Zoek op trefwoord :
Hij komt er niet
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 27-06-2012

Wie herinnert zich niet het commentaar van Henny
Keereweer in 2007 na het referendum waarbij de Leidse bevolking in grote
meerderheid de RijnGouwelijn had afgewezen. ‘Hij komt er niet’, stond er boven.
Dat bleek daarna echter minder eenvoudig waar te maken dan men dacht toen men
tot het referendum besloot, omdat het ook een project was van de provincie en de
omliggende gemeenten. Liever dan met hen de strijd aan te gaan, bruskeerde men
de Leidse bevolking.
Zo kon CDA-gedeputeerde Asje van Dijk rustig doorgaan de
plannen voor de RGL door te drukken, ook toen bij de voorbereiding van de
aanbesteding bleek dat de vervoersbedrijven even sceptisch waren als de Leidse
bevolking. Uiteindelijk bleek de provincie bereid per jaar € 33 miljoen uit te
geven om de RGL te laten rijden, terwijl € 5 miljoen opbrengst al heel mooi
gevonden werd. Men bekreunde zich er niet om wat dat voor de rest van het
openbaar vervoer zou betekenen.
Inmiddels is er een nieuw provinciebestuur, dat andere
maatregelen voorstelt om Leiden vanuit het oosten beter bereikbaar te maken.
Geen tram door de Breestraat of de Hooigracht, maar een betere spoorverbinding
met Utrecht. Voor twee collegepartijen, D66 en de SP, heeft daarbij het Leidse
referendum ook een belangrijke rol gespeeld.
Wat moet de PvdA hier nu mee? Gemeentelijk lijkt mij dat
niet zo moeilijk. Na het referendum wilde de PvdA het resultaat daarvan respecteren.
Dat men toch weer met de plannen voor de RGL instemde, was omdat men de
provincie als een onverslaanbare tegenstander beschouwde. Nu de provincie zelf
om is, geldt dat niet meer. Je zou verwachten dat de Leidse PvdA blij is dat nu
de uitslag van het referendum waarvoor zij zelf de verantwoordelijkheid droeg, alsnog
gerespecteerd wordt. Helaas heb ik van die blijdschap nog weinig gezien.
Anders ligt het voor de Statenfractie. Die heeft zich
nooit aan het referendum gecommitteerd. En ik heb de hoop verloren dat onze
fractie alsnog bereid zal zijn om inhoudelijk met een frisse blik naar de
RGL-plannen te kijken. Aanleidingen daarvoor zijn er genoeg geweest, maar die
heeft men laten passeren.
Er zit echter ook een politiek-strategisch aspect aan.
Nadat het CDA de plannen van Asje van Dijk keihard had laten vallen, zijn
alleen de PvdA en GroenLinks nog voor de RGL. Die hebben zich daarmee
behoorlijk geïsoleerd. Dat valt in de politiek te verdedigen wanneer je een
standpunt inneemt dat veel aanhang heeft bij de bevolking, zodat je door vol te
houden stemmen kunt winnen. Dat zit er bij de RGL niet in.


Bij Statenverkiezingen gaat het vooral om de samenstelling van de Eerste Kamer. Maar voor zover mensen
daarbij de RGL een rol laten spelen, is dat omdat ze ertegen zijn. Politiek
voordeel hoeft de PvdA van vasthouden aan de RGL-plannen niet te verwachten,
wel een versterkt isolement. Wanneer de PvdA niet te overtuigen valt dat de RGL
inhoudelijk een slecht plan was, zou men het ten minste als politiek feit kunnen
accepteren: hij komt er echt niet. En dat betekent kritisch meedenken over de
maatregelen die nu worden voorgesteld in plaats van omzien in wrok.

In PG, afdelingsblad van de Leidse PvdA, juni 2012