Zoek op trefwoord :
Bernie Sanders en Jeremy Corbyn
Verschenen in 'Publieke Tribune' - 06-02-2016

De democratische voorverkiezingen in Iowa hebben bevestigd dat Bernie Sanders een kansrijke kandidaat is voor het Amerikaanse presidentschap, en ieder geval voor de democratische kandidatuur daarvoor. Hij lijkt in veel opzichten op Jeremy Corbyn, die in september tot leider van Engelse Labour Party is gekozen.

De meest opvallende overeenkomst is nog wel hun leeftijd. Beiden zijn geboren in de jaren ’40 van de vorige eeuw: Corbyn is 66, Sanders zelfs 74. Zelf ben ik 72, en ik moet er niet aan denken full time een politieke functie te vervullen, laat staan het presidentschap van de Verenigde Staten en daar campagne voor te moeten voeren. Maar Sanders’ rivale Hillary Clinton is ook al 68, en Dagobert Trump is 69. De ouwetjes doen het nog best in Amerika.

Sommige mensen schijnt het gegeven te zijn om nog op hoge leeftijd politieke functies te bekleden: Konrad Adenauer was 73 toen hij de eerste Bondskanselier van Duitsland werd, maar als Sanders wordt gekozen zal hij aan het begin van zijn presidentschap al 75 zijn. Dit terwijl in Nederland een politicus van boven de 50 al snel zijn uiterste houdbaarheidsdatum bereikt.

Sanders en Corbyn hebben ook gemeen dat ze allebei al heel lang in de politiek meedraaien. Sanders werd in 1981 burgemeester van Burlington en is sinds 2007 senator voor Vermont, Corbyn is al sinds 1983 lid van het Lagerhuis. Allebei opereerden ze op de linker flank en waren ze bij voorbeeld in 2003 tegen de inval in Irak. Corbyn was het meest dissidente lid van de Labour fractie, Sanders is zelfs geen lid van de Democratische Partij maar werd gekozen als onafhankelijke kandidaat, al werkt hij wel samen met de democratische fractie.

Allebei hebben ze een links programma, waarbij ze zich afzetten tegen het neoliberale beleid dat in het verleden door hun partij werd gesteund. Noch Sanders noch Corbyn heeft dan ook de steun van het establishment van zijn partij. Binnen de Labour fractie leidt dat tot dramatische taferelen, omdat die fractie nu onder leiding staat van iemand waar de meerderheid van die fractie het fundamenteel mee oneens is.

Als Sanders president wordt zal dat minder een probleem zijn, omdat hij dan hoe dan ook een zelfstandige positie heeft tegenover het congres, meer eigen bevoegdheden heeft, en meer te stellen zal hebben met de Republikeinen dan met zijn eigen partij. In het Amerikaanse kiesstelsel is het niet uitgesloten dat Sanders net als Obama met een vijandig congres zal moeten werken. In de Senaat wordt slechts een derde van de leden dit najaar opnieuw gekozen.

Wat vooral opvalt, is dat beide heren ondanks hun hoge leeftijd het vooral moeten hebben van jonge kiezers bij wie ze veel enthousiasme ontketenen, meer dan hun gevestigde concurrenten zoals Hillary Clinton. Die aanhangers zijn ontevreden over de toegenomen ongelijkheid, over de banden van de politiek met het grootkapitaal, en over de vruchten van het neoliberalisme. En ze wenden zich daarbij niet tot een of andere nieuwlichter, maar tot oude politici die zich hun hele leven gedistantieerd hebbenvan de derde weg en new labour. Gedurende hun lange politieke bestaan zijn ze standvastiger geweest dan Jesse Klaver in de paar jaar dat hij meedraait.

De vraag is natuurlijk of zoiets ook in andere socialistische partijen kan gebeuren. Het is duidelijk dat de sentimenten hetzelfde zijn. Maar in continentaal Europa leidt het eerder tot nieuwe partijen, zoals in Spanje Podemos en in Griekenland Syriza. Al eerder is in Nederland de SP groot geworden. Je kunt zeggen dat Jan Marijnissen onze Jeremy Corbyn was, maar Emile Roemer heeft dat niet in zich. Daarbij maakt het een groot verschil dat in landen met een districtenstelsel het oprichten van een nieuwe partij veel minder kansrijk is, en dus het gevecht eerder binnen de bestaande partijen geleverd wordt.

Het helpt daarbij ook dat in een districtenstelsel parlementsleden toch iets meer van een eigen mandaat hebben, en daardoor zich meer dissidentie kunnen veroorloven zolang ze in hun eigen district gesteund worden. In Engeland en Amerika kunnen politici ook heel lang parlementslid blijven, waardoor ze in staat zijn een vertrouwensband op te bouwen, al komt het resultaat daarvan het partij-establishment niet altijd even goed uit.

Ik zou ook niet weten welke oude socialist binnen de PvdA de rol van Corbyn of Sanders zou kunnen gaan spelen. Maar dat zo iemand niet op staat wil niet zeggen dat er niet in Nederland dezelfde sentimenten spelen.

Gepubliceerd op Publieke Tribune