Zoek op trefwoord :
Een verkozen korpschef?
Verschenen in 'Tijdschrift voor de Politie' - 20-12-2013

In: Tijdschrift voor de Politie december 2013

 

Tijdens het jubileum congres van dit tijdschrift op 8 november j.l. vroeg spreker Thierry Baudet zich af waarom we in Nederland de korpschef van de politie niet rechtstreeks kiezen. In Amerika kiest men ten slotte ook de sheriff. Het is best een prikkelende gedachte, maar ik denk toch niet dat we Nederland daarmee vooruit helpen.

Ik weet wel voor wie rechtstreekse verkiezing van de korpschef aantrekkelijk zou zijn: voor de eenmaal gekozen korpschef. Die kan aan zijn rechtstreekse verkiezing een mandaat ontlenen dat hij nu niet heeft. In de discussie over de verkiezing van de burgemeesters zie je hetzelfde: veel zittende burgemeesters zijn daar wel voor, omdat ze verwachten daarmee een veel sterkere positie te krijgen.

In de plannen van D66-minister Thom de Graaf van tien jaar geleden kreeg de burgemeester ook zo’n veel sterkere positie. Hij zou de wethouders voordragen, die daarmee gereduceerd werden tot een soort politiek assistent van de burgemeester. Voor het wegsturen van de burgemeester was een twee-derde meerderheid van de raad nodig, zodat de burgemeester zolang hij over de steun van een minderheid in de raad beschikte zich niets van raadsbesluiten hoefde aan te trekken, ook niet als het ging om de begroting.

Dit plan is niet doorgegaan omdat het De Graaf in 2005 niet lukte de hiervoor noodzakelijke grondwetswijziging door de Eerste Kamer te krijgen. Dat was overigens niet omdat PvdA-woordvoerder Ed van Thijn tegen meer macht voor de burgemeester was – die macht had hij zelf als burgemeester van Amsterdam ook wel willen hebben – maar omdat hij vreesde dat de verkozen burgemeester het beheer over de politie zou kwijtraken. De lezers van dit blad weten als geen ander dat dat met de invoering van de Nationale Politie toch gebeurd is.

Zoals rechtstreekse verkiezing van de burgemeester een andere ontslagprocedure noodzakelijk maakt, geldt dat ook bij rechtstreekse verkiezing van de korpschef. Ontslag betekent in zo’n situatie nu eenmaal het ingaan tegen de uitspraak van de kiezers. Daarmee verdampt het gezag van de burgemeester en het openbaar ministerie zoals we dat nu kennen, laat staan dat gemeenteraden de burgemeester dan nog ter verantwoording kunnen roepen voor de handelingen van de politie. De inbedding van de politie binnen de democratische rechtsstaat gaat dan verloren, en daar zijn toch al zorgen over.

Maar zou het voor de kiezer niet fijn zijn zelf een korpschef te kiezen, in plaats van daarbij afhankelijk te zijn van de minister? Ik betwijfel dat. Amerika kent vele functies met rechtstreekse verkiezingen, maar de opkomst daarbij is zeer mager. Zelfs bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012, waarbij de hele wereld de campagnes volgde, bedroeg de opkomst slechts 59%, terwijl bij ons bij Tweede-Kamerverkiezingen de opkomst rond 75% ligt. Bij andere verkiezingen is de opkomst veel lager.

Wij kennen één vorm van functioneel bestuur waarvoor verkiezingen worden gehouden, de waterschappen. Daar bedroeg in 2008 de opkomst slechts 24%. Nu kiest men daarbij niet de dijkgraaf maar een vertegenwoordigend lichaam, maar dat wil niet zeggen dat rechtstreekse verkiezing van de dijkgraaf tot een hogere opkomst zou leiden.

Wat dat betreft zijn ook de resultaten van de burgemeestersreferenda die tussen 2001 en 2008 zijn gehouden interessant. Men was blij wanneer de opkomst boven de 30% lag, en dat lukte alleen wanneer de twee kandidaten van verschillende partijen lid waren. Toen in Utrecht twee leden van de PvdA het tegen elkaar opnamen, was de opkomst niet hoger dan 9%. Voor een redelijke opkomst was het dus nodig dat de kandidaten een duidelijk verschillende partijpolitieke achtergrond hadden.

Dat zou bij korpschefsverkiezingen ook wel eens kunnen gelden. Maar willen we dat? Het lijkt me niet erg wenselijk wanneer mensen voor een kandidaat-korpschef gaan stemmen vanwege de partij waarvan hij of zij lid is. Het lijkt me ook niet wenselijk wanneer korpschefs zich bij hun beslissingen laten leiden door hun nagestreefde herverkiezing, of wanneer erop gespeculeerd wordt dat ze zich daardoor laten leiden, en bij voorbeeld bij een etnisch conflict er hard op hebben laten slaan om meer stemmen van PVV’ers te krijgen.

Een van de paradoxen van de democratie is dat mensen meer vertrouwen hebben in functionarissen die ze niet kiezen dan die ze wel kiezen. Dat is enerzijds omdat ze verkozen functionarissen ervan verdenken dingen te mooi voor te stellen om verkozen te worden, maar ook omdat ze zelf vaak op iemand anders gestemd hebben.

Dit is geen pleidooi om de democratie af te schaffen, want dat is nu eenmaal het minst slechte stelsel. Het is het enige stelsel dat het mogelijk maakt langs geweldloze weg een regering af te zetten. Daarom zie ik ook niets in het voorstel van David van Reybrouck in Tegen verkiezingen om het parlement door loting samen te stellen. Maar we moeten de democratie ook niet idealiseren. Met een gekozen korpschef maak je de kiezer niet blij, en verstoor je het stelsel van checks and balances rond de politie.