Zoek op trefwoord :
Digitale Betuwelijn
Verschenen: 09-02-2006

Wij leven in een tijd waarin zakelijk bestuur en bedrijfsmatig werken hoog op de agenda staan. Er kan geen afvalcontainer worden geleegd of er is een bedrijfsplan waarin staat hoe dat wordt aangepakt. Het doel is duidelijk, en we willen dat uit het bedrijfsplan blijkt dat het doel op de meest efficiënte manier wordt gerealiseerd. Achteraf gaan we ook na of de kosten in overeenstemming zijn met het bedrijfsplan. Leve de planning- en controlcyclus!
Maar we zijn niet altijd zo rationeel. De rationaliteit heeft vooral betrekking op het leven van alledag. Het openbaar bestuur kent ook grote projecten, en daarbij gaat het heel anders toe. Dan staat niet meer het doel voorop, maar het project. Het gaat dan niet om een probleem waarvoor een oplossing wordt gezocht, maar om een oplossing waar men de problemen bij zoekt.
De Betuwelijn is daar een prachtig voorbeeld van. Iemand op het departement had een visioen, en wist anderen daarvoor te enthousiasmeren. Om aan te tonen dat de baten van de Betuwelijn de kosten zouden overtreffen, werd het ene na het andere adviesbureau ingeschakeld. Toen er in de persoon van Annemarie Jorritsma een nieuwe minister kwam die niet de gelovigen behoorde, beraamden haar ambtenaren een plan om haar om te krijgen. De Betuwelijn was een 'strategisch project', dat wil zeggen veel te belangrijk om aan een kosten-batenanalyse te onderwerpen. Nu zitten we met de gebakken peren, want de lijn gaat nog niet genoeg opbrengen om het onderhoud te bekostigen.
Inmiddels dromen allerlei gemeentebesturen van een glasvezelnet in hun stad. Ook hier staat het project voorop, en worden daar toepassingen bijgezocht. Wanneer blijkt dat het via het telefoonnet (ADSL) of de kabel ook kan, reageert men teleurgesteld: niet het probleem staat centraal, maar de oplossing.
Sommige gemeenten tonen zich bereid om zelf geld te besteden aan een glasvezelnet, zonder dat ze verwachten dat geld ook terug te krijgen. Daarmee wijken ze af van de beleidslijn die de overheid gevolgd heeft bij eerdere kabelrondes, waarmee telegrafie, telefonie, radiodistributie en kabeltelevisie werd mogelijk gemaakt. Steeds was het de bedoeling de investeringen terug te verdienen, al is men daarin niet altijd geslaagd.
Bovendien doet men zo de kabelmaatschappijen oneerlijke concurrentie aan, wat zeker in gevallen waarin men het net eerst voor veel geld verkocht heeft, niet erg fatsoenlijk is. Als glasvezel zo belangrijk is, zou men beter de kabelexploitanten subsidie kunnen aanbieden voor het tot stand brengen van glasvezelaansluitingen. Maar de vraag is dan natuurlijk toch waarom de klant dat niet gewoon betaalt.
Amsterdam probeert nu een glasvezelbedrijf op te richten op commerciële basis, dat het geïnvesteerde geld terug moet verdienen. De vraag blijft dan welk publiek belang het financiële risico dat de gemeente loopt, rechtvaardigt. Glasvezel maakt het mogelijk om supersnel pornofilms te downloaden, maar je kunt toch maar naar één tegelijkertijd kijken. En waarom wil Amsterdam dat nog nu Rob Oudkerk geen wethouder meer is? Bij de eerdere bekabelingsronden was het publieke belang veel duidelijker.
Een videoverbinding zou kunnen helpen om artsen op afstand spreekuur te laten houden, maar dat kan met de huidige generatie webcams ook. Je moet daar als patiënt dan wel mee overweg kunnen. En als de dokter iets wil voelen, moet je toch bij hem komen.
Maar ja, glasvezel is natuurlijk een strategisch project. Wie daarbij om een goede kosten-batenafweging vraagt, heeft het allemaal niet begrepen.

In TPC jg. 4 nr 1, februari 2006.