Zoek op trefwoord :
Ambtenaar moet ook deskundig zijn
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 27-03-2008

Onlangs vertelde minister Guusje ter Horst aan welke eisen volgens haar ambtenaren moeten voldoen: integer, proactief, kritisch, loyaal, moedig, op samenwerking gericht, trots en zelfbewust, maatschappelijk betrokken en oplossingsgericht. Ik heb geprobeerd om mij functies voor te stellen waarvoor dit niet geldt, maar ben daarbij niet erg ver gekomen, al kun je je wel afvragen wat er mis gaat wanneer de chauffeur van de minister een dagje niet trots en zelfbewust is. Maar je kunt je ook afvragen voor welke functies buiten de overheid deze eisen niet gelden. Zijn het eigenlijk niet eisen die je in enige vorm aan alle werknemers moet stellen?
Opmerkelijk is een eis die niet wordt gesteld: deskundigheid. Dat past bij de tijdgeest. Kennis, dat is iets van vroeger. Dat zoek je op met Google. In het middelbaar beroepsonderwijs gaat het niet meer om kennis of deskundigheid, maar om competenties, het omgaan met andere mensen. Het bedrijfsleven wil dat ook. Maar juist het competentiegerichte leren leidt tot incompetente medewerkers. Wij zijn geen land meer van makers, maar van praatjesmakers.
Aan de universiteit is de ontwikkeling omgekeerd. Van oudsher besteedden daar veel studenten het grootste deel van hun tijd aan het studentenleven, af en toe onderbroken door een paar dagen blokken voor een tentamen. In de studentenverenigingen leerde je discussiëren, intimideren, leidinggeven en organiseren, en deed je de juiste relaties op voor een voorspoedige carrière. Dat was veel belangrijker dan de boekenwijsheden die de professor op college vertelde. Niet de kenniseconomie, maar de kennisseneconomie.
Dat gold niet voor alle studierichtingen. In de bètastudies en de medische faculteit werd altijd hard gewerkt. De studenten daar togen al naar het laboratorium tegen de tijd dat hun laatste collega’s bij rechten hun bed opzochten. Bij hun terugkomst uit het lab kwamen ze diezelfde collega’s tegen op weg naar de douche. Maar die laatsten redeneerden: ‘why should you be a scientist, if you can be his boss?’ Veel minder dan vroeger spelen bèta’s een rol in het bestuur van ondernemingen die op kennis gebaseerd zijn. De verhuizing van the hoofdkantoor van Philips van Eindhoven naar Amsterdam illustreert de overgang van de kenniseconomie naar de voorkenniseconomie.
Aan de universiteiten waait intussen de wind uit een andere hoek. Terwijl in het middelbaar en het hoger onderwijs de studenten steeds meer aan hun lot worden overgelaten, vindt daar een verschoolsing plaats. Er wordt ingegrepen wanneer mensen met een VWO-diploma desondanks over onvoldoende kennis blijken te beschikken.
Deze nieuwe wind heeft echter het overheidspersoneelsbeleid nog niet bereikt. Dat is goed te merken aan de resultaten. Allerlei beleidsfiasco’s blijken het gevolg van onvoldoende technische kennis op de departementen. Er rijdt nog steeds geen trein over de HSL van Amsterdam naar Antwerpen, omdat de ambtenaren bij Verkeer en Waterstaat niet goed om konden gaan met de eisen die verschillende veiligheidssystemen stelden. Honderdduizenden ondernemers moesten vorig jaar tweemaal hun belastingaangifte insturen, omdat het niet lukte de software voor de aangifte van belasting en voor de ingehouden premies te integreren. Staatssecretaris Huizinga staat met haar mond vol tanden nu de ontwikkeling van de OV-chip spaak loopt.
Bij dit soort innovaties is het niet genoeg wanneer ambtenaren maatschappelijk betrokken en oplossingsgericht zijn, hoe moedig, trots en zelfbewust ze verder ook mogen zijn. Ze moeten voldoende analytisch vermogen hebben om een probleem aan te pakken, maar ook voldoende kennis om te kunnen praten met de mensen die er echt verstand van hebben. Daar lijkt de minister van BZK zich niet van bewust.

In Overheidsmanagement maart 2008