Zoek op trefwoord :
Kiesmannen
Verschenen in 'Openbaar bestuur' - 11-02-2011

Het worden spannende Statenverkiezingen dit jaar. Zal het VVD, PVV en CDA lukken om samen een meerderheid te behalen in de Eerste Kamer? Anders ziet het er slecht uit voor het kabinet Rutte - als dat dan nog bestaat. Veel van de afspraken in het ‘gedoogakkoord’ zullen dan door de Eerste Kamer geblokkeerd worden.
Het is niet de eerste keer dat Statenverkiezingen cruciaal zijn voor de landelijke politiek. In 2003 was de kabinetsformatie nog gaande toen de Statenverkiezingen werden gehouden. Het was de vraag of CDA en PvdA samen een meerderheid zouden krijgen in de Eerste Kamer. Zo niet, dan konden de onderhandelingen tussen die twee partijen wel gestaakt worden. Ik zal nooit de teleurstelling op het gezicht van Maxime Verhagen vergeten toen bleek dat in de nieuwe Eerste Kamer zijn partij samen de PvdA op een meerderheid kon rekenen.
Toen moest het CDA weer een nieuwe smoes bedenken om de onderhandelingen af te laten springen. Dat werd de Wijnkaart. Zoals nu de PVV stond toen D66 klaar om in het ontstane gat te springen. Was ooit Van Mierlo pas met het pistool op de borst bereid voor de PvdA te kiezen, de huidige D66’ers hebben geen pistool nodig om met de VVD samen te werken.
Statenverkiezingen ontlenen hun betekenis dus vooral aan de consequenties voor de Eerste Kamer. Bij een enquête door Maurice de Hond in 2007 gaf 48% van de ondervraagden aan zich bij de Statenverkiezingen alleen door de samenstelling van de Eerste Kamer te laten leiden, 17% door de samenstelling van de Staten, en 34% door beide. Daaruit blijkt duidelijk hoe de samenstelling van de Eerste Kamer bij de Statenverkiezingen domineert. In de ogen van de kiezers zijn de Statenleden in de eerste plaats kiesmannen (en –vrouwen) voor de Eerste Kamer, en pas in de tweede plaats provinciebestuurders.
Bij gemeenteraadsverkiezingen is het beeld heel anders. In 2010 gaf 73% van de ondervraagden aan dat ze zich bij hun stem hadden laten leiden door het beleid dat de partij van hun keuze in de gemeente had gevoerd, en slechts 24% door het landelijke beleid.
Dat bij provinciale verkiezingen de landspolitiek een veel grotere rol speelt dan bij gemeenteraadsverkiezingen, blijkt ook uit het geringe succes van provinciale partijen. Terwijl bij de gemeenteraadsverkiezingen vooral in kleinere gemeenten lokale partijen hoge scores kunnen behalen, lukt het bij Statenverkiezingen alleen de Friese FNP om meer te zijn dan een splinterpartij.
Dit heeft grote gevolgen voor de provinciale politiek. Wanneer de Statenverkiezingen niet zo belangrijk waren voor de landelijk politieke vanwege de Eerste Kamer, zou de opkomst stukken lager zijn. En die houdt al niet over: Bij de laatste Statenverkiezingen was de opkomst 46,3%, lager dan bij de laatste Kamerverkiezingen (75,4%) en bij de laatste raadsverkiezingen (54,1%), maar nog altijd hoger dan bij de Europese verkiezingen (37,0%) en bij de waterschappen, waar de opkomst nog veel lager was.
Is de koppeling aan de Eerste-Kamerverkiezingen gunstig voor de opkomst, voor de responsiviteit van de Statenleden is het fataal. Die hebben wel een grote mond dat ze rechtstreeks gekozen zijn, maar realiseren zich tegelijkertijd dat er geen enkele reden is naar de kiezer te luisteren, want die laat zich toch door de landspolitiek leiden. Toen in 1991 veel PvdA-kiezers overgingen naar D66, was dat in Utrecht geen reden D66 ook in het college van GS te halen, want zei men, de oorzaken voor de verschuiving waren landelijk. Zo erkent mijn zijn eigen irrelevantie.
De koppeling tussen de Statenverkiezingen en de Eerste Kamer wordt een groter probleem voor de landelijke politiek naarmate de kiezersgunst sneller wisselt. Men ontkomt zo niet aan rechtstreekse verkiezing van de Eerste Kamer of verkiezing door de Tweede Kamer. In Socialisme & Democratie van augustus/september dit jaar heb ik laten zien hoe na verkiezing van de Tweede Kamer op basis van evenredige vertegenwoordiging in combinatie met rechtstreekse verkiezing van de Eerste Kamer op basis van winner takes all, de kiezer zeggenschap kan geven over de te vormen regering.
In Openbaar bestuur januari 2011
Wanneer de Statenleden niet langer de Eerste Kamer kiezen zal de opkomst bij Statenverkiezingen zakken tot het niveau van de Waterschapsverkiezingen. Bij de waterschappen kiest het huidige kabinet voor verkiezing door de gemeenteraden. Misschien is dat voor de provincies ook de oplossing.