Zoek op trefwoord :
Het Centraal Administratiekantoor
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 21-04-2004

Ooit gehoord van het Centraal Administratiekantoor? De naam roept associaties op met de romancyclus Het bureau van J.J. Voskuil. Of met het Ministry of Administrative Affairs uit de BBC-serie Yes Minister. Maar het is het bureau dat de eigen bijdragen incasseert van mensen die zorg ontvangen op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Dat bureau functioneert slecht. Er zijn mensen die nog zitten te wachten op rekeningen uit 2001. Meestal zijn dat ouderen die keurig geld reserveren om die eigen bijdrage te kunnen betalen wanneer de rekening komt, maar in onzekerheid verkeren of ze wel het goede bedrag gereserveerd hebben. De meesten van hen vinden het heel vervelend om schulden te hebben. Sommigen zijn daarom ook geneigd dan maar genoegen te nemen met minder verzorging dan ze volgens het indicatie-orgaan nodig hebben, zeker nu de eigen bijdragen ook omhoog gaan. Want je weet maar nooit.

Je zou zeggen dat ook in groter verband het disfunctioneren van het Centraal Administratiekantoor als een probleem moet worden ervaren. Wanneer het bureau achterop is bij het uitrekenen voor de klanten hoeveel ze terug moeten betalen, dan is het waarschijnlijk ook achter met macro-informatie over hoeveel van de AWBZ-uitgaven terugkomt via de eigen bijdrage. Als er meer zorg geleverd wordt, gaan die eigen bijdragen ook meer opleveren. En naarmate er meer ouderen komen met een behoorlijk pensioen, neemt ook het aandeel van de eigen bijdrage in de kosten van de zorg toe. Er zijn dus actuele gegevens nodig over hoeveel de eigen bijdragen opleveren, want anders loop je het risico de kosten van de zorg voorzover ze via de collectiviteit betaald worden te overschatten. Dat is niet handig in een tijd waarin iedereen zich drukt maakt over het oplopen van de AWBZ-kosten.

Maar ook wanneer men bij het CAK voldoende inzicht heeft wat de eigen bijdragen zouden moeten opleveren, is er het probleem dat die eigen bijdragen voor het financieringstekort pas meetellen wanneer ze werkelijk betaald zijn. Nederland worstelt om beneden de heilige grens van 3 % te blijven, en daarbij is elk tiende procent van belang. Dan zou het dus niet zo moeten zijn dat er over 2004 minder eigen bijdragen geïnd worden dan mogelijk, en zou het inlopen van de achterstand eenmalig kunnen helpen het finacieringstekort benden de 3 % te houden, wat vooral interessant is nu verwacht wordt dat het tekort dit jaar zijn maximum bereikt.

Je kunt je ook afvragen of het CAK al het geld wel binnen krijgt. Hoeveel rekeningen zouden onbetaald blijven omdat de erfenis inmiddels verdeeld is, en het bureau niet bij machte is adequate invorderingsprocedures te voeren?

Toch hoor je haast nooit over het falen van het Centraal Administratiekantoor. Het VARA TV-programma Kassa heeft er een paar maanden geleden een uitzending aan besteed, en dat heeft plichtmatige Kamervragen opgeleverd. Maar er niets van journalistieke opwinding te bespeuren over wat je toch rustig een wantoestand kunt noemen. Wat dat betreft is een vergelijking interessant met de verbouwing van het hoofdkantoor van de UWV, die wekenlang de media beheerst heeft, en waar de minister om zichzelf te redden de directeur de laan uit moest sturen.

Mij lijkt de maatschappelijke schade van het disfunctioneren van het CAK aanzienlijk groter dan van de aanpassing van het UWV-gebouw ten behoeve van een misschien al te comfortabel directie-onderkomen. Toch levert het eerste geen hype op, terwijl het tweede dat wel gedaan heeft. Daarin zie je de wetten van de media terug: iets is nieuws wanneer journalisten ergens in een ander medium over lezen. Of iets wel of niet nieuws wordt, hangt daarmee af van een zelfversterkend proces, en of dat op gang komt is in hoge mate van het toeval afhankelijk.

Wanneer in twee kranten tegelijkertijd berichten zouden verschijnen over bezorgde bejaarden die niet weten wat hun financieel boven het hoofd hangt, zouden Kamervragen daarover in andere kranten alweer meer publiciteit krijgen, en daarop zouden andere media onderzoeksjournalisten gaan inzetten om uit te vinden waarom het bij het CAK niet goed loopt. Dat zou dan tot verklaringen van de Minister leiden die niet helemaal blijken te kloppen, en voor je het weet bungelt Hoogervorst.

Dat het zover tot nu toe niet gekomen is, kan ook nog wel aan iets anders liggen. Media zijn steeds sterker afhankelijk van adverteerders, en voor de meeste adverteerders zijn ouderen geen interessante doelgroep. Je haalt ouderen moeilijker over een nieuw product te gaan kopen, en als je dat al lukt, heb je er als adverteerder minder lang profijt van. Nieuws dat vooral voor ouderen van belang is, is daarom commercieel minder interessant. En dus is het disfunctioneren van het CAK geen nieuws.

In: Overheidsmanagement april 2004