Zoek op trefwoord :
Is Jan Pronk wel links genoeg?
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 11-09-2007

Hoe dan ook, de komende verkiezing van de partijvoorzitter betekent een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de PvdA. Tegenover een aantal betrekkelijk onbekende kandidaten waarvan de meeste vooral ervaring hebben op lokaal of regionaal niveau, springt de kandidatuur van Jan Pronk eruit, met 17 jaar ervaring als minister, en daarnaast nog een grote ervaring in internationale organisaties. Op een leeftijd waarop anderen Minister van Staat worden, stelt Jan Pronk zich kandidaat voor partijvoorzitter.
Zo’n kandidatuur zou nog niet zo bijzonder zijn wanneer hij gesteld zou zijn door het partijbestuur, en de andere kandidaten voortkwamen uit machteloze onvrede over de partijlijn. Maar het is omgekeerd: juist Pronk motiveert zijn kandidatuur met kritiek op het gevolgde beleid, terwijl Ruud Koole en Wouter Bos op zijn zachtst gezegd geen groot enthousiasme tonen voor diens kandidatuur.
Door zijn bekendheid ligt Jan Pronk in de peilingen ver voor op de andere kandidaten. Maar er is ook een grote weerstand tegen zijn kandidatuur. Daarom is het nog niet zeker of Pronk ook gekozen wordt. Wanneer degenen die aan een andere kandidaat de voorkeur geven Pronk consequent laag zetten, kan een van de andere kandidaten het best winnen. Dat geldt ook wanneer in de eerste telronde Pronk verreweg de meeste stemmen krijgt, wanneer dat maar geen absolute meerderheid is.
De positie van Pronk maakt het onvermijdelijk dat veel leden zich eerst de vraag zullen stellen ‘Wil ik Pronk?’, en pas wanneer het antwoord daarop ‘nee’is, zich zullen afvragen op wie dan wel te stemmen. Het is duidelijk dat de PvdA zich op dit moment niet in een rooskleurige positie bevindt, maar het lijkt mij toch een groot risico dat wanneer Pronk voorzitter wordt, het alleen maar erger wordt. De voorzittersverkiezing is geen herkansing voor verkiezing van de partijleider, en de PvdA zit niet te wachten op een voorzitter die optreedt alsof hij het als politiek leider beter zou doen dan Wouter Bos.
We lijken op dit moment te vergeten dat in 2003 Bos als lijsttrekker de PvdA aan een winst van 19 kamerzetels geholpen heeft, meer dan ooit in de geschiedenis van de partij.In 2006 boekte de PvdA in de meeste plaatsen ook een grote overwinning bij de raadsverkiezingen. Van de in 2003 gewonnen kamerzetels moesten we er in 2006 weer negen afstaan, maar dat was minder dan het verlies van 12 zetels in 1994, toen de partij zich desondanks volledig aan Wim Kok uitleverde.
Jan Pronk klaagt dat Wouter Bos vaak van standpunt wisselt – van wie hebben we dat eerder gehoord? Het is inderdaad zo dat het Wouter Bos vaak niet gelukt is de partij van zijn eigen ideeën te overtuigen. De partij heeft zich uitgesproken tegen de rechtstreeks gekozen burgemeester, en van de voorstellen die Bos begin 2006 deed in de Netsparlezing is maar weinig in het verkiezingsprogramma terecht gekomen.
Daar staat tegenover dat mede op instigatie van Wouter Bos de PvdA andere standpunten is in gaan nemen over de hypotheekrente-aftrek, de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen decennia, de multiculturele samenleving en over Europa. Na de periode waarin Kok, Rottenberg en Melkert iedereen de mond snoerden, heeft de PvdA zich daarmee een open en responsieve partij getoond. Veel dank zijn we daarbij verschuldigd aan Ruud Koole. Dat laat zien dat het ertoe doet wie partijvoorzitter is.
Pronk meet nu breed uit dat er geen onderzoek naar de Nederlandse medewerking aan de Irak-oorlog komt, en dat Wouter Bos ondanks eerdere uitspraken toch in het kabinet is gaan zitten. Daarbij gaat hij eraan voorbij dat dat concessies waren bij de kabinetsformatie waar het congres mee heeft ingestemd. Je kunt niet tegelijkertijd met Balkenende in een kabinet zitten en hem een leugenaar noemen.
Een partijvoorzitter moet ook niet voortdurend onze nederlagen uitventen, maar juist de successen benadrukken. Maar ik heb Jan Pronk nog niet gehoord over de inperking van de fiscale voordelen voor bezitters van dure woningen, waarmee langs een omweg toch verder wordt geknabbeld aan de hypotheekrente-aftrek. Dat geldt trouwens ook voor Jacques Monasch, die indertijd als campagneleider juist alles deed om te voorkomen dat de PvdA daarvoor zou kiezen.
Natuurlijk moeten ministers tegenspel krijgen vanuit de partij tegen de voortdurende druk om concessies te doen aan de coalitiepartner, en speelt naast de fractie ook het partijbestuur en dus de partijvoorzitter daarbij een rol, al zal hij kritiek niet direct in het openbaar moeten spuien. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook persoonlijke opvattingen van de partijvoorzitter een rol spelen. Voor wie graag een linksere koers wil, kan dat een reden zijn om op Pronk te stemmen, en het risico dat hij de Rita Verdonk van de PvdA wordt op de koop toenemen.
Daarbij moet je echter ook kijken welk type links Pronk vertegenwoordigt. Ik zie bij Pronk meer verwantschap met de internationale oriëntatie van GroenLinks dan met het down-to-earth socialisme van de SP. Toch is de SP onze grote concurrent en niet GroenLinks. Pronk verwacht nog steeds veel van de Europese integratie, terwijl ik hem 3 september bij Pouw en Witteman over de ontslagbescherming hoorde zeggen dat er vooral meer over gepraat moest worden, niet dat de ontslagbescherming ongewijzigd moet worden gehandhaafd. En er kwam nog iets achter over de sociale zekerheid dat mij ook niet geruststelde. Hij zal als het gaat om de toelating van buitenlanders en de eisen die aan hen gesteld worden ongetwijfeld heel links zijn, maar op dat punt ben ik nu juist weer terughoudend.
Daarmee komt de vraag aan de orde wie dan wel voorzitter moet worden. Het probleem is dat we van de andere kandidaten veel minder weten. Bertus Mulder heeft de grootste staat van dienst in de partij, maar bij NOVA Politiek maakte Ad Voerman weer wat meer indruk op mij. Lianne Ploumen kan rekenen op de stemmen van degenen die altijd op een vrouw stemmen, maar heeft weinig ervaring in de partij. Kandidaten die door het partijbestuur ongeschikt zijn gevonden, zal ik niet boven Pronk zetten. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe ik over veertien dagen ga stemmen.

In PG, afdelingsblad van de PvdA-Leiden
Ingestuurd 5 september 2007