Zoek op trefwoord :
Beleidsevaluatie moet acyclisch
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 20-06-2009

In Overheidsmanagement juni 2009

In dit nummer bekritiseren Van Rijn en Van Twist het jaarlijkse verantwoordingscircus zoals dat wordt voorgeschreven bij het Rijk door VBTB en bij gemeenten en provincies door het Besluit Begroting en Verantwoording. Zij noemen dit de klassieke verantwoording, al is de verantwoording op basis van de outcome van het beleid in feite tamelijk nieuw. Je kunt zelfs zeggen dat het nog niet goed van de grond is gekomen, en tegenstanders zoals ik verwachten dat dat ook nooit zal gebeuren.
In plaats daarvan bepleiten de twee bestuurskundigen ‘innovatieve verantwoordingsarrangementen’. Innovatief in plaats van klassiek, daar kun je natuurlijk nooit tegen zijn. Van Rijn en van Twist willen geen jaarlijkse verantwoording over het hele beleid met nadruk op de financiële aspecten, maar juist een toegesneden verantwoording per beleidsthema, die niet elk jaar hoeft te verschijnen, en waarin de inhoud van het beleid centraal staat. Dat heeft ook mijn voorkeur, maar de vraag is wel hoe innovatief dat eigenlijk is. Hebben we hier niet te maken met de wedergeboorte van de klassieke beleidsnota? Maar innovatief klinkt natuurlijk altijd veel wervender dan terug naar vroeger.
Los van deze vraag ben ik het eens met Van Rijn en Van Twist. Jaarlijkse verantwoording over beleidsresultaten gekoppeld aan de financiële verantwoording is zinloos, omdat je maatschappelijke effecten nooit in één jaar bereikt. Dat slaat ook de bodem weg onder de programmabegroting die ze ooit bij Binnenlandse Zaken bedacht hebben om gemeenteraadsleden meer grip op het college van B&W te geven. Daarbij wordt op een veel hoger aggregatieniveau geautoriseerd – in de modellen op niet meer dan een tiental bedragen – maar staat daar tegenover dat de gemeenteraad veel meer zeggenschap krijgt over de besteding omdat zij kan bepalen welke resultaten met het geld behaald moeten worden. Omdat die resultaten nooit in één jaar worden behaald is dit een fopspeen, die moet dienen om B&W in staat te stellen zijn goddelijke gang te gaan.
Inhoudelijke verantwoording kan beter plaats vinden per thema, en over een langere periode dan één jaar. Pas na een aantal jaren worden de effecten van beleid zichtbaar. Daarbij is het ook beter te spreken van evaluatie dan van verantwoording. Een college kan wel verantwoordelijk worden gehouden voor het onderhoudsniveau van de fietspaden, maar niet voor het aantal fietsers dat er gebruik van maakt. Wel kan dat aantal reden zijn het beleid te wijzigen, maar dat kan altijd twee kanten op.
Als er minder mensen de fiets gebruiken dan verwacht, kan men concluderen dat het met dat fietsen toch nooit wat zal worden, en geen nieuwe fietspaden meer aanleggen. Maar het kan ook reden zijn te concluderen dat er kennelijk nog veel te weinig faciliteiten zijn. Omgekeerd kan een groot aantal fietsers reden zijn te concluderen dat het beleid wel een tandje lager kan, maar ook dat men op de goede weg is en dus nog meer moet investeren. Dat is een politieke afweging die college en raad moeten maken. Het moet niet zo zijn dat men investeringen in fietspaden vooral ziet als een vorm van beloning van de directeur van de Dienst Verkeer en Ruimte. Zoiets probeert men bij de politie: vangt men weinig boeven dan krijgt men minder geld, zodat er daarna nog minder boeven gevangen kunnen worden. Daarmee straft men niet de korpsbeheerder, maar de bevolking.
Intussen is er veel onvrede over de programmabegroting: raadsleden klagen dat ze hun wensen niet kwijt kunnen bij de vaststelling van de begroting, wethouders dat gemeenteraadsleden op hun stoel gaan zitten. De provinciale toezichthouder en het CBS worden middels de ‘informatie voor derden’ nauwkeuriger geïnformeerd dan de gemeenteraad. Douwe Jan Elzinga, oud-voorzitter van de Staatscommissie die adviseerde over de dualisering, klaagt al jaren dat het dualisme hierdoor vervuild is.
Bij de evaluatie van het Grotestedenbeleid is geconcludeerd dat afrekenen op basis van van tevoren vastgestelde ‘targets’ inzake maatschappelijke effecten niet werkt. Dat geldt dan dus ook voor het soort verantwoording dat men met de programmabegroting wil. Wanneer wordt men bij BZK eindelijk eens wakker?