Zoek op trefwoord :
Scheef wonen
Verschenen in 'Wittebrood' - 20-03-2005

Scheef wonen, dames en heren, kent u die uitdrukking? Het betekent niet dat u in een huis woont dat scheef staat. Het betekent dat u in een huis woont waarvan de huur te laag is in verhouding tot uw inkomen. Dat vindt minister Dekker ongewenst.
Op zichzelf is het opmerkelijk dat bij wonen zo'n soort norm gesteld wordt. Niemand heeft het over scheef autorijden wanneer iemand met een hoog inkomen in een oude Renault Twingo rijdt. Of over scheef eten wanneer zo iemand een patatje neemt bij de Hendo in plaats van een vier-gangendiner in het Prentenkabinet. Of over scheef met vakantie gaan wanneer hij liever in een tent op de Veluwe kampeert dan een cruise maakt naar Zuid-Amerika. Scheef met vakantie gaan, daarbij denk je toch aan hele andere dingen.
Nu weet ik ook wel dat de woningmarkt heel anders in elkaar zit dan die voor auto's, restaurants en reizen, en dat geldt zeker voor de huurmarkt. Die is gereguleerd, om te zorgen dat er genoeg huizen beschikbaar zijn voor mensen met lage inkomens. Wanneer die huizen vrijkomen, geldt er ook een norm dat je niet te veel mag verdienen om zo'n huis te huren, althans tot nu toe. En is het dan niet asociaal is om er te blijven wonen wanneer je inmiddels meer bent gaan verdienen? Logisch dat wie scheef woont scheef wordt aangekeken.
Tegelijkertijd maken we ons echter zorgen dat er te veel mensen met een laag inkomen boven op elkaar wonen. Daar zijn ook goede redenen voor. Het is niet goed wanneer kinderen opgroeien in een omgeving waarin het gewoon is om een uitkering te hebben en een uitzondering om te werken. Onder de mensen met lage inkomens zijn veel migranten, en het is niet goed voor de integratie wanneer die op een kluitje wonen. Zo bezien moet je juist blij zijn dat er nog mensen bereid zijn om scheef te wonen.
Wie alleen kijkt naar de samenstelling van de Leidse bevolking kan gemakkelijk tot de conclusie komen dat er in Leiden te veel goedkope huurwoningen zijn. Ik heb dat Lex de Boer van Portaal ook wel eens horen zeggen. Maar de ervaringen van wie een huurwoning zoekt zijn heel anders. In de nota over de Maatschappelijke opvang erkent het college van B en W dat er een tekort is aan goedkope woningen, wat onder meer tot gevolg heeft dat de uitstroom uit de Crisisopvang stagneert.
Intussen brokkelt de voorraad goedkope woningen aan twee kanten af. In het kader van stedelijke herstructurering worden goedkope woningen afgebroken om ze te vervangen door complexen met niet alleen sociale huurwoningen maar ook duurdere huurwoningen en koopwoningen. De doelstelling daarvan is heel goed: voorkomen dat er te veel mensen met lage inkomens op elkaar wonen. Het is wel het tegendeel van wat dertig jaar geleden beoogd werd met de stadsvernieuwing. Toen ging het om betere huizen voor de buurt, nu om andere bewoners. Zoals ze in de Verenigde Staten zeggen: urban renewal is negro removal.
Tegelijkertijd wil minister Dekker de huren van de meest gewilde sociale huurwoningen sterk optrekken. Daar heb je de meeste scheefwoners, en die worden dan voor de keuze gesteld om meer te betalen of te vertrekken. Als ze dat laatste doen zijn woningzoekenden met lage inkomens daar echter niet mee geholpen, want die kunnen de vrijkomende woningen niet betalen. Hooguit kan het hun helpen wanneer scheefwoners uit andere complexen de vrijgekomen dure huurwoningen betrekken.
Tegelijkertijd worden er nauwelijks nieuwe sociale huurwoningen gebouwd. Er wordt voorrang gegeven aan het vasthouden van rijkere inwoners voor de stad – ook een zinnig idee – en wanneer er maar weinig gebouwd kan worden, heeft dat dus vooral gevolgen voor de sociale woningbouw. En er is altijd wel een reden die bouwen verhindert. Op oneven dagen verkondigt de burgemeester van Valkenburg dat het voormalige vliegveld een onvervangbaar natuurgebied is, en op even dagen dat de bodem gruwelijk vervuild is.
Onder die omstandigheden betekent het huidige beleid dat het aantal goedkope huurwoningen afneemt, en dat er alleen ruimte ontstaat voor wie nu geen huis kan vinden, wanneer alle scheefwoners zouden vertrekken. Maar dat betekent wel dat je dan juist bereikt wat je door het herstructureringsbeleid wilt voorkomen: het opeen wonen van mensen met een laag inkomen. En daar komt dan nog bij dat er in die complexen allerlei probleemgevallen moeten worden gehuisvest, als gevolg van de extramuralisering van de psychiatrie.
Ik zou zeggen: koester de goedkope woningen die er nu zijn, koester de scheefwoners, en wees heel voorzichtig met de stedelijke herstructurering zolang er zo weinig mogelijkheden zijn om in uitbreidingsgebieden sociale woningbouw te plegen.

Gesproken column politiek-cultureel café Wittebrood 20 maart 2005