Zoek op trefwoord :
De Europeaan bestaat niet
Verschenen in 'De Leunstoel' - 27-09-2012

Sinds de invoering van de euro het grootste beleidsfiasco is
gebleken uit de tweede helft van de twintigste eeuw, worden we doodgegooid met
plannen om eindelijk de Politieke Unie tot stand te brengen die de kiezers in
Nederland en Frankrijk in 2005 hebben afgewezen. De voorstanders daarvan hebben
iets triomfantelijks: het doet er niet meer toe of we zo’n unie willen of niet,
want door het debacle met de euro hebben ze ons bij de taas.

 

Voor de echte voorstanders van een Verenigd Europa is zo’n
unie veel meer dan een oplossing voor de problemen die zij zelf met de
invoering van de euro gecreëerd hebben. Het is een politiek ideaal,
vergelijkbaar met de eenwording van Italië onder Garibaldi. De eenwording van
Europa moet de Europeanen samen brengen in een nieuwe natiestaat.

 

Zelf voel ik me echter helemaal niet zo’n Europeaan, en ik denk
dat er maar weinig Nederlanders zijn die zich op Sicilië meer op hun gemak
voelen dan in New York. Ik voel mij in de eerste plaats Nederlander, in de
tweede plaats Leidenaar, in de derde plaats Wereldburger (met excuses aan René
Cuperus), en daarna komen ex aequo Europa en Zuid-Holland. Waarom is dat zo?

 

Europa heeft geen gemeenschappelijke taal. Zo
ongeveer elk Europees land heeft zijn eigen taal, waardoor je met je eigen taal
in andere Europese landen niet terecht kan. Het Vlaams en het Noord-Nederlands
gaan ook steeds meer van elkaar verschillen. Engelsen, Spanjaarden, Portugezen
en Fransen kunnen met hun eigen taal wel terecht in belangrijke gebieden buiten
Europa, maar wij komen wij niet veel verder dan Suriname.

 

We doen ook niet echt ons best om andere Europese talen te
leren. De vroegere MULO-B leerling leerde Frans, Duits en Engels, maar de
huidige doctorandus in de communicatiewetenschappen kan geen boek in het Frans of
Duits lezen. Engels leren we vooral vanwege de positie van die taal in de Wereld,
niet om ons aan de overkant van de Noordzee verstaanbaar te maken. Ook bij de
ECB in Frankfurt spreken ze Engels, hoewel er slechts één klein Engelstalig
land bij is aangesloten.

 

Er zijn geen Europese media. Dit is in belangrijke
mate het gevolg van het ontbreken van een gemeenschappelijke taal, maar niet
uitsluitend. Er is geen gemeenschappelijk Nederlands-Vlaams TV programma.
Nederlandstalige kranten zijn òf Nederlands, òf Vlaams. Wie bij een
benzinestation aan de Duits-Oostenrijke grens de voorpagina’s vergelijkt van
kranten uit die twee landen, ziet twee verschillende werelden. Er is maar één
krant die lijkt op een Europees dagblad: de International
Herald Tribune.
Die wordt dan ook gemaakt vanuit New York.

 

In de jaren tachtig werd er in Nederland nog wel veel naar
Vlaamse en Duitse TV-zenders gekeken. Het paradoxale is dat juist door de
Europese regelgeving dat een stuk minder is geworden. Die dwong namelijk tot
doorgifte van buitenlandse commerciële zenders via de kabel, en de buitenlandse
zender die daar gebruik van maakte was het Luxemburgse RTL. RTL bracht echter
een puur Nederlands programma, dat ook alleen in Nederland op de kabel kwam, en
de belangstelling voor echte buitenlandse zenders sterk deed afnemen.

 

Er is geen Europese cultuur. Weliswaar heeft de
klassieke muziek zich in Europa ontwikkeld, maar die wordt ook beoefend in
Amerika en Oost Azië. Veel Europeanen geven de voorkeur aan jazz en pop, die
uit Amerika afkomstig zijn. Een tijd lang luisterde de intellectuele bovenlaag
in Nederland ook graag naar Franse chansons, maar dat ligt al lang achter ons.
En als er iets is wat weldenkend Nederland niet wil horen, dan zijn het wel de
Duitse schlagers.

 

Bij de literatuur speelt de taaldiversiteit in Europa
uiteraard een grote rol. Die kan overwonnen worden met vertalingen, maar dat
geldt niet exclusief voor Europese teksten.

 

De filmcultuur in Europa wordt gedomineerd door de Verenigde
Staten. De Hollywood film is echter deels ook weer het product van Duits en
Nederlandse regisseurs, zoals Billy Wilder en Paul Verhoeven. Die dachten er
niet over om het in Frankrijk te proberen. Buiten Frankrijk is er ook niemand
die Louis de Funès leuker vindt dan Woody Allen.

 

Europa is geen waardengemeenschap. Natuurlijk, we
zijn tegenwoordige allemaal voor de rechtstaat, maar daarbij gaat het om
universele waarden, die gelukkig ook op grote schaal buiten Europa in praktijk
worden gebracht. In Oost-Europa zien we ook de nodige aanloopproblemen.

 

Uit het grote waardenonderzoek van Geert Hofstede blijkt dat
de Europese landen onderling weinig gemeen hebben, maar dat mensen in Noordwest
Europa hun waarden eerder delen met die in landen als de Verenigde Staten en
Australië, mensen in Zuid Europa met die in Zuid-Amerika, en mensen in Oost
Europa met die in Azië. Daarbij is de tegenstelling tussen de hiërarchische
cultuur van de Romeinen en de meer egalitaire cultuur van de Germanen nog
steeds zichtbaar. [1]

 

Sommige landen hebben in de loop van de geschiedenis ook
specifieke trauma’s opgedaan. Dat geldt met name voor Duitsland. Het wegvallen
van de staat tijdens de dertigjarige oorlog heeft daar geleid tot een extreme
gehechtheid aan voorschriften en procedures (´Ordnung muss sein´). De
hyperinflatie in de jaren twintig heeft de Duitsers allergisch gemaakt voor
geldcreatie. De vernietiging van hun steden tijdens de Tweede Wereldoorlog
heeft de Duitsers tot het meest pacifistische volk van Europa gemaakt, zoals
bleek uit de weigering om mee te werken aan de interventies in Irak en Libië.

 

Er zijn geen Europese politieke partijen. Je kunt nog
wel een aantal stromingen onderscheiden, maar dat voorkomt niet dat het
Europees parlement een bont gezelschap is. VVD en D66 maken er deel uit van
dezelfde fractie. Daarin heeft D66 het districtenstelsel als een van zijn
kroonjuwelen, terwijl de Engelse liberalen hun hart juist hebben verpand aan de
evenredige vertegenwoordiging. Overigens wil D66 bij de Europese verkiezingen
het huidige gematigde districtenstelsel inruilen voor een grensoverschrijdend
lijstenstelsel.

 

Het CDA van de moraalridders Balkenende en Buma maakt deel uit van dezelfde fractie als Forza
Italia van de hedonist Berlusconi. Op papier bestaat er de Partij van Europese
Socialisten, maar Engelsen, Fransen en Duitsers daarin denken toch weer heel
anders over de verzorgingsstaat, geldschepping, kernenergie en militaire interventies,
om maar een paar kleinigheden te noemen.
 
Nederlanders zijn ook veel meer geïnteresseerd in de Amerikaanse presidentsverkiezingen dan
in verkiezingen bij de buurlanden.
 
 
Europa is een Aziatisch schiereiland waar een groot aantal
volken wonen die in allerlei opzichten sterk verschillen. Hun onderlinge
nabijheid maakt een vrijhandelszone heel profijtelijk, maar hun cultuur- en
waardeverschillen staan de komst van een Europese staat in de weg. Het
politieke hart van de Nederlander zal blijven kloppen in Den Haag, en niet in
Straatsburg. Ook al komt er een Europese regering, dan zal dat net zo’n
bloedeloze instelling worden als het huidige Europees parlement, en de besluiten
van zo’n regering zullen steeds minder geaccepteerd worden naarmate zij zich
met steeds meer bemoeit.

 

Nationale politieke verhoudingen zullen de uitslag van
Europese verkiezingen blijven bepalen in plaats van omgekeerd. De
afscheidingsbewegingen in een aantal Europese landen (Schotland, Vlaanderen,
Catalonië, Noord-Italië) kunnen op heel wat meer steun onder de bevolking
rekenen dan de Europese eenwordingsbeweging. In België is de ontbinding al zo
ver dat er daar geen nationale partijen meer zijn, maar alleen gewestelijke, en
dat veel Vlamingen de politieke unie met Wallonië willen ontbinden. Dat het
juist Belgen als Van Rompuy en Guy Verhofstadt zijn die van Europa één land
willen maken, waarin de Noor deelt met de Griek en de Fin met de Portugees, maakt Europa tot een
Belgenmop.

 

In Internetmagazine De Leunstoel september 2012






 



[1]
Meer hierover in mijn artikel Europa is
geen waardengemeenschap
dat zal verschijnen in Openbaar bestuur (oktober of november).