Zoek op trefwoord :
Stemmachines
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 13-11-2007

Staatssecretaris Ank Bijleveld heeft op advies van de commissie Korthals Altes bepaald dat de huidige generatie stemmachines niet meer mag worden gebruikt. De bouwers van de machines zouden met de programmatuur kunnen knoeien, en daarmee een bepaalde partij of kandidaat kunnen bevoordelen. En voordat iemand die zich in de programmatuur verdiept heeft dat kan aantonen, zou dat door de sluwe programmeurs weer ongedaan zijn gemaakt.
Daarom moeten er nieuwe machines komen die elke kiezer een papiertje geven waarop staat hoe hij gestemd heeft. Dat papiertje stopt men daarna in een gesloten bus. Omdat die machines er nog niet zijn moet men tot die tijd terugvallen op het vertrouwde rode potlood, en moeten de biljetten met de hand worden geteld.
Dit lijkt mij toch wel heel theoretisch. Is er één aanwijzing dat zo’n vorm van fraude ooit heeft plaats gevonden? Drs Janmaat van de Centrum-Democraten heeft ooit zijn nederlaag verklaard uit knoeien met stemmachines, maar dat werd toen door niemand serieus genomen, ook niet door de leden van ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’.
In andere sectoren van het leven zien we wel vormen van computerfraude, maar dat leidt niet tot dit soort drastische maatregelen. PIN-fraude werd eerst ontkend, en later toegeven, maar leidde niet tot afschaffen van de PIN-machines. De overgrote meerderheid van de mensen gebruikt dat soort machines ook, en wie dat niet doet, krijgt het zo langzamerhand knap moeilijk. De ene keer accepteren we reële risico’s, de andere keer eisen we dat volstrekt imaginaire risico’s worden uitgesloten.
Tegenover het veronderstelde risico van fraude door de computerprogrammeurs, staat dat bij stemcomputers het telproces volledig beschermd is tegen vergissingen door leden van het stembureau, en dat zij zeker niet de mogelijkheid hebben om bij de telling te frauderen. Er is geen discussie of een stembiljet geldig is, er kunnen geen biljetten op de verkeerde stapel terecht komen, en er kan bij tellingen geen biljet worden overgeslagen.
Ik herinner mij uit de tijd dat er nog met stembiljetten werd gewerkt, dat vaak het totaal aantal getelde stemmen niet klopte met het aantal kiezers dat een biljet in de bus had gestoken. Dan moest er worden herteld om het kloppend te krijgen. En wanneer bij een kandidaat een stembiljet te veel of te weinig werd aangetroffen, en het verschil daarmee verklaard was, luidde het parool de hertelling onmiddellijk te staken, want je moest er niet aan denken dat er nòg een verschil zou worden gevonden.
Toen sloten de stembureaus om 7 uur, nu om 9 uur. In NRC Handelsblad van 3 oktober j.l. heeft mijn vroegere collega-wethouder Hans van Dam gewezen op de relatie hiertussen. Wanneer we pas om 9 uur beginnen te tellen, slaat de vermoeidheid toe, ook omdat stembureaus intussen vroeger opengaan.Er zullen meer telfouten gemaakt worden, waardoor het langer duurt voor men eruit is. De uitslag zal dus veel later bekend zijn, en minder nog dan nu zullen journalisten en politici daarop willen wachten met hun commentaar.
Nu geldt dat in 2009 niet bij de Europese verkiezingen, omdat de uitslag dan toch pas later bekend wordt gemaakt. Maar wanneer het kabinet voortijdig valt, lijkt het mij beter de oude stemmachines nog maar een keer te gebruiken dan de klok veertig jaar terug te zetten. Waarom niet direct na gebruik steekproefsgewijs een aantal stemmachines door een onafhankelijk bureau laten controleren, voor ze teruggaan naar de fabriek?

In Overheidsmanagement november 2007