Zoek op trefwoord :
Milieubeleid: aaibaar of effectief?
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 17-02-2008

Het is al weer 25 jaar geleden, tijdens de tweede oliecrisis, dat ik mij als wethouder van Leiden bezig hield met de komst van stadsverwarming. Ik was daar toen een groot voorstander van, vanwege de mogelijkheid van grootschalige energiebesparing. Achteraf is misschien de reductie van de CO2-uitstoot wel de belangrijkste verdienste van het project geweest, maar dat speelde toen nog niet.
De oppositie kwam van de VVD-fractie, die de financiële risico’s te groot vond, maar vooral van de milieubeweging. Daar had men weinig op met grootschalige projecten van de bestaande energiebedrijven, maar zag men liever gedecentraliseerde warmtekrachtkoppeling, ook al kwamen er dan meer stikstofoxiden in de lucht. Sindsdien kijk ik met wantrouwen naar de milieubeweging. Propageert men daar een andere levensstijl ter wille van een beter milieu, of is die andere levenstijl het doel, en probeert Greenpeace die met milieu-argumenten af te dwingen?
Die andere levenstijl kenmerkt zich door afkeer van gemakzucht en zucht naar authenticiteit en kleinschaligheid. Liever een biologische oplossing dan een chemische. Zo maakt de milieubeweging zich druk om de uitstoot van fijnstof door het verkeer, maar niet door open haarden. Men is tegen wegwerpbekertjes, ook wanneer afwassen meer milieubelastend blijkt. In S&D van januari 2007 keerde PvdA-kamerlid Diederik Samsom zich tegen dijkverhoging om ons teweer te stellen tegen de stijgende zeespiegel. De zondvloed is de straf voor onze decadente levensstijl, en als we die niet wijzigen, mogen we onze straf niet ontlopen
NRC Handelsblad van 4 augustus berichtte over de mogelijkheid op grote schaal CO2 te binden met het mineraal olivijn, dat op grote schaal in de natuur voorkomt. Ik was benieuwd naar de reacties: was dit nu een technologische doorbraak of de canard van de eeuw? Andere media gingen er echter niet op in. Volgens een reactie in de NRC zouden dit soort berichten alleen maar de hoop voeden dat het klimaatprobleem gemakkelijk is op te lossen, terwijl de kusten waar het bindingsproces zou moeten plaats vinden onvoldoende ruimte bieden.
Maar dan nog zou je interesse verwachten bij degenen die nu bomen laten planten om ‘klimaatneutraal’ te reizen. Het hout van die bomen wordt vroeg of laat verbrand, al is het maar door bosbranden als gevolg van blikseminslag. Daarom is dit niet duurzaam. Maar een biologisch proces als de binding in planten is nu eenmaal aaibaarder dan een chemisch proces als de duurzame binding aan olivijn.
De milieubeweging is ook dol op het gescheiden inzameling van afval, want dat doorbreekt onze gemakzucht. GFT-afval wordt afzonderlijk opgehaald om het te composteren. Weinigen realiseren zich echter dat zo evenveel CO2 vrijkomt als bij verbranden. Volgens de Volkskrant van 15 december kent de VN zelfs emissierechten toe voor het composteren van afval in India. Dat slaat dus nergens op.
In moderne afvalverbrandingsovens levert GFT groene stroom, zie Vrij Nederland van 6 oktober. Wanneer er ook plastic wordt meeverbrand, zijn hogere verbrandingstemperaturen te realiseren zodat er nog meer groene stroom vrijkomt. Toch gaan we dat plastic ook afzonderlijk inzamelen, want dat geeft een goed gevoel.
Ook oud papier kan als biomassa worden aangewend. Maar wat we hier niet kunnen recyclen, exporteren we liever naar China als retourlading voor het voedsel dat we uit de monden van de armen stelen om ethanol in onze steeds zwaardere auto´s te verstoken. Want dat is dan weer biologisch.
Ik vertrouw al die grienpiesers niet. Volgens mij zijn het gewoon zeikerds.

In Overheidsmanagement februari 2008