Zoek op trefwoord :
Leidse kaas is geen gatenkaas
Verschenen in 'PvdA Leiden' - 14-09-2008

Na de recente uitspraak van de Raad van State blijft Leiden nog wel even zitten met het Gat van Van der Putte. Dat is het niet het enige gat dat Leiden ontsiert. Sinds 1976 kent Leiden het Gat van Van Nelle, aan de Aalmarkt, waar ooit een markant maar niet in de omgeving passend kantoorgebouw stond. Het Aalmarktplan voorzag in de vulling, maar ook dat staat op losse schroeven.
Al jaren is er ook een gat op de hoek van het Rapenburg en de Nieuwsteeg, de vroegere Instrumentmakersschool. Van recentere datum is het Gat van Verbaan, op de hoek van de Hoge Rijndijk en de Zoeterwoudse Singel. En dan is er nu een groot gat in het Morskwartier, tussen de Diamantlaan en de spoorlijn. Daar is zich een natuurgebied aan het ontwikkelen. Voor je het weet kan Portaal de beoogde zorgboulevard wel op zijn buik schrijven. Wie niet beter weet, zou denken dat Leidse kaas een andere term is voor gatenkaas.
Toch is er niemand in Leiden is die die gaten wil handhaven, en zeker niemand in de politiek. Het lukt alleen niet om ze gevuld te krijgen. Dat heeft te maken met geldgebrek, met ingewikkelde regels, met de relatie tussen gemeente en maatschappelijke instellingen, maar ook met de aandacht van bestuurders, de competentie van ambtenaren, en de rolverdeling tussen bestuurders en ambtenaren. Van buitenaf is het moeilijk te zien waar in elk van deze gevallen de schoen wringt.
Bij Van der Putte is de gemeente stuk gelopen op een uitspraak van de Raad van State. Het ging om het informeren van belanghebbenden, en om een ambtelijke tekening die afweek van het eerder gepresenteerde bouwplan. Achteraf is duidelijk dat je dat zo niet had moeten doen, maar dat wil niet zeggen dat de uitspraak ook voorzienbaar was geweest. Wanneer er tegen deze uitspraak hoger beroep mogelijk zou zijn, zou een hogere rechter hem misschien wel als apert onredelijk afwijzen. Maar ja, zo’n hogere rechter is er niet.
Uit mijn eigen wethouderstijd herinner ik mij dat de gemeente in het ongelijk gesteld werd in een zaak over het Gemeentefonds waar ik overtuigd was van ons gelijk, terwijl we wonnen in een kwestie waar we vooral procedeerden vanwege onze verplichtingen naar anderen. Daarom heb ik de stelligheid waarmee beweerd werd dat een procedure tegen de provincie over de RijnGouwelijn kansloos was, ook nooit begrepen. Zoals nu de gemeente in het ongelijk is gesteld, had dat de provincie ook kunnen overkomen. De RvS is heel kritisch bij overheidsbeslissingen om projecten door te zetten, dat zag je ook bij de verbreding van de A4.
De uitspraak van de RvS leidt nu tot een ritueel potje schelden tussen oppositie en collegepartijen. D66 vindt dat de wethouder moet aftreden, en Henny Keereweer ergert zich daar weer aan. Maar iedereen begrijpt natuurlijk dat dit een D66-wethouder ook had kunnen overkomen, terwijl als wij in de oppositie gezeten hadden, wij het ontslag van het hele college hadden geëist. Je kunt je afvragen of de formule van het programcollege in Leiden niet is uitgewerkt. Moeten we niet eens terug naar het afspiegelingscollege?

In PG, afdelingsblad van de PvdA-Leiden van september 2008

Voor een discussie hierover zie: www.leiden.pvda.nl/log_henny/reactions/295#47278