Zoek op trefwoord :
Het beste middel tegen nepnieuws is een integere overheid
Verschenen in 'Socialisme & Democratie' - 01-01-2018

Bubbel zou wel eens het woord van 2017 kunnen blijken. Overal hoor en lees je dat mensen tegenwoordig door de opkomst van de sociale media in hun eigen bubbel zitten, waarin ze alleen horen en lezen wat gelijkgestemden te melden hebben. In zijn essay naar aanleiding van de verkiezingsnederlaag van de PvdA schrijft Paul Depla: “Verdeeld in kleinere groepen, leven mensen in hun eigen wereld en zijn nauwelijks meer met elkaar in gesprek.”   Dat wordt als een gevaar voor de democratie beschouwd, zeker wanneer er nepnieuws in zo’n bubbel rondgaat. The Economist haalt Habermas aan, volgens wie door de sociale media het publieke debat erodeert.

Ik heb hier zo mijn twijfels over. Je hoeft geen gebruiker van sociale media te zijn om bij de selectie van de informatie die je tot je neemt te laten leiden door het gezag dat  je aan auteurs toekent. Dat bepaalt welke boeken je leest, welke kranten en tijdschriften, maar ook welke columnisten. Hoe ruimdenkend je ook bent, je ontkomt er niet aan een selectie te maken, en daarbij je vooral te richten op die publicaties waarvan je verwacht dat ze je verder helpen, en niet die waaraan je je alleen maar ergert.

Twitter speelt daarop in, door je de keuze te geven wie je wel en niet volgt. Je zult vooral andere twitteraars volgen met wie je het regelmatig eens bent. Dat hoeft overigens niet altijd. Ik ga geen abonnement op De Telegraaf of Elsevier nemen, maar Wierd Duk en Syp Wynia zijn interessant om te volgen.

Veel tweets worden ook geretweet door mensen die het er juist niet mee eens zijn, om de abjectheid van de betreffende twitteraar te laten zien. De tweets van Donald Trump zijn daar een mooi voorbeeld van.Er is in Nederland een geweldige polarisatie rond de Islam, waarbij de een moslims als de nieuwe joden ziet, en de ander als de nieuwe nazi’s. Met 140 en ook met 280 tekens leidt dat eerder tot scheldpartijen dan tot diepgaande discussies, maar eenzijdig is het niet wat je zo via twitter bereikt. En vaak verwijzen tweets naar langere artikelen.

Bij Facebook gaat men een stap verder, en maakt men zelf een keuze wat voor berichten abonnees krijgen voorgezet, op basis van berichten die ze eerder geliket hebben. Daarbij worden mensen eerder gesterkt in hun opvattingen. Maar het is nog maar de vraag of zo de democratie om zeep wordt geholpen.

 

Nieuwe verzuiling?

Dat mensen alleen zien en horen wat gelijkgestemden te melden hebben, hebben we eerder beleefd. In de jaren vijftig heette dat de verzuiling. De KVP-fractieleider Carl Romme was tegelijkertijd politiek hoofdredacteur van de Volkskrant.In Leiden woonde de redacteur van de plaatselijke editie van Het Vrije Volk de overigens besloten bijeenkomsten van de raadsfractie bij, dan kon hij beter uitleggen waarom de PvdA gelijk had en de andere partijen niet. Het verschil was dat Het Vrije Volk slechts een klein deel van de PvdA-stemmers bereikte. In 1954 was het de katholieken door de bisschoppen ook verboden om lid van de VARA te worden of regelmatig naar hun uitzendingen te luisteren. Daaruit blijkt een belangrijk verschil tussen de hedendaagse bubbels en de verzuiling van destijds: de verzuiling werd in belangrijke mate gehandhaafd met externe pressie, waarbij letterlijk gedreigd werd met hel en verdoemenis, terwijl de bubbels van nu berusten op de eigen keuze van mensen, en mensen ook snel van bubbel kunnen wisselen.

Vergeleken met de tijd van de verzuiling is onze huidige maatschappij een wonder van openheid. Dat blijkt ook uit de volatiliteit van de verkiezingsuitslagen. In de tijd van de verzuiling wisselden weinig mensen van partij. Vier zetels winst heette al een politieke aardverschuiving. Nu kan een grote partij als de PvdA in één keer driekwart van zijn aanhang verspelen. Wanneer kiezers zich al in een bubbel bevinden, is dat kennelijk geen beletsel om van partij te wisselen. Of je moet constateren dat het wisselen van bubbel kennelijk heel gemakkelijk is.

Met die volatiliteit hangt samen dat steeds minder mensen lid zijn van een politieke partij, terwijl een politieke partij toch de ultieme bubbel is. Wie lid wordt van een politieke partij committeert zich er bij voorbaat aan bij volgende verkiezingen op die partij te stemmen, en daar zijn steeds minder mensen toe bereid. Als PvdA-lid ontvang je ook voortdurend mails waarin je leest waarom de PvdA gelijk heeft en andere partijen niet.

 

 

Weldenkend Nederland

Het einde van de verzuiling betekent niet dat er geen bubbels meer zijn. Er zijn nog kleine bubbeltjes van verschillende soorten gereformeerden en moslims. Maar er is ook een grote bubbel van de geseculariseerde hoog opgeleiden in Nederland. Die lezen de NRC en de Volkskrant en kijken naar Nieuwsuur en Buitenhof. Het is de bubbel van wat Herman Vuijsje weldenkend Nederland noemde. De meeste Tweede-Kamerleden bevinden zich in deze bubbel. In die bubbel volgt men de beleidsparadigma’s van de Haagse ministeries. De rekenwijze van het CPB wordt kritiekloos omarmd, en wanneer het CPB voorspelt dat de verzorgingsstaat tot minder arbeidsparticipatie leidt, wordt dat geframed als ‘minder banen’. De opkomst van Bernie Sanders en Jeromy Corbyn werd eerst geridiculiseerd en daarna gebagatelliseerd, want ook dat paste niet in het neoliberale wereldbeeld.

Ook is weldenkend Nederland voor de Europese integratie en de noodzaak van de ‘hervormingen’ die dat met zich meebrengt. De Brusselse correspondenten zien de Brusselse community als een Gideonsbende die het ideaal van de Europese eenheid dichterbij probeert te brengen, daarbij voor de voeten gelopen door de nationale regeringen die hun oren laten hangen naar de kiezers. Ze werken aan het ‘Europese project’,  hoewel je nergens leest wat dat eigenlijk inhoudt, want dan zouden mensen zich er weleens tegen kunnen uitspreken. Toen ik in 2005 mij in een academisch gezelschap liet ontvallen dat ik tegen de Europese Grondwet ging stemmen, werd ik aangekeken alsof ik een ontsnapte oorlogsmisdadiger was. Ik mocht nog net aan tafel blijven zitten. Marijke Linthorst schreef dat zij er indertijd haast niet voor durfde uit te komen dat zij overwoog tegen te stemmen.

Weldenkend Nederland steunt ook de nieuwe koude oorlog tegen Rusland. Volgens het CBS bedroegen in 2014 de militaire uitgaven van de gezamenlijke NAVO-landen tienmaal die van Rusland, en exclusief die van de VS nog driemaal zoveel,  maar dat lees je nergens. Wellicht verspreidt het CBS nepnieuws, maar dat zou dan toch een scoop van jewelste zijn. De ramp met de MH17 wordt steeds aangeduid als een misdadige aanslag in plaats van een tragische vergissing zoals die in oorlogssituaties vaker voorkomt. De vergelijking met het Iraanse passagiersvliegtuig dat op 3 juli 1988 door Amerikaanse militairen uit de lucht geschoten werd, en waarbij de onderste steen nooit boven is gekomen, wordt zelden gemaakt. Je kunt het ook vergelijken met de Engelse bombardementen op Nijmegen en het Haagse Bezuidenhout tijdens de Tweede Wereldoorlog waarvoor nooit iemand vervolgd is.

Het klimaatbeleid in de bubbel wordt gedicteerd door de milieuorganisaties. Men is terecht voor energiebesparing en zon- en windenergie, maar alternatieven als inherent veilige kerncentrales op basis van thorium of binding van CO2 aan olivijn worden volledig genegeerd. ntussen zien we in andere bubbels allerlei complottheorieën langskomen. De rapporten over de opwarming van de Aarde zouden fake zijn. Inenten leidt tot autisme. Joris Demmink verkrachtte kleine jongetjes, en dat werd door Justitie in de doofpot gestopt. Marianne Vaatstra werd vermoord door iemand uit het naburige AZC, en niet door een autochtoon. De man die op 10 juni 2017 bij Amsterdam Centraal tegen een muur botste, moet wel een terrorist geweest zijn.

Niet elke bewering is toegestaan. Je mag niet beweren dat de holocaust fantasie was, en wie nu nog de beschuldigingen tegen Demmink volhoudt kan vervolgd worden wegens smaad. Maar zoals je mag beweren dat de Aarde plat is en in zeven dagen geschapen, mag je ook de klimaatverandering ontkennen en inenten bestrijden, ook al maakt dat de doelstellingen van het overheidsbeleid minder haalbaar.  

 

Betrouwbaar

Het beste dat de overheid kan doen om het geloof in dergelijke complottheorieën tegen te gaan, is zelf betrouwbaar te zijn. Maar daar ontbreekt het vaak aan. Het ‘bonnetje’ van de Teevendeal dat maar onvindbaar bleef, was op zichzelf niet belangrijk, maar was wel een symbool van een overheid die zijn fouten niet wil toegeven. En daarvan hebben we er natuurlijk heel veel gehad, zoals het fotorolletje uit Srebrenica en het onverklaarbaar gewiste telefoongesprek tussen Jos van Rey en Fred Teeven over de burgemeestersvacature in Roermond. En wat te denken van het persbericht dat de Keulse politie op 1 januari 2016 uitbracht waarin stond dat de feestelijkheden de nacht daarvoor overwegend vreedzaam waren verlopen. Nepnieuws! Dat er veel seksueel geweld had plaats gevonden werd al snel duidelijk via de veel gesmade sociale media, maar het duurde dagen voordat dat in Nederland door de reguliere media bevestigd werd.

Regelmatig blijken ook dingen niet te kloppen in officiële rapporten. Denk aan de ‘onvolkomenheden’ in het rapport over de geluidshinder bij uitbreiding van vliegveld Lelystad, waarbij een vliegsnelheid verondersteld werd waarbij vliegtuigen uit de lucht vallen. Het waren betrokken leken die dat opmerkten. In Leiden gebeurde ook zoiets bij de rapporten over de verplaatsing van het busstation die de gemeente wilde doordrukken.

Al weer een kleine twintig jaar geleden publiceerden Andries Köbben en Henk Tromp hun boek De onwelkome boodschap over de druk die op wetenschappers wordt uitgeoefend wanneer hun onderzoeksresultaten niet in het straatje van de opdrachtgevers passen. Zij waren betrokken bij een Leids instituut dat in opdracht van het Ministerie van OC&W het ziekteverzuim in het onderwijs in kaart bracht. Zolang dat terugliep waren er geen problemen, maar toen in 1994 een stijging van het verzuim geconstateerd werd, waren de rapen gaar. Dat boek heeft weinig invloed gehad. ‘Daar kan ik niets mee’, ligt bestuurders in de mond bestorven wanneer een rapport concludeert dat de voornemens in het regeerakkoord misschien niet zo verstandig zijn. Het ministerie van Veiligheid en Justitie wilde zijn cannabisbeleid graag onderbouwen met onderzoek door het WODC, maar dat onderzoek moest dan wel het bestaande beleid bevestigen.

 

Beïnvloeding verkiezingen

Inmiddels is er angst ontstaan dat door het lanceren van nepnieuws via sociale media andere landen en dan met name Rusland in staat zijn onze verkiezingen te beïnvloeden, en zo de democratie om zeep te helpen. Dit lijkt mij echter zelf meer een complottheorie. Toen Obama gekozen werd, was iedereen in onze kring enthousiast over de sociale media waarmee Obama campagne had gevoerd, maar nu Trump gekozen is hebben ineens de sociale media het gedaan. In de koude oorlog steunden zowel de Sovjet Unie als de Verenigde Staten bevriende partijen, in de hoop zo meer invloed uit te kunnen oefenen. Juist de Verenigde Staten oefenen ook op allerlei andere manieren druk uit. De The Hague Invasion Act van president Bush jr die het de VS mogelijk maakt om Nederland binnen te vallen ten einde gevangenen van het Internationaal Strafhof te bevrijden, is nog steeds niet ingetrokken, en Trump zal dat niet doen ook. Stel je het kabaal eens voor wanneer Rusland zo’n wet had!

Ook weten we uit Wikileaks dat er indertijd overleg was tussen de Amerikaanse ambassadeur en een Haagse topambtenaar over hoe Wouter Bos onder druk gezet zou kunnen worden om alsnog in te stemmen met verlenging van de Nederlandse militaire aanwezigheid in Afghanistan. En Amerika oefent ook pressie uit via de baantjes die er te verdelen zijn. ‘Dat zal Nederland merken’, zei Jaap de Hoop Scheffer toen Nederland in 2010 niet bereid was de missie in Afghanistan te verlengen. Zijn eigen aanstelling als secretaris-generaal van de NAVO viel samen met de Nederlandse steun aan de inval in Irak, dus hij kon het weten.

Daarmee is natuurlijk niet goedgepraat dat Rusland probeert via nepnieuws invloed uit te oefenen. Niet een Russische BUK raket maar een Oekraïense straaljager zou de MH17 hebben neergehaald. Waarom Oekraïne dat gedaan zou hebben is volstrekt onduidelijk, en deze desinformatie wordt dan ook maar in een kleine bubbel geloofd. Wat Rusland daarmee denkt te bereiken is ook niet duidelijk.

Meer invloed hebben de berichten gehad dat Hillary Clinton als minister van Buitenlandse Zaken voor haar email haar privé server gebruikt had in plaats van die van het departement. Omdat dat verboden was heeft dat ook tot serieuze onderzoeken door de FBI geleid. Paul Krugman houdt daarom de toenmalige FBI-directeur Comey verantwoordelijk voor de verkiezingsoverwinning van Trump. Wanneer dat al Comey’s intentie was, heeft hij er weinig plezier van beleefd want hij is zelf door Trump aan de kant gezet. De berichten over Clinton’s email verkeer zijn naar buiten gekomen via Wikileaks. Men neemt aan dat die teruggaan op Russische hackers. Maar ze waren wel waar, het was geen nepnieuws. En ze verschenen ook in de grote media, en niet alleen op Facebook. Ze zijn eerder te vergelijken met de Panama Papers of de Paradise Papers, die ook via hacken verkregen zijn met de bedoeling invloed uit te oefenen.

In plaats van de verkiezing van Trump te wijten aan Rusland, of aan Wikileaks, of aan Comey, of aan het rare kiesstelsel waardoor Clinton met een meerderheid van drie miljoen stemmen toch geen president werd, moet je de vraag stellen hoe het komt dat de Republikeinen met een kandidaat als Trump niet de grootste verkiezingsnederlaag uit de geschiedenis hebben geleden. Dat komt vooral door de weerzin die de Democraten en met name de Clintons gewekt hebben bij de klassieke democratische achterban. Ook bij het Brexit referendum is er binnen weldenkend Nederland de neiging de schuld van een onwelkome uitslag te leggen bij Russische trollen. Er is zeker in die campagne veel nepnieuws verspreid, maar dan toch vooral door de Engelse tabloids. Die zouden echter niet zoveel invloed gehad hebben wanneer er niet al een afkeer van de Europese Unie bestond. Dat kwam deels door de verstoring van de onderzijde van de arbeidsmarkt door de influx van arbeiders uit Oost-Europa en vooral uit Polen. Wanneer het Lodewijk Asscher eerder gelukt was om het principe van gelijke beloning voor hetzelfde werk in hetzelfde land aanvaard te krijgen, was er misschien wel geen meerderheid voor de Brexit geweest.

Maar er speelde ook een dieper sentiment, het gevoel dat de politici in Westminster macht kwijt raakten aan ‘people we don’t know’. In zijn Van der Leeuw lezing vergeleek David van Reybrouck de onvrede over de EU met de afkeer van koloniale overheersers. Het grappige is dat Schotten die voor afscheiding van Engeland zijn op dezelfde manier over Westminster praten. Daar zijn geen Russische trollen voor nodig.

Er is nu een roep om censuur te horen. Facebook, Twitter en Google worden opgeroepen hun gebruikers te beschermen tegen onjuiste berichten. Die eis wordt nog niet gesteld aan email servers, telefoonbedrijven en de post, maar dat komt misschien nog wel. Kranten plaatsen soms ingezonden stukken met aantoonbaar onjuiste informatie, moet daarbij de overheid ook ingrijpen?  Onjuiste informatie hoeft ook niet met opzet gegeven te worden. Mensen kunnen zich te goeder trouw vergissen, of in berichten van anderen de ironie niet hebben onderkend. Maar het grootste gevaar is natuurlijk dat het weerspreken van de overheid als nepnieuws zal worden aangemerkt. Wanneer de politie in Keulen verklaart dat de oudejaarsnacht rustig verlopen is, verspreid je dan nepnieuw wanneer je het tegendeel hebt ervaren? En is het nepnieuws wanneer je zegt dat Nederland een belastingparadijs is, terwijl de Tweede Kamer heeft uitgesproken dat dat niet zo is? In 1956 deed de Nederlandse regering met succes een beroep om Der Spiegel niet te verspreiden vanwege berichten over de crisis op Soestdijk, maar dat was geen nepnieuws, integendeel. De overheid moet nepnieuws niet verbieden, maar wanneer het schadelijk is wel tegenspreken. De overheid wordt daarbij echter alleen geloofd wanneer ze zelf integer is. Daar ontbreekt het te vaak aan.

Zie voor de voetnoten de oorspronkelijke publicatie: S&D jg. 74 nr. 6, december 2017: 36-41.