Zoek op trefwoord :
Europa moet anders
Verschenen: 25-07-2008

Er is een tijd geweest dat de Europese samenwerking de mensen een perspectief bood op een betere wereld. In een eeuw tijd hadden Frankrijk en Duitsland driemaal met elkaar in oorlog gevoerd. Bij die oorlogen waren elke keer meer landen betrokken, en vielen elke keer meer slachtoffers onder de burgerij. Dat zou niet meer gebeuren wanneer de Europese landen steeds inniger gingen samenwerken, en daarom was het goed dat er eerst een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal kwam, toen de Europese Economische gemeenschap, en nu de Europese Unie met de Europese Centrale Bank.
Toch wees in 2005 een aanzienlijke meerderheid van de Nederlandse bevolking de Europese grondwet af, in een referendum met voor zo’n ingewikkeld onderwerp een hoge opkomst (63%). De nee-stemmers vormden geen klein groepje querulanten, maar er was onder de Nederlandse bevolking onmiskenbaar een sterke weerzin ontstaan tegen de Europese samenwerking zoals die in de praktijk verliep.
Je kunt daar allerlei verklaringen voor bedenken, maar de belangrijkste lijkt mij toch dat geleidelijk de Europese Unie zich op de verkeerde dingen is gaan richten. De landen in Europa slagen er niet in tot één gezamenlijke buitenlandse politiek te komen. Ze kunnen het niet eens worden over zoiets als de erkenning van Kosovo. Engeland en Frankrijk houden vast aan hun eigen permanente zetel in de Veiligheidsraad, in plaats van die in te ruilen voor één Europese zetel. Joschka Fischer claimde zo’n zetel ook nog voor Duitsland.
Daar staat tegenover dat binnen Europa het beginsel van het vrij verkeer van personen en goederen tot in het extreme wordt doorgetrokken. Daardoor worden we op de meest onverwachte momenten geconfronteerd met Europese regelgeving. Onlangs nog bij de gratis schoolboeken. Dat is een maatregel waar je voor of tegen kunt zijn – persoonlijk ben ik voor – maar waarbij je toch niet verwacht dat de Europese regelgeving van toepassing is. Nu heeft minister Plasterk zich in Brussel de blaren op de tong moeten praten om te maken dat de dames en heren minzaam toestonden dat scholen hun eigen boeken kunnen blijven kiezen. Bijna elke maatregel die je in Nederland neemt, houdt wel een verstoring van de vrije markt in, en daarom hoor je steeds vaker: ‘mag het wel van Brussel?’
De Europese regelgeving is een doos van Pandora. Kinderspeeltuinen moeten worden gesloten omdat ze niet voldoen aan de Brusselse veiligheidsnormen. De huidige woningnood is deels het gevolg van de fijnstof-richtlijn (en van de manier waarop hij in Nederland wordt geïnterpreteerd). Een deel van het geld dat wij aan de Europese Unie afstaan wordt in Brussel weer bestemd voor de aanleg van fietspaden en sierbestrating in Nederland, alsof we daar zelf niet over kunnen beslissen.
Vrij verkeer van goederen en personen is vooral een liberaal principe. Daarom is de Europese eenwording ook een liberaal project geworden, al wordt het nog steeds getrokken door sociaal-democraten. Instellingen van de verzorgingsstaat worden bedreigd. In 2006 waarschuwde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat het Europese Hof in Luxemburg wel eens zou kunnen bepalen dat bijstand niet mag worden voorbehouden aan de eigen ingezetenen, of dat algemeen verbindend verklaring van CAO’s de vrije concurrentie ondermijnt. Intussen is er een uitspraak over een staking bij het Letse bedrijf Laval in Zweden, die aardig die kant opgaat.
Het zijn vooral de mensen die afhankelijk zijn van collectieve arrangementen die hierdoor bedreigd worden. En die beseffen dat heel goed. Bij het referendum over de Europese Grondwet was de meerderheid voor in de gemeenten waar de meeste mensen een werkster hebben, maar tegen in de gemeenten waar die werksters wonen. De PvdA kan daar niet aan voorbij gaan met het idee dat al die tegenstemmers het nog een keer uitgelegd moeten krijgen. Dan kun je net zo goed het algemeen kiesrecht opheffen.
De PvdA moet kiezen voor een ander Europa. Niet een Europa dat dan ook de sociale zekerheid wil gaan regelen, maar een Europa dat de lidstaten de instrumenten geeft om dat zelf te doen. Bij voorbeeld door een minimum te stellen aan de winstbelasting, maar landen wel vrij laat om reparaties in het lage BTW-tarief onder te brengen. Een Europa dat niet dwingt tot privatisering en liberalisering, maar wel grenzen stelt aan het brandstofgebruik van auto’s, want het klimaatprobleem is grensoverschrijdend.
Daar hebben we Europa echt voor nodig.

In Rood, ledenblad van de Partij van de Arbeid