Zoek op trefwoord :
Verlos de Grieken van het euro-juk
Verschenen: 16-10-2011

Voor de tweede keer in drie jaar stevenen we af op een economische recessie. De eerste was de schuld van bankiers die zich bij hun jacht op bonussen niet realiseerden wat voor riskante financiële producten ze verhandelden, de tweede is de schuld van politici die zich bij het najagen van hun Europistische ideaal niet realiseerden wat voor een wankele constructie ze met de euro aan het optuigen waren.
Rond de invoering van de euro is er vaak genoeg gewaarschuwd dat daarbinnen steeds grotere spanningen zouden ontstaan wanneer de inflatie in de hele Eurozone niet gelijk op zou lopen. Minder aandacht was er voor de gevolgen die de invoering van de euro had op de kredietwaardigheid van landen.
Van de zeventien eurolanden moeten er inmiddels vijf door de andere EMU-landen of de ECB gered worden. Cyprus staat op het punt nummer zes te worden. Er wordt ook al met bezorgdheid naar Frankrijk en België gekeken. Van de negen overige landen zijn er vijf te klein of te arm om een deuk in een pakje boter te kunnen slaan. Blijven over Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk, voor wie het dan de vraag wordt of ze de rest overeind zullen kunnen houden zonder zelf te bezwijken.
Buiten de eurozone zijn er ook veel problemen, maar nergens dreigen er betalingsproblemen zoals binnen de eurozone. Dat komt omdat banken niet bang hoeven te zijn om geld te lenen aan landen met een eigen munt, omdat die voor de terugbetaling altijd een beroep kunnen doen op hun centrale bank. Dat leidt weliswaar tot inflatie, en daarom moeten landen meer rente betalen naarmate ze minder solide geacht worden, maar een faillissement is uitgesloten zolang ze lenen in hun eigen munt.
Met hun eigen munt hebben de eurolanden ook hun eigen centrale bank ingeleverd. Daarom worden een aantal nu door de financiële markten gewantrouwd. Wanneer de rating agencies hun werk goed gedaan hadden, hadden ze met de komst van de euro al de kredietwaardigheid van de eurolanden afgewaardeerd.
De invoering van de euro is dus een grote fout is geweest, waarvoor de verantwoordelijken hun excuses zouden moeten aanbieden. Maar dat wil niet zeggen dat je de euro moet afschaffen. Dat geeft te veel gedoe, en dus schade voor de economie.
Maar je moet ook niet denken dat de huidige problemen op te lossen zijn met meer centralisatie in Brussel. Het basisprobleem is het verschil in inflatie, dat niet meer door devaluaties kan worden geaccommodeerd. Je redt dat niet met strenger begrotingstoezicht, omdat inflatie niet alleen een zaak is van regeringen, maar ook van sociale partners.
In Zuid Europa laten vakbonden zich nu eenmaal minder aan het algemeen belang gelegen liggen dan in Nederland. Dat is het gevolg van diepgaande cultuurverschillen met een voorgeschiedenis van eeuwen. Ik zie de Europese Unie nog geen troepen naar Athene te sturen om daar een eind te maken aan de bezetting van overheidsgebouwen door stakende demonstranten. Wanneer dat toch zou gebeuren kan de pretentie dat een Verenigd Europa vrede brengt ook bij het oud vuil.
Griekenland kan alleen met een veel lager gewaardeerde munt – dus zonder euro - er weer bovenop komen. Dat vraagt tegelijkertijd een schuldreductie, wat geen sinecure is. Maar het is onze straf, omdat we veel te gretig Griekenland geld hebben geleend om onze export naar dat land te financieren.
Andere landen redden het wellicht met tijdelijke steun van het rijkere deel van Europa. Die steun kan dan het beste van de ECB komen, die daartoe onder normale politieke controle moet komen. Is er geen duidelijk perspectief op terugbetaling, dan doet een vroege uittrede uit de eurozone minder schade dan een late.
In Rood, ledenblad van de PvdA, oktober 2011