Zoek op trefwoord :
Waarom houden ze niet van ons?
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 19-06-2011

De PvdA doet het slecht bij de kiezers. Bij Maurice de Hond scoorden we laatst nog maar 22 zetels, één meer dan de SP. Maar de PvdA is niet alleen weinig geliefd bij de kiezers, wij zijn ook weinig geliefd bij andere partijen.
Tot dit jaar was het heel uitzonderlijk wanneer de PvdA als grote bestuurderspartij in een provincie niet in GS was vertegenwoordigd, maar nu staat de PvdA in vijf provincies buiten het college. In die provincies woont ook nog eens meer dan de helft van de Nederlandse bevolking. Toch heeft de PvdA bij de Statenverkiezingen nauwelijks verloren. Het komt ook niet door de opmars van de PVV, want die doet alleen in Limburg mee in het college. Het moet komen doordat de PvdA in toenemende mate erin slaagt andere partijen te ergeren.
Zowel binnen als buiten de PvdA heeft dit tot nu toe weinig aandacht gekregen. De berichtgeving in de media over de vorming van de colleges van GS ging vooral om het buitensluiten van de PVV. Dat met het buitensluiten van de PvdA in Zuid-Holland een eind kwam aan een traditie van ten minste een halve eeuw, zag ik nergens vermeld. Dat zegt iets over de relevantie van de PvdA.
Intern is er ook weinig aandacht voor. Je kunt natuurlijk onaangename waarheden altijd proberen te negeren, en degene die er wel op wijst voor verrader uitmaken. Maar op termijn heeft de partij daar weinig aan.
Ik denk niet dat de weerzin tegen de PvdA het gevolg ervan is dat de sociaal-democratische boodschap niet meer aanslaat, maar veel meer van de manier waarop de PvdA die boodschap verwoordt. Dat gebeurt vaak met een groot vertoon van morele superioriteit dat nergens op gebaseerd is. Toen Marcel van Dam als alternatief voor de fiscalisering van de AOW-premie opperde de AOW geleidelijk later in te laten gaan, noemde Wouter Bos dat ‘asociaal’. Drie jaar later verdedigde Bos datzelfde idee als het toppunt van sociaal beleid. We zijn niet geloofwaardig als critici van het neoliberalisme omdat we daar zelf veel te veel in zijn meegegaan.
Als het om de verzorgingsstaat gaat, weet je nooit wat je aan de PvdA hebt. Daar staat onze houding tegenover grote infrastructurele projecten tegenover, waar de PvdA niet bereid is naar critici te luisteren. Daardoor ligt er nu een zo goed als ongebruikte Betuwelijn, en rijden er zo goed als lege treinen over de HSL-zuid. Toch hebben die projecten veel minder te maken met de kern van de sociaal-democratie.
De concurrentie om de sociaal-democratische kiezer wordt intussen steeds scherper. Vanouds hadden we op links alleen concurrentie van de partijen die zich in GroenLinks verenigd hebben. Daar is later de SP bij gekomen. De PVV pretendeert nu ook de verzorgingsstaat te beschermen, en beroept zich op de erfenis van socialistische voorlieden als de familie Drees en Jacques de Kadt. En de partij van Jan Nagel is ook een soort PvdA-in-hersteld-verband.
Zoals Geert van der Varst laatst in de NRC schreef: er zijn sociaal-democraten genoeg in Nederland. Maar ze houden niet van de PvdA.

In PG, Ledenblad van de Leidse afdeling van de Partij van de Arbeid, juni 2011

Voor reacties: http://www.leiden.pvda.nl/nieuws/nieuws_item/t/waarom_houden_ze_niet_van_ons