Zoek op trefwoord :
Witte en zwarte scholen
Verschenen in 'Wittebrood' - 28-11-2004

Om half negen 's ochtends is het druk bij mij in de straat. Uit de hele stad brengen mensen dan hun kinderen naar de Lorentzschool, en voor veel mensen loopt de kortste fietsroute daarheen door de Roodenburgerstraat.
Nu is de Lorentzschool een goede school. Mijn eigen kinderen hebber erop gezeten, lang geleden. Toch is dat niet de reden dat die school steeds maar groeit. Dat komt omdat het een witte school is, die door veel ouders wordt geprefereerd boven de zwarte scholen bij hun in de buurt. Dat is een zelfversterkend proces. Keuzen die individuele ouders maken omdat ze voor hun kind het beste willen, leiden daarbij tot een resultaat waar iedereen bij verliest. In de ene wijk kunnen autochtone ouders geen acceptabele school meer vinden voor hun kinderen, in een wijk zoals de mijne moet er steeds maar worden bijgebouwd. Op een gegeven moment leidde dat zelfs tot de dreiging dat er opnieuw een stuk af zou gaan van het Roomburgerpark.
Kun je het autochtone ouders kwalijk nemen dat ze hun kinderen niet willen sturen naar een school die wordt gedomineerd door kinderen van buitenlandse afkomst? Wel als dat alleen om huidskleur zou gaan. Maar niet wanneer de ouders van allochtone kinderen hele andere opvattingen hebben over opvoeding, thuis geen Nederlands spreken, en zich afwenden van deze maatschappij. Dan kan een school maar een beperkt aantal van dat soort kinderen hebben zonder kinderen waar thuis wel Nederlands gesproken wordt tekort te doen.
Daarom is het goed dat er geprobeerd wordt om van bovenaf meer sturing te geven aan de samenstelling van de leerlingenpopulatie van verschillende scholen. Je zou daarbij vooral moeten letten op welke taal er bij kinderen thuis wordt gesproken. Je moet niet op iedereen van wie een van de ouders in Suriname is geboren, het stempeltje allochtoon drukken. Je moet ook niet te bang zijn om te discrimineren. Art. 1 van de grondwet schrijft voor dat iedereen in gelijke gevallen gelijk behandeld wordt. Maar als het gaat om de toelating tot het onderwijs, kun je kinderen bij wie thuis wel of geen Nederlands wordt gesproken, moeilijk als gelijke gevallen beschouwen.
Dat veel Moslims thuis geen Nederlands spreken en huwelijkspartners uit hun land van herkomst te halen, blijft intussen wel een probleem. Ze denken over Nederland zoals Annemarie Jorritsma over Frankrijk: een mooi land, maar jammer dat er Fransen wonen. Soms is de analyse dat de Islam de verlichting niet heeft doorgemaakt, maar ik denk veel meer dat het probleem is dat men in de Islamitische landen de seksuele revolutie van de jaren zestig niet heeft meegemaakt. En dat is denk ik nu net het beste dat Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog is overkomen.
Sinds de jaren zestig hoeft niemand meer bang te zijn voor een ongewenste zwangerschap, met als gevolg een gedwongen huwelijk of een pariastatus als ongehuwde moeder. Vrouwen hebben veel meer mogelijkheden gekregen in de maatschappij. Het is mogelijk openlijk homoseksueel te zijn. Dat zijn verworvenheden waarvan we ons het belang vaak niet eens meer realiseren. Maar veel Moslims gruwen daarvan. Zij tonen een obsessie met maagdelijkheid, een afkeer van vrouwen die er zo sexy mogelijk proberen uit te zien, om maar niet te spreken van homoseksualiteit.
Je moet daarbij overigens niet generaliseren. In Almelo woont de Moslima Azra Akin, die vorig jaar Miss World is geworden, en daarmee volgens veel Nederlandse feministen juist te veel geïntegreerd was.
De angst om te discrimineren heeft gemaakt dat er in ons land onvoldoende gepraat is over de problemen die het gevolg zijn van de verschillende waarden van geseculariseerde Nederlanders en streng islamitische allochtonen. Dat komt niet door een tegenstelling tussen Christenen en Islamieten. In de jaren vijftig, toen de katholieke kerk nog met veel gezag een preutse seksuele moraal predikte, zou het contrast tussen Islamitische immigranten en hun Nederlandse omgeving veel kleiner zijn geweest. De Islamieten in Nederland passen wat betreft hun seksuele moraal in de Joods-Christelijke traditie. Maar na de seksuele revolutie van de jaren zestig is dat juist het probleem.

Gesproken column politiek café Wittebrood 28-11-2004