Zoek op trefwoord :
Goddelijke orde bedreigt democratie
Verschenen in 'Intermediair' - 02-11-2000

Een van de verworvenheden van de 20ste eeuw is dat onze vrijheid niet meer wordt bedreigd door de dominantie van de godsdienst in Nederland. Vijftig jaar beschouwden veel ongodsdienstigen het procreatief gedrag van hun katholieke medeburgers nog als een demografische tijdbom, die ernstige consequenties kon hebben voor hun geestelijke vrijheid.

Tijdens de oorlog had Romme, leider van de Katholieke Volkspartij, ervoor gepleit dat het kiesrecht alleen toekwam aan wie de grondwet onderschreef, en in die grondwet moest de erkenning van god worden vastgelegd. KVP noch CDA heeft daar ooit zijn verontschuldigingen voor aangeboden. Waar blijf je, Jaap?

Niet iedereen is echter blij met de secularisatie van de samenleving. Onlangs keerde in NRC Handelsblad RPF-kamerlid André Rouvoet zich tegen het waardenrelativisme dat vrij spel heeft, wanneer we niet meer uitgaan van een universele goddelijke orde. Daar valt echter heel wat tegenin te brengen.

Zonder geloof in god zijn mensen op zichzelf en hun medemensen aangewezen voor het onderscheid tussen goed en kwaad. Maar dat kan geen argument zijn voor het bestaan van god. Je gelooft wel of niet in god, maar niet omdat je daarmee je medeburgers van ongewenst gedrag kunt weerhouden. Dan kom je in de positie van Voltaire, die niet wilde dat zijn bedienden wisten dat hij niet in god geloofde, omdat zij dan het tafelzilver zouden stellen.

In de tweede plaats zijn ook zonder geloof in god de meeste mensen heel wel in staat zich fatsoenlijk te gedragen. Natuurlijk kennen we allerlei vormen van ongewenst gedrag: zelfverrijking, voetbalvandalisme, uitgaansgeweld. Maar er wordt ook veel aan caritas gedaan, terwijl binnen de universele orde van het Italiaanse katholicisme toch ook de Maffia zich kon ontplooien.

Het derde probleem is, dat wie echt gelooft in een universele goddelijk orde, maar moeilijk kan accepteren dat anderen die orde verwerpen. Geen moorddadiger oorlogen dan godsdienstoorlogen. Na de dertigjarige oorlog was in Duitsland nog maar één derde van de bevolking over. Bij de huidige conflicten in Noord-Ierland, Palestina en Joegoslavië speelt de godsdienst een onmiskenbare rol, en zetten zogenaamde geestelijke leiders ook aan tot onverzoenlijkheid.

Wie gelooft dat ethiek voortkomt uit de mensen zelf, is eerder toegankelijk voor democratische procedures dan wie zijn eigen gelijk aan een universele goddelijke orde ontleend. Die zal ook terughoudender zijn eigen normen en waarden altijd maar tot wet te willen verheffen. Hoever we daarmee gaan, is de kern van de discussie over de multiculturele samenleving, al zijn er veel politiek correcten die die discussie juist willen vermijden.

Rouvoet signaleert terecht, dat democraten het moeilijk hebben hun houding tegen anti-democratische bewegingen te bepalen, of het nu Janmaat is of het Algerijnse FIS. Toch hoop ik maar dat dat voor Rouvoet ook een dilemma is. Wanneer Rouvoet partijen zou willen verbieden wegens strijd met de goddelijke orde in plaats van wegens strijd met de democratie, wordt het de vraag of zijn partij niet zelf strijdig is met de democratie, en daarom verboden zou moeten worden.