Zoek op trefwoord :
Waar blijft het nieuwe paradigma?
Verschenen: 29-11-2009

In de vorige eeuw heeft tweemaal een economische crisis geleid tot een andere consensus over de manier waarop de economie moet worden aangestuurd. De crisis van de jaren dertig baarde de verzorgingsstaat. Er ontstond brede overeenstemming dat om zo’n crisis te vermijden een sterke sturing van de economie noodzakelijk is, en dat mensen voor hun welzijn in belangrijke mate afhankelijk zijn van collectieve voorzieningen. Analoog aan de wetenschap, wordt voor een dergelijke brede overeenstemming vaak de term paradigma gebruikt.
De crisis rond 1980 leidde ook tot een paradigmawisseling. Nu ontstond er brede overeenstemming dat de economie alleen goed kan functioneren wanneer mensen zo veel mogelijk individueel beloond worden voor hun individuele prestaties, en zelf mogen beslissen wat ze met die beloning doen. Daarmee werd het neoliberalisme de dominerende ideologie. Het propageerde minder staatsbemoeienis, inperking van de verzorgingsstaat, en marktconforme beloningen, met grotere inkomensverschillen als gevolg. Binnen bedrijven werd veel meer gedaan aan prestatiebeloning, met als meest markante voorbeeld de bonussen bij de banken.
Nu zitten we weer met een crisis. Vorig jaar moest de veel gesmade overheid ineens de banken redden. Er waren toen allerlei verwachtingen dat er opnieuw een paradigmawisseling op handen was. Daar hebben we tot nu toe echter weinig van gezien. Bij de banken probeert men zo snel mogelijk de oude gang van zaken te herstellen. Er komt geen scheiding tussen betaalverkeer en investeringsbanken. Nog na de uitbraak van de crisis werd de Postbank opgeheven, die in ieder geval nog het imago had van een bank waar je geld veilig was en men probeerde je van dienst te zijn in plaats van zoveel mogelijk aan je te verdienen.
Er blijven gewoon systeembanken bestaan, die te groot zijn om om te vallen en waar dus de belastingbetaler de risico’s loopt van de stupiditeiten van de corpsballen die het er voor het zeggen hebben. De fusie tussen Fortis en ABN Amro gaat gewoon door. De grote banken weten ook niet hoe snel ze zich van de staatssteun moeten bevrijden om weer op grote schaal bonussen te kunnen uitdelen. Wat de bijzondere talenten zijn van de mensen die die bonussen ontvangen is mij nooit duidelijk geworden, maar er worden op deze manier gigantische bedragen afgetapt uit de economie, die terecht komen bij een klein kringetje van geprivilegieerden.
Evenmin is er een paradigmawisseling opgetreden ten aanzien van de verzorgingsstaat. Het kabinet Balkenende 4 beloofde het eerste kabinet te worden sinds Lubbers 1 dat de restanten van de verzorgingsstaat intact liet. Maar de grote bedragen die de staat heeft moeten uitgeven om te voorkomen dat de kredietcrisis de hele economie zou lamleggen, zijn nu de aanleiding om een gigantische bezuinigingsoperatie op te starten. Daarmee gaat het bezuinigen op de verzorgingsstaat gewoon door, en blijkt het vierde kabinet Balkenende niets anders dan het negende kabinet Lubbers.
Ook GroenLinksers pleiten tegenwoordig voor individualisering van de sociale zekerheid. De Onderwijsraad wil de inspanning van individuele leraren in de gaten kunnen houden, en daarom moet er nog meer bureaucratie komen. Het gaat steeds om financiële prikkels, niet om verantwoordelijkheidsgevoel of solidariteit. Het zijn nog steeds oprispingen uit het neoliberale repertoire. Het grote verhaal over wat we van de crisis kunnen leren is nog steeds niet geschreven. Misschien is de crisis daarvoor te snel weer voorbij.

Column op de landelijke website van de PvdA