Zoek op trefwoord :
Bestuurskracht en bestuurslast
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 29-04-2009

Op de website Waarstaatjegemeente.nl worden gegevens verzameld over de prestaties van individuele gemeenten. Daarbij zijn ook resultaten van enquêtes onder de inwoners naar de waardering van bepaalde aspecten van het gemeentelijk functioneren. De site is er vooral op gericht gegevens van individuele gemeenten inzichtelijk te maken, maar kan natuurlijk ook voor vergelijkingen worden gebruikt.
Binnenlands bestuur van 13 maart gaf de vijf best gewaardeerde gemeenten, en de vijf minst gewaardeerde. Ze werden gepresenteerd als de best en minst presterende gemeenten, maar dat is een stap te snel. Het kan ook zijn dat gemeenten slecht scoren omdat hun inwoners uitgesproken kankeraars zijn. Opvallend is dat de best gewaardeerde gemeente Bunschoten is. Dat is een gemeente met een zwaar gereformeerde bevolking, waar men nog respect heeft voor het gezag. Van de vier andere gemeenten liggen er drie in de bible belt. De tevredenheid van de inwoners kan dus ook uitvloeisel zijn van een gezagsgetrouwe instelling.
Maar er is nog iets eigenaardigs. De vijf hoogst gewaardeerde gemeenten zijn alle kleiner dan 25.000 inwoners. Onder de vijf minst gewaardeerde gemeenten zijn twee steden boven de 50.000, Schiedam en Den Helder. Gemiddels hebben de vijf hoogst gewaardeerde gemeenten 17.322 inwoners, en vijf laagst gewaardeerde 36.353, meer dan tweemaal zo veel dus. Iemand zou eens een regressie-analyse moeten doen, maar het lijkt er toch erg op dat de tevredenheid van de burger met zijn gemeente in kleine gemeenten groter is dan in grote.
Dat is interessant vanwege de herindelingsdiscussie. Daarin wordt steevast voor samenvoeging van gemeenten gepleit, omdat grotere gemeenten meer bestuurskracht zouden hebben. Uit het recente onderzoek van Rachel Beerepoot e.a. naar de effecten van herindeling, blijkt ook dat betrokken ambtenaren en bestuurders van mening zijn dat na de samenvoeging de professionaliteit, de klantgerichtheid en de aantrekkelijkheid als samenwerkingspartner voor het bedrijfsleven zijn toegenomen.
Daar staat dan wel tegenover dat de belangstelling van de burgers voor de politiek is afgenomen, al is het de vraag of bestuurders en ambtenaren dat erg vinden. Het was al langer bekend dat de opkomst bij raadsverkiezingen afneemt wanneer de gemeente groter wordt. Er wordt ook wel gezegd dat het voordeel van grotere gemeenten is dat de afstand tot de burgers groter is, en dat er daardoor minder gesjoemel plaats vindt.
Nu blijkt dat in kleine gemeenten de inwoners beter te spreken zijn over hun gemeentebestuur dan in grote gemeenten. Kennelijk leidt grotere bestuurskracht niet tot grotere tevredenheid van de inwoners. Dat zal niet alleen zijn vanwege cliëntisme, want dat zou ook tot klachten van burgers moeten leiden. Ik weet een betere verklaring. In grote gemeenten is niet alleen de bestuurskracht groter, maar ook de bestuurslast. Hoe groter de gemeenten, hoe gecompliceerder, en hoe meer problemen. Daarbij is er in een groot ambtelijk apparaat ook altijd meer overleg nodig, en dat kan de tijdigheid van beslissingen belemmeren.
In de grote steden zien we deze verschijnselen in het extreme. In mijn column van mei 2006 heb ik al eens aandacht gevraagd voor het feit dat in de grote steden het referendum over de Europese Grondwet per inwoner meer kostte dan in de rest van het land. Dat was reden voor het kwartje van Pechtold. Het feit dat grote steden minder efficiënte werken dan kleinere, is voor Amsterdam een belangrijk motief geweest bij de instelling van de stadsdelen.
Waarstaatjegmeente.nl biedt fantastisch materiaal voor een uitgebreid onderzoek naar de invloed van de gemeentegroottte op allerlei aspecten van het gemeentelijk functioneren. Zo’n onderzoek zou moeten plaats vinden voordat men doorgaat met een herindelingsbeleid dat op gemeentegrootte is gebaseerd in plaats van op maatschappelijke samenhang.

In Overheidsmanagement april 2009.