Zoek op trefwoord :
Dubbel boekhouden past niet in kennismaatschappij
Verschenen: 29-10-2002

KPN heeft € 9 miljard afgeboekt op zijn UMTS-licenties. Om niet het slachtoffer te worden van de prijsillusie van de euro: dat komt overeen met ƒ 20 miljard in oude Hollandse guldens. Het is ongeveer het duizendvoudige van wat de provincie Zuid-Holland verspeeld heeft met de Ceteco-affaire. Toch heeft het niet duizendmaal zoveel publiciteit gegenereerd.

De privatisering van de KPN is altijd verdedigd werd met het argument dat de overheid niet in staat is om een bedrijf te runnen. Ik hoor het Wim Dik nog zeggen. Nu blijkt dat de duur betaalde managers van KPN evenmin in staat waren om zich te onttrekken aan de ICT hype als de eerste de beste adjunct-commies die zich aandelen Worldonline heeft laten aansmeren om snel rijk te worden.

KPN-directeur Scheepbouwer verdedigt het bieden op de UMTS-licenties met het argument dat iedereen toen dacht dat er zoveel geld mee te verdienen viel, maar dat is voor mensen die zich miljoenensalarissen laten uitbetalen geen excuus. Als je niet meer inzicht in je eigen vak hebt dan ‘iedereen’, waarom dan wel een hoger salaris? Het doet terugverlangen naar de oude PTT. Die was minder slagvaardig dan de KPN van nu, maar liep juist daardoor niet in zeven sloten tegelijk.

Het besluit van KPN is ook boekhoudkundig interessant. In de eerste plaats omdat het genomen is nadat de aandelen KPN al bijna het nulpunt genaderd waren, want de beleggers waren de ICT-schellen al eerder van de ogen gevallen. De licenties prijkten nog voor de volle aanschafwaarde op de balans per ultimo 2001, en je kunt de vraag stellen of de accountant daar wel mee had mogen instemmen. Durft Scheepbouwer zelf een verklaring te tekenen dat die balans een juist beeld gaf van het eigen vermogen? Zoveel is er dit jaar nog niet veranderd.

Aan de andere kant maakt de eenmalige afschrijving nu, dat er minder op de licenties zal hoeven te worden afgeschreven wanneer UMTS ooit toch nog operationeel wordt. Het zal dan dus gemakkelijker worden om te komen tot een winstgevende exploitatie van UMTS en daarmee tot een positief resultaat van KPN, dat dan bovendien met een aanzienlijk lager eigen vermogen bereikt wordt. Dat zal te zijner tijd een positief effect op de koersen hebben.

Toch is de afwaardering van de licenties een zuiver boekhoudkundige handeling, waardoor de werkelijkheid niet verandert. Alleen het financiële beeld van KPN verandert erdoor. Het eigen vermogen geeft een meer realistisch beeld, maar de exploitatieresultaten in de toekomst geven geen goed beeld meer van de totale exploitatiekosten. Daarmee heeft de afwaardering een enigszins arbitrair karakter gekregen: het is geen bedrog, maar andere keuzes waren ook mogelijk geweest. Het heeft ook niet tot grote opwinding bij beleggers geleid: die waren hun geld toch al kwijt.

Men dient zich af te vragen of hiermee het dubbel boekhouden niet aan het eind van zijn levenscyclus gekomen is. Het systeem is er op gebaseerd, dat winst en eigen vermogen sleutelbegrippen zijn. Maar in een kenniseconomie wordt het steeds lastiger om vast te stellen wat het eigen vermogen eigenlijk is. De beurswaarde van een bedrijf wordt ook steeds minder door het eigen vermogen beïnvloed. Dat levert grote boekhoudkundige problemen op wanneer het ene bedrijf het andere overneemt, want wat moet er dan met het verschil gebeuren?

De boekhoudkundige crisis van dit moment is niet alleen een kwestie van de behoefte om zaken mooier voor te stellen dan ze zijn, het is ook een gevolg van het in toenemende mate inadequaat worden van boekhoudregels die dateren uit een tijd dat bezit bestond uit gebouwen, goederen en transportmiddelen, en niet uit licenties, kennis, een goed functionerende organisatie, en naamsbekendheid. Hoe accountants ook hun best doen eenduidige regels te formuleren, cijfers die vermogen en winst uitdrukken hebben geen betekenis wanneer niet in een concreet geval duidelijk is welke vooronderstellingen er aan ten grondslag liggen.

De ironie wil, dat ondanks het falen van het dubbel boekhouden in het bedrijfsleven, de druk steeds groter wordt om de daarop gebaseerde regels unverfroren toe te passen bij gemeenten. Eigen vermogens van gemeenten moeten vergelijkbaar zijn, en daarom verbieden de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften vervroegde afschrijving of financiering a fonds perdu van investeringsuitgaven, ook niet in wegen en bruggen die niet verhandelbaar zijn.

Het gevolg van deze zogenaamd bedrijfsmatige benadering is dat de gemeente niet meer mag wat KPN zojuist om bedrijfsmatige redenen gedaan heeft: het afwaarderen van activa om zo op termijn een beter jaarresultaat te bereiken.

In: Overheidsmanagement 2002