Zoek op trefwoord :
Twee hoeraatjes voor de Ieren
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 23-07-2001

Nederland heeft een regering die groot gewicht hecht aan het referendum. Toen er twee jaar geleden in de nacht van Wiegel in de Eerste Kamer onvoldoende voorstanders bleken te zijn van een grondwetswijziging om het referendum mogelijk te maken, brak er een kabinetscrisis uit. Het kabinet kon pas weer de verantwoordelijkheid voor het bestuur van ons land aanvaarden, toen er afspraken waren gemaakt om dan maar zonder grondwetswijziging tot een referendum te komen.

Je zou verwachten dat zo’n regering groot gewicht hecht aan de uitslag van referenda in landen waar de bestuurlijke vernieuwing verder is voortgeschreden dan in ons land, zoals Ierland. Daar werd onlangs een referendum gehouden over de uitbreiding van de Europese Unie, en die werd afgewezen.

Nu kan zo’n uitbreiding alleen plaats vinden wanneer alle huidige lidstaten van de EU het ermee eens zijn. Je zou dus verwachten dat het Ierse referendum reden zou zijn om de besprekingen over de uitbreiding van de Europese Unie stop te zetten, of in ieder geval op te schorten tot er overeenstemming is over condities die voor de Ierse bevolking wel acceptabel zijn. En dat in ieder geval de Nederlandse regering daarvoor pleit.

Maar dat gebeurt niet. De onderhandelingen gaan gewoon door, en men verwacht dat de Ierse regering net zo lang doorgaat referenda te houden tot de Ierse bevolking een keer ja zegt. Zo is het in Denemarken ook gegaan. En anders heeft niet Europa een probleem, maar de Ierse regering, met zo’n weerbarstig volk. Het is zoals de toneelschrijver Brecht cynisch opmerkte na de Oost-Duitse opstand in 1953: wanneer de regering ontevreden is over het volk, laat zij dan een ander volk kiezen.

Het opmerkelijke is dat dat ook de opstelling is van de kroonjuweliers van D66. Ik heb uit die partij geen woord van protest gehoord tegen de manier waarop de andere lidstaten van Europa omgaan met de uitslag van het Ierse referendum. Dat past ook bij de manier waarop D66 omging met andere referenda. Toen de opkomst bij het Amsterdamse referendum over IJburg onvoldoende bleek voor een geldige referendumuitslag, vloog D66-wethouder Jikkie van der Giesen haar PvdA-collega Duco Stadig van vreugde om de hals. En D66-minister Van Boxtel was tegen een referendum over de vestiging van een asielzoekerscentrum in Gorkum.

Als het erop aankomt blijkt het kroonjuweel van D66 een bijou van de HEMA: net zo vals en goedkoop. De meeste D66’ers voelen helemaal niet voor referenda, maar ze kunnen het moeilijk toegeven, want waar staat D66 dan nog voor? Wie echt voor referenda is, kan waarschijnlijk beter op Leefbaar Nederland stemmen. Maar ook die heb ik nog niet over het Ierse referendum gehoord. Waarschijnlijk weten die ook niet waar Ierland ligt. Ten slotte zijn ze voor leefbaar Nederland, niet voor leefbaar Europa.

Dat wil niet zeggen dat ik zelf voor referenda ben. Vroeger dacht ik dat het referendum een middel kon zijn om patstellingen in de politiek te doorbreken, zoals rondom de plaatsing van kruisraketten of het gebruik van kernenergie. In de praktijk blijkt het echter vooral patstellingen te creëren. Wie lid is van een vertegenwoordigend lichaam wordt door die positie gedwongen zich breder te oriënteren dan de individuele burger. Hij kan zich niet permitteren alleen maar tegen een bepaald uitbreidingsplan te zijn, hij zal ook moeten aangeven wat dan zijn alternatief is. Bovendien moeten politici ook achteraf verantwoording afleggen, wanneer blijkt dat zij de verkeerde keuze gemaakt hebben. Het zijn allebei argumenten waarom besluitvorming door gekozen politici te prefereren valt boven referenda.

Dat betekent echter niet dat ik ongelukkig ben met de uitslag van het Ierse referendum. Ik zou zeggen twee hoera’tjes. Geen drie, want daarvoor waren de motieven van de tegenstemmers te onzuiver. Het zou voor de PvdA een duidelijk signaal moeten zijn om zich af te vragen of we met Europa op de goede weg zijn, zowel in geografisch als in bestuurlijk opzicht. Maar net als na het referendum in Denemarken lijkt men niet tot zo’n bezinning te kunnen komen.

In de vorige Pg stond op p. 15 een verklaring van de PvdA Werkgroep Europa van het gewest Zuid-Holland. Die verklaring past bij de lijn zoals de PvdA die tot nu toe gevolgd heeft: uitbreiding van Europa, zowel in aantal landen als wat de bevoegdheden betreft. En Europa moet doorzichtiger worden, wat betekent meer macht voor het Europese parlement.

Ik ben het hier allemaal niet mee eens. We zien in Zuid- en Oost-Europa een groot enthousiasme om zich aan te sluiten bij de Europese Unie, maar aan de noordwestkant overheerst terughoudendheid. Noorwegen is niet eens lid van de Europese Unie – net als IJsland en de Far Ör - Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden zijn geen lid van de EMU, en Ierland begint nu ook al dwars te liggen. Daarmee komt Nederland aan de rand van Europa te liggen. En hebben wij nu echt meer waarden gemeen met Roemenië dan met Engeland of Denemarken? Ik geloof ook niet in specifiek Europese waarden waar Amerika met zijn lange democratische traditie geen deel aan heeft.

Er is ook niets tegen een bepaalde mate van desintegratie van Europa. Terecht heeft Schröder voorgesteld dat elk land weer zijn eigen landbouwbeleid mag gaan voeren. Dat zou ook moeten gelden voor de spoorwegen, waar regering en Kamer te snel gekozen hebben voor een door Europa opgedrongen liberaal model, ondanks de dominantie in Europa van politici die zich sociaal-democraat noemen. Herstel de autonomie van de lidstaten inzake de nutsbedrijven. Hou op met fraude stimulerende subsidies voor dingen waar Nederland beter zelf over kan beslissen. En laat Europa zich zeker niet gaan bemoeien met het Nederlandse drugsbeleid of met euthanasie.

De gedachte van bescherming van de sociale stelsels in Europa is goed bedoeld, maar moet niet leiden tot eenvormigheid van die stelsels, omdat die stelsels gebaseerd zijn op instituties waar in verschillende landen heel verschillend over wordt gedacht. Bovendien moet ik niet denken aan de overgangsproblemen die zo’n stelselintegratie zou opleveren. Moet Europa gaan uitmaken wie er in Nederland recht heeft op een WAO-uitkering? Europa zou goede diensten kunnen bewijzen bij het tegengaan van belastingconcurrentie, maar ook in de PvdA kom je op hoge posten mensen tegen die belastingconcurrentie juist een goede zaak vinden.

En dan het Europees parlement. Laat men nu eindelijk erkennen, dat in Europa de condities voor een goed functionerend parlement ontbreken, en dat daar deze eeuw ook geen verandering in zal komen. Dat gaat niet om de bevoegdheden, maar om het ontbreken van een Europese publieke opinie, met Europese media en Europese politieke partijen. En die komen er ook niet zolang over veel dingen een Nederlandse socialist eerder hetzelfde denkt als een Nederlandse liberaal dan als een Franse socialist. Daarom lukt het ook niet om de verkiezingen voor het Europese parlement tot leven te brengen.

Voorzover er in Nederland discussie over Europa is, richt die zich op het standpunt dat de Nederlandse regering in de Europese raad moet innemen. Daar is het Nederlandse volk op het niveau van Europa vertegenwoordigd, terwijl het Europees parlement de pretenties heeft een niet-bestaand Europees volk te vertegenwoordigen. Wanneer het Europees parlement verdwijnt en de macht verschuift naar vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten die openbaar stemmen, bereikt men het maximum aan transparantie dat onder de huidige omstandigheden mogelijk is.