Zoek op trefwoord :
Raad van State had naar Thorbecke moeten luisteren
Verschenen: 21-01-2003

De Raad van State heeft de gemeente Winsum op de vingers getikt. Daar had een raadslid dat in het dagelijks leven zijn brood verdient bij het Waterschap, meegestemd bij raadsbesluiten om de bouw van een nieuw gemaal mogelijk te maken. Volgens de Raad van State had dit niet gemogen, omdat het raadslid een persoonlijk belang had bij het besluit.

Het is een uitspraak die al dadelijk gevolg kreeg. Ergens anders meende de burgemeester dat een raadslid niet mee mag stemmen wanneer hij betrokken is geweest bij de oprichting van een vereniging die een beleidsvoornemen van de gemeente aanvalt. Het past in de vaker zichtbaar wordende tendens van burgemeesters die zozeer begaan zijn met het lot van de gemeente, dat zij elk raadslid dat naar hun mening de groei en bloei van de gemeente in de weg staat, trachten te intimideren.

Zo valt er nog heel wat te bedenken. Mag een kandidaat-wethouder meestemmen over de verkiezing van de wethouders? De Gemeentewet is er duidelijk over: dat mag - tot voor kort stemden wethouders zelf mee over hun eigen ontslag. Misschien denkt de Raad van State daar ook wel anders over.

We mogen aannemen dat een raadslid of een wethouder volgens de Raad van State niet mag meestemmen over een subsidie aan een vereniging waar hij zelf in het bestuur zit. Maar geldt dat ook als hij alleen maar lid is van die vereniging? Dan heeft hij er toch ook een belang bij? En hoe zit dat met de reconstructie van een straat waar het raadslid of de wethouder woont?

Interessant is het verschijnsel van de Gemeenschappelijke Regeling. Wanneer dat rechtspersonen zijn, sluiten zij soms ook contracten af met gemeenten, of hebben zij van gemeenten vergunningen nodig, net als een waterschap. Mogen wethouders en raadsleden die deel uitmaken van het bestuur van een Gemeenschappelijke Regeling daar dan nog over meestemmen?

En hoe zit het eigenlijk met het portefeuillehouderschap? Heeft een wethouder als portefeuillehouder niet een persoonlijk belang bij een hoog budget voor de diensten waar hij politiek verantwoordelijk voor is, en is het dan wel goed dat hij daarover meestemt? En mag je nog meestemmen wanneer je lid bent van een politieke partij die in zijn verkiezingsprogramma iets zegt over het onderwerp?

Je kunt je zelfs afvragen of het wel gewenst is dat raadsleden inwoner van de gemeente zijn. Daarmee krijgen ze allerlei belangen bij de raadsbesluiten. Misschien stemmen raadsleden wel tegen verhoging van de OZB omdat ze zelf geen zin hebben die hogere belasting te betalen.

Om die reden is er rond 1900 ook gebroken met de gewoonte dat burgemeesters in de eerste plaats gezocht werden onder inwoners van de gemeente. Daardoor werden burgemeesters veel te veel belanghebbende bij de besluiten van de gemeente. Waarschijnlijk juicht de Raad van State het dan ook toe dat steeds vaker burgemeesters niet in hun eigen gemeente wonen. Bij wethouders gaat het ook al die kant op.

Maar Thorbecke dacht daar uitdrukkelijk anders over. Hij was wel voor een door de kroon benoemde burgemeester, maar bij voorkeur uit de eigen inwoners. Hij was ook niet benauwd voor raadsleden die ook participeerden in het maatschappelijk middenveld. In 1852 liet hij als Minister van Binnenlandse Zaken een circulaire uitgaan dat raadsleden die regent waren van een godshuis, mee mochten stemmen over zaken die die instelling betroffen.

Daar had de Raad van State een voorbeeld aan moeten nemen. Anders komen we in volstrekt onwerkbare situaties.Openbaar bestuur januari 2003