Zoek op trefwoord :
De burgemeester gepolitiseerd
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 24-12-2008

Volgende maand is Ahmed Aboutaleb burgemeester van Rotterdam. Er zijn meerdere redenen om daarbij stil te staan. Het feit alleen al dat iemand die afkomstig is uit Marokko hier zo’n belangrijke functie kan bekleden, is de aandacht waard. Het geeft aan dat er in Nederland voldoende kansen voor migranten liggen, mits je bereid bent de in Nederland dominante normen en waarden te internaliseren.
Opvallend is ook, dat er geen CDA’er meer burgemeester is van een van de vier grote steden. Dat komt is niet alleen omdat er in die steden weinig CDA-stemmers wonen, en er dus ook weinig CDA-raadsleden zijn. In Nijmegen heeft D66 maar twee zetels, en toch is Thom de Graaf daar burgemeester. In Deventer is de burgemeester lid van de ChristenUnie, die daar maar één raadszetel heeft.
Het is een boeiende vraag waarom het politici uit D66 en ChristenUnie wel lukt om burgemeester te worden in gemeenten waar hun partij weinig aanhang heeft, en CDA’ers niet. Misschien omdat het CDA zich meer opstelt als machtmachine en leden van andere partijen daar beducht voor zijn.
Dat Cohen beducht is dat dit tegen de grote steden zal werken, omdat er geen CDA-burgemeester meer namens hun kan lobbyen, wijst er ook op dat het CDA als machtsmachine wordt gezien. Het argument is hetzelfde als dat je bij de raadsverkiezingen niet op een lokale partij moet stemmen, omdat die in Den Haag minder kan bereiken dan een landelijke partij. Dan geloof je niet echt in de integriteit van landelijke partijen.
Wat echter nog het meest opvalt aan de benoeming van Aboutaleb is de politisering daar omheen in de Rotterdamse raad. We weten dat Leefbaar Rotterdam zijn eigen kandidaat had. Die openheid is goed, al voert de Commissaris van de Koningin er nog een achterhoedegevecht tegen.
Maar het roept ook vragen op over de positie van Aboutaleb. Hij zit er dankzij een politieke constellatie waarin de PvdA de grootste partij is. Het is lang niet zeker dat dat in 2010 weer het geval zal zijn. In 2006 profiteerden lokale PvdA-afdelingen sterk van de afkeer van het kabinet Balkenende II, en stond de PvdA op 50 zetels in de peilingen. Begin november dit jaar was de PvdA al blij met de helft daarvan, dankzij de kredietcrisis. Dat voorspelt niet veel goeds voor die partij bij de raadsverkiezingen die over ruim een jaar plaats vinden.
Het is niet ondenkbaar dat Leefbaar Rotterdam dan weer de grootste partij wordt, en er opnieuw een college komt zonder PvdA, net als tussen 2002 en 2006. De vraag is dan natuurlijk: wat betekent dat dan voor Aboutaleb? Zijn positie is dan wezenlijk anders dan die van Thom de Graaf in Nijmegen. De basis waar hij zijn voordracht aan te danken heeft, is dan verdwenen. Hij moet leiding gaan geven aan een college van B&W waar zijn eigen partij tegen opponeert. Dat is nog nooit vertoond in een van de grote steden. En ook in kleine plaatsen is het voor een burgemeester heel vervelend wanneer maand na maand zijn partijgenoten in de raad de kachel aanmaken met het collegebeleid.
De consequentie zou zijn dat Aboutaleb zijn functie ter beschikking moet stellen, wanneer zijn partij zodanig verliest, dat de PvdA niet terugkeert in het college. Hij zou dat ook aan moeten kondigen. Het burgemeesterschap wordt dan inzet van de raadsverkiezingen, net als in België en Frankrijk. De boodschap aan de kiezers wordt: wil je Aboutaleb houden, dan moet je PvdA stemmen. Die gedachte vinden we ook terug in het landelijke verkiezingsprogramma van de PvdA: ‘Wie de burgemeester wordt, moet inzet worden van de gemeenteraadsverkiezingen’. Aboutaleb was zelf een van leden van de commissie die dit voorstelde.
Wanneer Aboutaleb zich zo opstelt, zal dat een schok zijn voor regentesk Nederland. Maar hij heeft wel de kans zo gewoonterecht te scheppen. Wanneer het eenmaal in Rotterdam zo gaat, zal het over vier jaar in heel Nederland zo gaan. En dat zonder dat er iets aan de wet is veranderd. Iemand uit Marokko helpt dan in Nederland de Belgische burgemeester in te voeren. Is dat geen mooie gedachte?

In Overheidsmanagement december 2008