Zoek op trefwoord :
Rijdende treinen en gepasseerde stations
Verschenen: 12-12-2009

Op 8 december hebben Jouke de Vries en ik het boek Rijdende treinen en gepasseerde stations gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Ronald Plasterk, minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.

Onderwerp is consensusdrang, het verschijnsel dat mensen bang zijn om te waarschuwen voor op handen zijnde beleidsfiasco's, door psychologische, sociale, morele of politieke factoren. Het boek begint aldus:

Er gaat veel mis in het Nederlandse openbaar bestuur. Nieuwe railverbindingen als de HSL en de Betuwelijn blijken veel duurder dan ooit geraamd, terwijl het onvoorzien veel moeite kost ze in gebruik te nemen. Politici moeten erkennen dat het onderwijsbeleid dat decennia gevoerd is, onvoldoende rekening hield met verschillen in begaafdheid tussen leerlingen en daardoor geleid heeft tot een daling van het niveau van de gediplomeerden. Ondanks toezicht door de Nederlandse Bank blijken banken contracten gesloten te hebben waarvan ze de implicaties onvoldoende begrepen, met fatale gevolgen voor de economie. En zo kunnen we doorgaan.
Nu betekent besturen altijd handelen in onzekerheid. Bij een internationaal conflict zijn reacties van tegenstanders nooit volledig voorspelbaar. De economische ontwikkeling hangt onder meer af van de rentestand en de aandelenkoersen - grootheden waarvan per definitie niet te voorspellen valt hoe ze zich zullen ontwikkelen. Maar bij de analyse van beleidsfiasco’s moet men wel vaak achteraf constateren dat informatie die wel beschikbaar was, is genegeerd, gebagatelliseerd of gediskwalificeerd.
Dat kan zijn oorzaak hebben in psychologische, sociale en morele factoren. Individuen die zich eenmaal een mening over iets hebben gevormd, zijn weinig geneigd zich daarvan af te laten brengen door nieuwe informatie. Psychologen noemen dat de confirmatiebias. Besluitvorming binnen hechte groepen kan de confirmatiebias versterken, wanneer niemand zijn twijfels aan een voorgenomen beslissing durft kenbaar te maken. In de bestuurskunde wordt daarvoor de term groepsdenken gebruikt.
Soms doet hetzelfde verschijnsel zich voor binnen een hele beleidssector, zoals landbouw, onderwijs, en verkeer en vervoer. Het zijn gesloten circuits of beleidskokers, waarin men het eens is over de hoofdlijnen van het beleid. Wie erbij wil horen, kan zich niet te veel dissidentie veroorloven. Een dergelijke gedeelde opvatting wordt vaak aangeduid als een beleidsparadigma.
De consensus kan ook verder gaan, waarbij een paradigma wordt aangehangen door de hele politieke en beleidselite. Vaak is een dergelijk sectoroverschrijdend beleidsparadigma gebaseerd op een brede maatschappelijke consensus, maar dat hoeft niet. Er kan ook een kloof zijn tussen opvattingen van de politiek-bestuurlijke elite en van de meerderheid van de bevolking, zoals vaak blijkt bij referenda. Door processen van internationalisering en globalisering komt het steeds meer voor dat nationale maatschappelijke opvattingen weer onder invloed staan van denkbeelden die wereldwijd aandacht krijgen.
Op al deze niveaus kan er sprake zijn van strijd, maar er kan ook sprake zijn van een gedeelde opvatting. In het laatste geval is er vaak sprake van een drang zich te conformeren: aan het standpunt van de groep, van de sector, van de beleidselite, of van een grote meerderheid van de bevolking. Soms zijn er wel dissidenten, maar krijgen zij onvoldoende aandacht en worden hun opvattingen genegeerd, gebagatelliseerd, geridiculiseerd of gediffammeerd. Wij gebruiken hiervoor de overkoepelende term consensusdrang.
De bedoeling van dit boek is na te gaan in hoeverre een aantal Nederlandse beleidsfiasco’s hieruit verklaard kan worden, in de hoop daarmee ook bij te dragen aan het vermijden daarvan in de toekomst.
Het gaat ons er daarbij niet alleen om of beleidsfiasco’s verklaard kunnen worden uit het negeren van essentiële informatie, maar ook op welk niveau dat gebeurde, en in hoeverre er sprake was interactie van deze niveaus. Een hechte groep kan tot verkeerde beslissingen komen omdat men deel uitmaakt van een sector waar een bepaald beleidsparadigma heerst. Een volk kan tot massahysterie worden opgezweept door een enkele heerser, die op zijn beurt adviezen volgt van een kleine coterie van beleidsadviseurs.
Dat wil niet zeggen dat het streven naar consensus op zichzelf verwerpelijk is. Om tot de uitvoering van beleid te komen is altijd een zekere consensus nodig, de neuzen moeten dezelfde kant opstaan. Maar wanneer in te vroeg stadium naar consensus wordt gestreefd en dissidenten hun mening niet durven of mogen geven, kan dat de oorzaak zijn van grote mislukkingen.

Het boek bestaat uit de volgende hoofdstukken:

1. Beleidsfiasco's en consensusdrang
Paul Bordewijk en Jouke de Vries

2. Groepsdenken bij de uitzending van Nederlandse militairen
Bertjan Verbeek

3. Hoe Dutchbat in Srebrenica terecht kwam
Of: de morele keuze voor een illusie van veiligheid
Bob de Graaff

4.
De JSF: het beste vliegtuig voor de beste prijs?
Bert Kreemers

5. De Haagse tunnel naar het Brusselse ravijn
Bob van den Bos

6. Besluitvorming over megaprojecten:
de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn-Zuid als voorbeeld
Hugo Priemus

7. Fuikplanning: de RijnGouwelijn
Hans van Dam

8. Taboes uit de jaren zestig
Paul Bordewijk

9. De herziening van de Nederlandse verzorgingsstaat
Analyse van een paradigmawisseling
Romke van der Veen

10. Onderwijsvernieuwingen
Ria Bronneman-Helmers

11. De kredietcrisis
Jouke de Vries

12. Slotbeschouwing
Jouke de Vries en Paul Bordewijk

Uitgeverij Van Gennep, ISBN 978 90 5515 4425

Bij de goede boekhandel verkrijgbaar!