrum Internationaal Recht, en DJZ beroept zich in de toelichting op het memorandum zijn professionele integriteit.
De Wet openbaarheid van bestuur verplicht bestuursorganen in principe om documenten uit eigen beweging openbaar te maken wanneer dat in het belang is van een ‘goede en democratische bestuursvoering’. Dat was hier duidelijk aan de orde. Het geldt niet voorpersoonlijke beleidsopvattingen, maar dit was juist een deskundigenadvies.
Een ander legitiem argument tegen openbaarmaking zou kunnen zijn dat daarmee de veiligheid van de staat of de betrekkingen met andere landen was geschaad. Tot nu toe is daar niets van gebleken. Of zou bij openbaarmaking Jaap de Hoop Scheffer geen secretaris-generaal van de NAVO zijn geworden?

In Overheidsmanagement februari 2009