Zoek op trefwoord :
Persoonlijke tragiek
Verschenen in 'Intermediair' - 23-03-2000

Het tweede kabinet Kok is tot nu toe twee ministers kwijtgeraakt. Hayo Apotheker was tot de conclusie gekomen dat de aanpak van de varkensboeren waartoe zijn voorganger besloten had, niet rechtvaardig was, maar zag geen kans om het kabinet daarvan te overtuigen.

Bram Peper kon niet langer functioneren toen bleek dat de anonieme beschuldigingen van ambtenaren aan zijn adres, dat hij bij zijn declaraties het mijn en het dijn niet kon scheiden, bevestigd werden door het accountantsonderzoek dat in opdracht van de Rotterdamse rekeningcommissie was ingesteld.

Het is opmerkelijk hoe verschillend onze premier zich in deze twee kwesties opstelde. Apotheker kreeg een trap na, het was hem allemaal kennelijk te veel geworden. Maar bij Peper was sprake van een persoonlijke tragiek. En Kok bleef overtuigd van zijn integriteit. In feite trok hij daarmee de integriteit van de accountants van KPMG in twijfel, al zei hij dat niet expliciet.

Nu is er altijd sprake van een persoonlijke tragiek, wanneer iemand met zijn hand in de jampot wordt aangetroffen. Dat geldt ook voor de bijstandsmoeder die wordt veroordeeld omdat ze inkomsten niet heeft opgegeven aan de sociale dienst. En al helemaal voor die contactgestoorde boekhouder die verliefd geworden was op een prostituee die hem letterlijk en figuurlijk uitkleedde, zodat hij gedwongen werd een greep in de kas van zijn baas te doen. Maar ze hebben het aan zichzelf te wijten, en dat geldt voor Peper ook.

Waarom dan toch Peper geprezen, en laatdunkend over Apotheker? Apotheker koos zelf voor aftreden, en werd er niet door de omstandigheden toe gedwongen. Hij maakte een afweging wat hij wel en niet tegenover zichzelf nog kon verantwoorden, en verkoos zijn principes boven het pluche.

Je zou zeggen dat Apotheker juist datgene gedaan heeft wat kiezers van politici verwachten. Maar dat is niet wat Kok van zijn ministers verwacht. Stel je voor dat elke minister die in het Kabinet zijn zin niet krijgt, zomaar ontslag neemt. Het land zou onregeerbaar worden! Misschien kan Kok, die zelf altijd soepel is meegebogen met de tijdgeest, zich ook wel helemaal niet voorstellen dat iemand zich zo principieel opstelt als Apotheker gedaan heeft.

Dan Peper. Die pleitte in de Eerste Kamer ten minste vol hartstocht voor het referendum, terwijl hij indertijd hemel en aarde bewogen had om te bereiken dat het Rotterdamse referendum over de Stadsprovincie niet zou doorgaan, en daarna, dat men zich niets van de uitslag zou aantrekken. Een echte intellectueel! Van dat soort mensen moeten ze het in Den Haag hebben.

Nu weet je als je politicus wordt, dat je altijd moet schipperen tussen integriteit en loyaliteit. Maar je moet ook altijd bereid zijn een grens aan die loyaliteit te stellen, wanneer dingen van je gevraagd worden die echt tegen je rechtvaardigheidsgevoel in gaan. Iedereen die voor dat dilemma gesteld wordt, zal daarbij ook de maatschappelijke consequenties laten meewegen. Wie er dan toch voor kiest af te treden, verdient meer respect dan wie moet aftreden omdat hij zich in een vorige functie onmogelijk heeft gemaakt.