Zoek op trefwoord :
Brief over de OV-visie van Holland Rijnland
Verschenen in 'Rover' - 05-02-2014

Aan de deelnemers aan het Portefeuillehoudersoverleg

Verkeer en Vervoer van Holland Rijnland

Tijdens uw vergadering van vrijdag 7 februari komt bij drie agendapunten het openbaar vervoer in de regio aan de orde: bij agendapunt 3 praat u over de wensen t.a.v. de dienstregeling 2015, bij agendapunt 5 over de monitoring van de OV-visie en bij agendapunt 8 over de actualisatie hiervan. Deze drie agendapunten hebben uiteraard veel met elkaar te maken, voor zover ze elkaar al niet overlappen.

Wij juichen de monitoring van de OV-visie toe, met name vanwege het spanningsveld tussen de HOV-corridors en het ontsluitende net. Het moet niet zo zijn dat kortere rijtijden als gevolg van investeringen in de infrastructuur teniet gedaan worden door langere looptijden vanwege de reductie van het aantal haltes.

Het DB schrijft daarover: ‘Bij gemeenten en ROVER bestaat de vrees dat verbeteringen in de HOV-corridors ten koste gaan van het ontsluitende net.’ Het gaat hierbij echter niet alleen om vrees voor de toekomst. Uit de wensen van de verschillende gemeenten t.a.v. de dienstregeling 2015 blijkt duidelijk dat zij ontevreden zijn over aantastingen van het ontsluitende net die al hebben plaats gevonden op grond van de OV-visie, overigens zonder dat die wijzigingen worden genoemd in het Uitvoeringsprogramma Openbaar Vervoer. .

Voorschoten vraagt dat de wijziging van de route van bus 45 die op grond van de OV-visie heeft plaats gevonden ongedaan wordt gemaakt. Aangezien de corridor Leiden-Voorschoten-Den Haag niet meer voorkomt in het uitvoeringsprogramma, zou het geen probleem moeten zijn deze wens van Voorschoten in te willigen.

Zoeterwoude wil dat er bussen door het dorp blijven rijden, en Leiderdorp verwijst naar ‘de bestaande punten’, wat betekent dat men voor bus 365 streeft naar een hogere haltedichtheid. In het verleden toonde ook Lisse zich ontevreden over de verslechtering van het ontsluitende net als gevolg van de OV-visie, maar daar heeft men kennelijk de moed opgegeven.

Naar onze mening dienen in de evaluatie niet alleen de effecten van toekomstige maatregelen te worden opgenomen, maar ook van de wijzigingen van de dienstregeling die in december 2012 op grond van de OV-visie tot stand zijn gekomen.

Het uitvoeringsprogramma geeft ons aanleiding tot meer opmerkingen. In het kaartje op p. 6 zijn niet alleen de spoorlijnen en de geplande R-net lijnen getekend, maar ook een deel van het huidige ontsluitende net. Overigens is dit kaartje wel veel overzichtelijker dan het ‘metrokaartje’ uit de oorspronkelijke OV-visie.

Wie over goede ogen beschikt kan zien dat op één na de Leidse stadslijnen niet zijn opgenomen, en evenmin het deel van 186/187 dat Oegstgeest ontsluit. Niet duidelijk is of hier betekenis aan moet worden gehecht. Is het antwoord op deze vraag bevestigend, dan zijn wij benieuwd naar de standpunten van de wethouders van Leiden en Oegstgeest hierover. Indien het antwoord ontkennend is, pleiten wij ervoor in het vervolg òf het ontsluitend net niet in te tekenen, òf het in te tekenen zoals het nu is.

Het is ons ook niet duidelijk welke rol de door Leiden gewenste Kennislijn binnen het onderliggende net zou moeten gaan spelen. De formulering dat deze lijn niet mag leiden tot meer bussen in de binnenstad stelt ons weinig gerust. 

Een tweede opmerking betreft de overgang van HR-net naar R-net. Daarmee wordt aangesloten bij de ontwikkelingen elders in de Randstad. Er valt echter op het R-net concept ook het nodige af te dingen, omdat het bij een te rigide interpretatie kan leiden tot suboptimale keuzes. Daarbij verwijzen wij naar bijgaand artikel in OV-magazine OV-magazine dat gepland is voor het nummer dat op 6 februari zal verschijnen.

Naast deze algemene opmerkingen hebben wij ook opmerkingen over de verschillende projecten. Wij houden daarbij de volgorde van het Uitvoeringsprogramma aan, maar verwijzen indien van toepassing ook naar de ingediende wensen voor de dienstregeling 2015.

A. Leiden CS – Alphen aan den Rijn – Utrecht CS

Terecht wordt hier de kwaliteitsverbetering van de OV-knooppunten opgevoerd. In dat kader vragen wij vooral aandacht voor het station Leiden Lammenschans, waar de relatie met de buslijnen 365 en 45 moet worden geoptimaliseerd (zie ook onder G). Deze lijnen dienen daarom ook bij de aandachtspunten te worden genoemd.

Een ander OV-knooppunt is het busstation bij Leiden Centraal. Na de overname van de concessie door Arriva is hier de informatievoorziening verslechterd en heeft er ook een zekere verloedering plaats gevonden. Wij hopen dat het snel lukt deze problemen aan te pakken.

 B. Alphen aan den Rijn – Gouda

Het is de vraag of de gewenste frequentie van eens per kwartier in de brede spits gerealiseerd zal worden. In het Programma van Eisen beperkt men zich tot drie extra treinen ’s ochtends en ’s avonds in beide richtingen ten opzicht van een half-uursdienst

 C. Noordwijk – Schiphol

Dit wordt ten onrechte als één corridor gepresenteerd. Noordwijk, Sassenheim en Schiphol liggen niet op één lijn, en wie van Noordwijk naar Schiphol reist kan beter op station Sassenheim overstappen. Splitsing van de lijn in Sassenheim maakt het mogelijk de bus Noordwijk-Sassenheim veel beter aan te laten sluiten op de trein naar Schiphol, wat Noordwijk terecht bepleit. Splitsing maakt het ook mogelijk op beide trajecten de frequentie aan te passen aan het aantal passagiers. In eerdere studies van GoudappelCoffeng en MuConsult is daar ook op gewezen. De verbinding Sassenheim-Schiphol kan het beste worden gerealiseerd door doortrekking van de 310 vanuit Nieuw Vennep naar Lisse en Sassenheim . 

 D. Leiden CS – Katwijk – Noordwijk

Ook dit is geen corridor. De drie plaatsen liggen niet op één lijn en via Rijnsburg reis je vanuit Noordwijk sneller naar Leiden dan via Katwijk. Bij het nu geprojecteerde bustracé is klakkeloos de RGL gevolgd, zonder rekening te houden met de extra mogelijkheden die bussen bieden.

Uit de aandachtspunten blijkt echter dat nu ook gekeken gaat worden naar een splitsing Leiden-Katwijk en Leiden-Rijnsburg-Noordwijk. Dat lijkt ons veel beter; ook Arriva denkt er zo over. Het maakt het ook mogelijk de bestaande lus door Katwijk te handhaven.

Koppeling van een van de lijnen aan Leiden-Zoetermeer zoals nu bestudeerd wordt is veel beter dan de eerder door HR voorgestane koppeling van Leiderdorp-Leiden aan Leiden-Zoetermeer. Onze voorkeur gaat voorlopig uit naar de koppelingen Katwijk-Leiden-Leiderdorp en Noordwijk-Rijnsburg-Leiden-Zoetermeer.

F. Leiden CS – Leiden Lammenschans

Terecht is geconstateerd dat het tracé Hooigracht-Lammenschans pas bruikbaar is na aanleg van de Ringweg Oost of een gelijkwaardig alternatief. Daarom bevreemdt het ons dat Leiden gevraagd heeft om reeds in 2015 bussen die nu over de Breestraat rijden via dit tracé te leiden. Ter wille van drie minuten tijdwinst rijdt bus 365 in de toekomst om Zoeterwoude Dorp heen, maar diezelfde bus raakt daarna veel meer tijd kwijt wanneer hij via de Hooigracht moet rijden zonder dat daar ingrijpende verkeersmaatregelen zijn getroffen.    

 G. Leiden Lammenschans – Zoetermeer

Hier is in december 2012 de Q-liner 365 in de plaats gekomen van de interliner 206. Omdat als gevolg van de opheffing van bus 32 er meer haltes moesten worden aangedaan, is de reistijd toegenomen met 2 tot 5 min. Uitvoering van de OV visie HR heeft hier dus tot reistijdverlenging geleid.

In de oorspronkelijke OV-visie werd ook gepleit voor een doorkoppeling met de ZoRo-lijn naar Rodenrijs. Niet duidelijk is waarom men dit heeft laten varen.

De halte in Zoeterwoude bij het Transferium gaat volgens de provincie ‘A4’ heten. Dat geeft aan dat dit transferium ook een functie kan krijgen voor automobilisten op weg naar Leiden die daar op de in het spitsuur zeer frequente bus 365 over stappen. Wij bepleiten dat die optie vanaf de rijksweg duidelijk zichtbaar wordt gemaakt, met een indicatie van de overstaptijd, zoals dat in Rotterdam ook gebeurt bij de metrohaltes Kralingse Zoom en Capelse Brug.

 H. Leiden-Leiderdorp-Schiphol

Wij constateren tot onze tevredenheid dat hier gepleit wordt voor koppeling van een R-net traject (Leiden-Leiderdorp) aan een niet-R-net traject, zonder dat de passagiers hoeven over te stappen. Dat kan een welkom precedent zijn voor Katwijk en Noordwijk. Het moet dan ook mogelijk zijn langs het R-net traject oude bushaltes in Leiden en Leiderdorp te doen herleven. Dit zou bij de evaluatie moeten worden bekeken.

 

Gaarne zijn we bereid een en andere nader toe te lichten. 

 

Namens Rover afd. Holland Rijnland, 

met vriendelijke groet, 

 

Hans van Dam, secretaris 

 

Paul Bordewijk, voorzitter