Zoek op trefwoord :
Een InHollands Drama
Verschenen in 'TPC' - 11-02-2011

Bij Hogeschool InHolland is een bestuurscrisis uitgebroken. Eerste bleek de zogenaamde Theo-route meer dan theorie. Trage studenten werden door docent Theo gemakkelijk aan een diploma geholpen, wat InHolland extra inkomsten opleverde. Het kabinet heeft daar niets van geleerd, en wil nu een boetesysteem introduceren waarbij instellingen voor Hoger Onderwijs welhaast gedwongen worden een Theo-route te introduceren. Het is een hogeschoolvoorbeeld van de perverse prikkels die van een slecht beloningssysteem uitgaan.
De beste oplossing lijkt me om diploma’s op twee soorten papier te vertrekken: grijs voor de Theo-route, en wit voor degenen die echt geslaagd zijn. Zo’n grijs diploma kunnen we dan het basis-baccalaureaat noemen, en het witte diploma het baccalaureaat extra speciaal. Met al die communicatiewetenschappers moeten daar nog veel mooiere termen voor te bedenken zijn. In ieder geval wordt het voor elke studiestaker voordeling onmiddellijk het grijze diploma aan te vragen, want dat scheelt zowel hemzelf als de universiteit € 3000. Duidelijk een win-win situatie.
De problemen bij InHolland bleven niet beperkt tot de Theo-route. Er werd ook weinig onderwijs gegeven, want dat is niet meer van deze tijd. Het daarmee uitgespaarde geld maakte het mogelijk dat de bestuurders zichzelf rijkelijk fêteerden. Het gevolg is dat nu zowel de leden van het College van Bestuur als die van de Raad van Toezicht zijn afgetreden, en dat Doekle Terpstra, die eerder nog als belangenbehartiger van het HBO dacht dat het wel mee zou vallen met de wantoestanden bij InHolland, nu InHolland als een CEO gaat besturen. De bestuurscrisis heeft er niet toe geleid dat men gebroken heeft met de terminologie van het bedrijfsleven.
Nergens horen we van een zelfstandige rol van de Raad van Toezicht. Die is eenvoudig door de Raad van Bestuur in zijn val meegesleurd. Net als de Raad van Bestuur moest de Raad van Toezicht het bestaan van de Theo-route uit de krant vernemen, en met het lage aantal lessen en de hoge beloningen voor de Raad van Bestuur had de Raad van Toezicht geen problemen. Dit staat niet op zichzelf. Er zijn ook grote zorginstellingen omgevallen zonder dat de Raad van Toezicht in de gaten had dat het mis ging. ‘Falend toezicht’ dreigt haast een pleonasme te worden.
Mij lijkt dat het gevolg van de positie van de toezichthouders. Er is een tijd geweest dat huurders en zelfs bewoners van verzorgingshuizen geacht werden hun eigen instelling te besturen. Baas in eigen huis heette een brochure van de provincie Zuid-Holland over het bestuur van bejaardenhuizen. Omdat tegelijkertijd alleen nog maar mensen die veel zorg nodig hadden in die huizen werden toegelaten, kwam er weinig van terecht. Maar bewonerscommissies mochten wel bestuursleden voordragen.
Intussen is dat volledig omgeslagen. In de nieuwe governance ideologie is niet meer representativiteit het criterium, maar professionaliteit. De directeuren van destijds zijn bestuurders geworden, en de vroegere bestuursleden zitten nu in de Raad van Toezicht. Maar zij zijn daarbij volledig afhankelijk van het bestuur. Ze worden feitelijk benoemd bij coöptatie, waarbij ook het bestuur een stem heeft. Dat betekent dat ze ook geen verantwoordingsrelatie hebben naar een achterban. Wie als toezichthouder zich niet met het beleid kan verenigen wordt geacht op te stappen.
Raden van Toezicht zijn in de praktijk ook volledig afhankelijk van de informatie die ze van het bestuur ontvangen. In het vorige nummer van TPC verdedigt Meijerink dat: ‘Als je als toezichthouder je bestuurder op dat punt niet vertrouwt, heb je een veel groter probleem.’ Maar toezichthouders kunnen nooit honderd procent zeker zijn dat ze alles te horen krijgen dat relevant is, al was het maar omdat er verschil van mening kan zijn wat relevant is. Een goede toezichthouder leest daarom ook de krant, loopt eens in zijn eentje rond op de instelling, en praat met zijn buurjongen die klaagt dat hij weinig les krijgt. Je riskeert daarmee de toorn van de Raad van Bestuur. Maar zonder dat degradeert de Raad van Toezicht tot een Comité van Aanbeveling.

In TPC februari 2011