Zoek op trefwoord :
Tegen Vlaams separatisme
Verschenen in 'Openbaar bestuur' - 15-02-2013

De Gught, K.

Vrijheid. Liberalisme in tijden van cholera

Antwerpen 2012: De Bezige Bij

 

Karel de Gught heeft een grote maar niet altijd onbezoedelde carrière gemaakt binnen de Vlaamse liberale partijen. Daarbij leggen de Belgen de normen nu eenmaal ruimer dan wij Nederlanders. Nu is De Gught een van de twee Nederlandstalige leden van de Europese Commissie, met de portefeuille handel. Net als zijn partijgenoot Verhofstadt heeft hij dit jaar een boek gepubliceerd waarin Europa centraal staat. Zo schrijfs zijn de Nederlandse liberalen niet.

 

Het is een redelijk leesbaar boek, al gaat het op een gegeven moment wel erg diep in op de ‘politiek met een kleine p’ rond het kiesdistrict Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik vrees dat voor Nederlanders het gevecht in Amerika rond Obamacare een stuk interessanter is. Ook wordt de Nederlandse lezer getroffen door typisch Vlaamse uitdrukkingen. ‘De dieperik ingaan’ (p. 23), dat las je toch niet bij Willem Elsschot of Marnix Gijsen. Onbedoeld laat De Gught zo zien hoe Vlaanderen en Nederland cultureel uiteendrijven.

 

De Gugth heeft drie thema’s: liberalisme, afkeer van separatisme, en van souvereinisme. Hij verdedigt het liberalisme in een tijd waarin de kredietcrisis het geloof in de vrije markt ondermijnd heeft. Maar die crisis was volgens hem niet de schuld van de markt, maar van de overheid, die onvoldoende regels gesteld heeft (p. 118). Dat is natuurlijk een drogredenering: regels werden afgeschaft vanwege het geloof in de vrije markt, met name bij de liberalen.

 

Voor De Gught horen liberalisme, democratie, vrijhandel en Europa bij elkaar. Dat lees je niet bij Verhofstadt, want dat Europa een liberaal project is, dat wil diens compaan Cohn-Bendit uiteraard niet erkennen. De Gught is ook heel tevreden over het functioneren van het Europees parlement (p. 105). Dat het functioneert in een maatschappelijk vacuüm en niet representatief is door de oververtegenwoordiging van Europisten wil er bij hem niet in.      

 

De Gught bestrijdt het Vlaamse separatisme. Waar staat Vlaanderen voor? (p. 102 ). Alsof nationaal gevoel net zoiets is als het onderschrijven van een politiek programma, in plaats van een gevoel bij elkaar te horen, waar het spreken van dezelfde taal sterk aan bijdraagt. De Gught heeft ook geen bezwaar tegen ‘transferten’ van Vlaanderen aan Wallonië, want Noord-Europa draagt ook geld over aan Griekenland (p. 92). Dat het verzet tegen de transfers binnen België juist aangeeft dat er nooit draagvlak zal ontstaan voor een permanente geldstroom naar Griekenland, ziet De Gught niet.

 

Kortom: wel interessant, niet overtuigend.

 

In Openbaar bestuur februari 2013